professionalisering van de vrijwilligers. Zij pleit voor de positie van de vrijwilligers. Ik denk dat datgene daar nu over in de nota beschreven staat, daar ook recht aan doet. Ook mevrouw Dijkstra heeft een uitspraak gedaan over dat wanneer er een financiële ruimte ontstaat - ik ben daar zelf wat voorzichtig in - dan geeft haar fractie de prioriteit aan het oplossen van knelpunten en dan met name ten aanzien van de wachtlijsten, zo heb ik het vertaald, en de salariëring. Ik vind dat wat een moeilijke constatering van de CDA-frac- tie. Ook de heer De Jong van de D66-fractie heeft datzelfde gezegd. Ik vind het moeilijk om daar op dit moment uitspraken over te doen omdat er ook verplichtingen aan de salariëring ten grondslag liggen, dat moeten wij in z'n geheel afwegen, ook binnen die financiële ruimte. De heer De Jong van de D66-fractie spreekt over een succes volle werksoort die zijn plaats in het gemeentelijk beleid heeft gevonden. Indien meer middelen beschikbaar zijn, spreekt hij namens de D66-fractie de voorkeur uit voor het oplossen van knelpunten ten aanzien van de wachtlijsten. Hij is akkoord met de ouderbijdrage. In de reactienota, zegt de heer De Jong, moet je eigenlijk een zin aanpassen. Ik ben dat met hem eens, wij zullen de nota in die zin aanpassen. De heer Greving van de GPV/RPF/SGP-fractie is blij met de nota en hij spreekt over de extra inkomsten die zullen worden aangewend voor de vciledige professionalisering. Hij zegt dat dat eigenlijk niet klopt, je moet spreken van de professione le kracht die aanwezig moet zijn en daarnaast kunnen er nog wel vrijwilligers zijn. Daar heeft hij gelijk in, in principe klopt dat wat de heer Greving zegt. Dan spreekt de heer Greving over de tabel van de ouderbijdra ge, die is progressief. Hij heeft wat moeite met het netto gezinsinkomen. Wij hebben dezelfde systematiek gevolgd als bij de kinderopvang, dat werkt goed en wordt door de instel ling zelf gecontroleerd. Mevrouw Van Ulzen heeft het over de functies en heeft beden kingen bij de doelstellingen, met name als het gaat over de pedagogische waarde van het geheel. Ik herinner mij dat zij èn in de brainstormende commissievergadering èn in de commis sievergadering ten aanzien van deze nota nu datgene herhaalt wat zij daar ook precies zo heeft gesteld. Dus ik denk dat wij daar niet in extenso in filosofische zin of in pedago gisch didactische zin op hoeven in te gaan. Mevrouw Van Ulzen heeft ook gesproken over het begeleiden in professionele zin en de vrijwilligers. Zij vindt dat je niet moet doorschieten, dat daar wel een bepaald soort verhouding 26 in zit. Ik denk dat dat op zich terecht is, maar dat heb ik ook ten aanzien van de heer Greving zo geformuleerd. Ik denk trouwens ook dat de formulering op bladzijde 12 die hierover gaat, daar recht aan doet. Mevrouw Van Ulzen heeft een voorkeur voor het werkgeverschap bij de Stichting Kinderopvang Leeuwarden. Ik neem daar op dit moment kennis van, want dat aspect is - dat is ook in de commissie toegezegd - eigenlijk pas aan de orde na de zitting van volgende week. Dan kunnen wij ook eens kijken hoe het met de welzijnsinstellingen zit en dan zullen wij daar concreet mee aan de slag. Maar mevrouw Van Ulzen heeft voorshands al haar voorkeur uitgesproken. Zij heeft ook over de tarifering gesproken en zij zegt, wat is rechtvaardig, dat is altijd arbitrair, maar zij pleit zelf voor drie categorieën. Dat is natuurlijk ook arbitrair. Ik weet nog zo net niet wat dan het beste is. Datgene wat de raad al in meerderheid heeft uitgesproken is in het college voorstel aan de raad voorgelegd. De WD-fractie pleit voor een budgetfinanciering en zegt dat er nu sprake is van een open eind. Dat ben ik niet met de WD-fractie eens, want wij stellen elk jaar op de begroting een bedrag vast en ik vind ook een van de sterke punten van deze nota dat precies het beleid is vastgesteld binnen die financiële ruimte. Er is helemaal geen sprake van een open eind financiering, want dan zouden wij er hier heel anders over spreken. Mevrouw Van Ulzen heeft ook nog gesproken over de goede accommodaties en er moet geen sprake zijn van tussentijdse verplaatsing van peuters omdat dat onrust teweeg brengt. Dan komen wij weer op de pedagogische, opvoedkundige en wat al niet meer voor waarde. Ik heb begrepen dat de WD-fractie het bedrag dat over is, dus het reservebedrag, niet binnen deze werkvorm wil laten houden maar terug wil laten vloeien naar de algemene reserve. De heer Kroes van de PAL/GL-fractie is blij met de progres sieve tarifering. Hij zegt dat er nu sprake is van een parti culier initiatief in Camminghaburen, dat heeft in de krant gestaan. Ik heb de krant niet gelezen, dit is voor mij nieuw. Ik moet daar even het antwoord op schuldig blijven. Mevrouw Van Ulzen: Ik proef bij de beantwoording van de wethouder dezelfde systematiek als zijn voorganger, de heer Koopmans. Hij leest gewoon voor wat je gezegd hebt. Dat vind ik wel aardig, maar in de regel weet ik wel wat ik gezegd heb, dus heb ik die herhaling niet zo direct nodig. De wethouder suggereert dat wat de raad in meerderheid heeft besloten ook het beste zou zijn. Ik moet zeggen, gezien de 27

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 14