Punt 1
De notulen van de vergadering van 12 juli en 27 september
1993 worden ongewijzigd vastgesteld.
Punt 2 (bijlage nr. 229).
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
advies van de Raadsadviescomissie voor de Beroep- en Bezwaar
schriften.
Punt 3
Rondgezonden mededelingen.
Sub A, B, C en D.
Deze berichten en deze brieven worden voor kennisgeving
aangenomen.
Sub D
Deze brief wordt in handen gesteld van burgemeester en wet
houders om preadvies.
Sub E en F.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.
Sub G tot en met Q.
Deze brieven worden betrokken bij de behandeling van onze
voorstellen in het kader van de bezuinigingen 1993-1997 in de
vergadering van 15 en 16 november 1993.
4
Punt 4 (bijlage nr. 218)
De Voorzitter: Aan de orde is Voorstel tot het starten van
een gerechtelijke procedure ten laste van nalatige debiteuren
(Ten Tije)
De heer Dekker: Voorzitter, met uw goedvinden zou ik in één
keer stil willen staan bij de punten 4, 5 en 6. Onze fractie
kan zich vinden in de voorstellen zoals die hier voorliggen.
Wij vroegen ons af in hoeverre het niet mogelijk zou zijn,
ook uit overwegingen van efficiëntie, om de bevoegdheid tot
het starten van gerechtelijke procedures ten laste van
nalatige debiteuren aan uw college te geven. Wij nemen aan
dat zulk een procedure dan zeker even zorgvuldig kan plaats
vinden als wanneer u het voorlegt aan de raad. In het geval
dat mogelijk zou zijn, wij willen graag weten wat de opvat
tingen hierover van het college zijn, zouden wij wel graag
willen dat er een rapportage achteraf komt, bijvoorbeeld in
de Commissie Middelen.
De heer Heins: Ik wil wel onze ondersteuning verlenen aan het
voorstel van de heer Dekker. Ik zou bovendien willen vragen
of agendapunt 2 ook een gedelegeerde bevoegdheid van het
college zou kunnen zijn. Maar misschien moeten wij daar in de
Commissie Algemene Zaken eens over praten.
De Voorzitter: Er heerst bij mij maar ook bij de adviseurs
enige twijfel of de Gemeentewet dat nu al mogelijk maakt,
maar wij zullen nagaan in hoeverre delegatie aan het college
mogelijk is. Tot nu toe stond er nogal voluit en stellig dat
het aangaan van rechtsgedingen een zaak van de raad was. Ik
kan mij voorstellen, gezien het type onderwerpen dat hier
voorligt, dat wij dit eens serieus gaan bespreken en dan komt
ook de opmerking ter zake van de commissiewisselwerking aan
de orde.
Mag ik volstaan met deze toezegging?
Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezegging van
de voorzitter.
5