De heer Heins: Ik blijf dit wat moeilijk vinden, ik kan niet
meer precies terug halen hoe de wethouder in de commissie die
vraag beantwoord heeft. Maar ik heb begrepen, evenals de pers
trouwens, dat het op de lijst van mee- en tegenvallers zou
komen te staan op een zodanige manier dat er weer een nieuwe
bezuiniging tegenover zou staan. Dan heb ik, met een heleboel
anderen, dat anders opgevat dan het college.
Ik blijf het vervelend vinden dat dit uit de algemene reserve
geput moet worden - ook andere commissieleden hebben dat
destijds naar voren gebracht - maar kennelijk valt dat nu
weer mee.
Wat die aangegane verplichting betreft, blijf ik het een
onjuiste zaak vinden dat er verplichtingen worden aangegaan
voordat het in de raad beslist wordt. Wanneer in de commissie
gevraagd wordt: mogen wij alvast beginnen, dat is het een
andere zaak. Maar die vraag is helemaal niet gesteld in de
commissie
Vanwege die twee punten, het feit dat het uit de algemene
reserve die volgens mij op nul staat, wordt betaald en het
feit dat er al verplichtingen zijn aangegaan en dat niet
vantevoren is gemeld, blijven wij tegen dit voorstel.
De Voorzitter: Ik wou toch graag het antwoord herhalen dat
ook in eerste termijn is gegeven dat datgene dat u meende te
moeten opmerken als zijnde een reeds aangegane verplichting
op basis van een kredietfiattering die nog moet komen, dat
die informatie onjuist is. Datgene dat toen liep is uit de
dienstbegroting Bestuurszaken, besproken in de julivergade
ring, gehaald.
Ten aanzien van uw andere opmerking ter zake van het huidige
voorstel om tot dekking over te gaan, dat uw instemming niet
kan hebben, zou ik u er procedureel op willen wijzen dat bij
het ontbreken van de daarvoor opgestelde begrotingswijziging
nu u altijd het beslismoment overhoudt, wellicht één maand
later, om daar ter zake opnieuw opmerkingen over te maken in
deze vergadering.
De heer Heins: Wat er in de raadsbrief staat over die aange
gane verplichtingen slaat dus niet op het besluit?
Er staat in: vooruitlopend op een ter zake door uw raad te
nemen besluit met de werkzaamheden te starten en er zijn
verplichtingen aangegaan. Ik heb begrepen dat dat op dit
besluit sloeg. Als dat niet zo is, dan trek ik mijn bezwaar
in.
8
De heer Dekker: Ik wil hier ook graag nog even bij stilstaan,
omdat ik uit de behandeling in de commissie begrepen heb dat
het aangaan van de verplichtingen niet eerder zou plaatsvin
den dan nadat de commissie daarover was gehoord. Uit een
aantal moverende overwegingen, gelet op de voorliggende
problematiek, is door uw college aangegeven dat het zaak was
om zo snel mogelijk te beginnen, maar dat uw college dat niet
eerder wenste te doen dan nadat hierover de commissie gehoord
werd. De commissie heeft, inclusief de PAL/GL-fractie, voor
zover ik mij kan herinneren, ingestemd met het voorliggende
voorstel. Ik moet zeggen dat het mij in die zin ook wat
verbaast dat de heer Heins ook nog weer stilstaat bij de
beveiliging en de automatisering in het kader van het bouw
project, omdat die twee activiteiten niet aangemerkt kunnen
worden als tegenvallers. Het bouwproject staat vast in de
vervangingsinvestering zoals die al op de planning stond en
de beveiliging is mede een gevolg van de aanpassingen die in
de huisvestingssituatie zijn opgetreden als gevolg van gewij
zigde eisen. Op grond daarvan ziet mijn fractie geen aanlei
ding om hierop terug te komen.
Met betrekking tot de tegenvaller zou het misschien toch
plezierig zijn als de wethouder daarover toch nog een nadere
toelichting zou kunnen geven, omdat ik in aanvulling op de
heer Heins begrepen heb dat het de bedoeling was dat dit
bedrag zou voorkomen op de lijst van mee- en tegenvallers en
dat wij dat als zodanig mee zouden kunnen afwegen in de
behandeling die daarover nog zal plaatsvinden.
Mevrouw Vlietstra (weth.): Voorzitter, eerst even over het
eerste punt. Ik deel de lezing van de heer Dekker op dat
punt. U had behalve de raadsbrief, als ik mij goed herinner,
ook de onderliggende b. en w.-nota, inclusief het b. en w.-
besluit, waarin exact geformuleerd stond dat - vooruitlopend
op een besluit van de raad - na de Commissie Algemene Zaken
gehoord te hebben het college een aantal noodzakelijke ver
plichtingen wilde aangaan. Als de heer Heins zegt dat hij dat
graag expliciet aan de orde wil hebben, dan moet ik zeggen
dat het besluit in de commissie is voorgelegd ter advisering
en dat daar door de commissie niet op is gereageerd. Ik denk
dat de heer Heins wellicht op dat punt dan zijn beurt voorbij
heeft laten gaat.
Wat betreft de dekking van het tekort is er heel uitvoerig in
de commissie gediscussieerd, omdat een aantal fracties, waar
onder de fractie van de heer Heins, van mening was dat tegen
over een tegenvaller meteen ook een dekkingsvoorstel/bezuini-
gingsvoorstel zou moeten staan. Ik heb daarvan toen aangege
ven dat wij een systematiek hebben van mee- en tegenvallers
en dat wij op gezette momenten de stand van zaken opmaken en