worden zijn de kosten voor overhead. Hierbij speelt wederom
goede kostentoerekening een grote rol. Het facilitair bedrijf
is net van start gegaan en er is een bedrag per werkplek
vastgesteld voor de verrekening van de overhead. Of deze
kostentoerekening voldoende is, zal nog moeten blijken, maar
als je het simpel redeneert zou je kunnen zeggen dat het
bedrag aan overhead de komende jaren rechtevenredig moet
afnemen met het aantal formatieplaatsen. Wij willen ons wat
dit betreft niet rijk rekenen en vragen dan ook van het
college hoe zij hierover denken. Misschien is het mogelijk om
hier voor het eind van het jaar een rapportage over te krij
gen? Dan bedoel ik van de bedragen die dit eventueel zou
kunnen opleveren.
De uitkomsten van deze rapportages willen wij gebruiken voor
twee zaken. In de eerste plaats om een extra bedrag toe te
voegen aan de algemene reserve. Deze buffer is op dit moment
erg klein en om de laatste tekorten te kunnen dekken hebben
wij wederom een greep uit de algemene reserve moeten doen.
Toch is het in deze financieel ongunstige tijd belangrijk om
zo'n buffer te hebben. In de tweede plaats zou dit bedrag
gebruikt kunnen worden voor het schrappen van de post onder
uitputting in de begroting. Deze post maakt de feitelijke
financiële situatie onduidelijk.
Ik heb al gezegd dat de fractie niet over één nacht ijs is
gegaan. Uiteindelijk hebben wij gemeend een aantal voorstel
len niet over te moeten nemen omdat deze zaken voor ons een
hoge prioriteit hebben en wij moeten dus alternatieve dekking
zoeken.
Wij hebben hierbij vooral gekeken naar voorstellen die voor
de maatschappelijke activiteiten van veel burgers gevolgen
hebben, organisaties waarbij grote groepen burgers actief
zijn en die zich inzetten voor de inwoners van onze gemeente.
We willen hiermee proberen te voorkomen dat door financiële
of andere drempels burgers maatschappelijk minder actief
worden en in een isolement raken. De financiële situatie van
Leeuwarden maakt het helaas onmogelijk om meer voorstellen te
schrappen.
Ik zal de voorstellen achtereenvolgens doornemen.
In de eerste plaats Buurt- en clubhuiswerk, beëindiging
organisatie en activiteitensubsidies.
Deze motie luidt:
"De gemeenteraad van Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 16 november 1993,
behandelende de bezuinigingen 1994-1997;
overwegende dat
175
de buurt- en wijkverenigingen een belangrijke functie
vervullen;
dat het actief bezig zijn van vrijwilligers in
buurten en wijken een dierbaar goed is;
dat het op zich terecht is dat ook bij deze werksoort
vraagtekens geplaatst worden over het blijvend subsi
diëren;
dat het voorstel om het subsidie stop te zetten voor
bijgaat aan de maatschappelijke realiteit anno 1993
dat bij de verdeling van de gelden het accent dient
te liggen op wijken met relatief veel inwoners uit
achterstandsgroepen;
besluit
- de subsidiëring van de organisatie- en activiteiten-
kosten niet te beëindigen maar met ingang van 1995
vast te zetten op f 150.000,-;
dat het basissubsidie gelijk is aan het aantal inwo
ners per wijk x f 0,75 met een minimum van f 1000,-en
een maximum van f 4000,per wijk;
dat het resterende bedrag op basis van het aantal in
woners wordt verdeeld over buurten en wijken met
relatief veel achterstandsgroepen
en gaat over tot de orde van de dag."
(De Voorzitter: Motie nr. 13 maakt deel uit van de beraad
slagingen
De overweging hierbij is dat wij vinden dat buurt- en wijk-
verenigingen een belangrijke functie vervullen en dat het
actief bezig zijn van vrijwilligers in buurten en wijken een
dierbaar goed is. Ik sprak net al over het maatschappelijk
actief zijn van burgers, ik denk dat dit hiervan een goed
voorbeeld is.
De tweede motie heeft betrekking op de amateuristische
kunstbeoefening. Wij willen niet kijken naar de cultuurbe—
zuinigingen als geheel, maar ons specifiek richten op deze
post, omdat amateuristische kunstbeoefening een belangrijke
bijdrage levert aan het welzijn van grote groepen burgers in
onze gemeente. Er zijn veel mensen actief in de amateuristi
sche kunstbeoefening. De vele kleine organisaties die zich
hiermee bezig houden hebben weinig eigen inkomsten en het
voortbestaan van deze organisaties, als wij het subsidie
helemaal afschaffen, wordt onzes inziens bedreigd.
De motie hierover luidt als volgt:
"De gemeenteraad van Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 16 november 1993,
behandelende de bezuinigingen 1994-1997;
overwegende dat
176