samenstelling van die laatste nota rekening mee kunnen hou
den. Dat lijkt mij een haalbare systematiek.
Datzelfde geldt voor de kwestie van de salarisverhogingen, de
1%, die moet ook nader uitgediept worden.
Voor zover mijn aantekeningen reiken was dit wat ik nog in de
richting van de PvdA-fractie wilde zeggen.
Voor wat betreft interventie van mevrouw Tiemersma over de
overhead heb ik gesproken, de onderuitputting is behandeld,
het salarisverhaal idem. Ik denk dat ik mevrouw Tiemersma op
haar wenken heb bediend.
Voor wat betreft de opmerkingen van de heer Hoogeveen met
betrekking tot de vermogenspositie, weten wij in ieder geval
elkaar posities. Ik denk dat ik het daarbij wat de D66-frac
tie kan laten.
De heer De Beer heeft mij geen specifieke vragen gesteld en
opmerkingen gemaakt waarvan ik denk dat ik daar op in moet
gaan.
In de richting van de heer Brinks wil ik nog zeggen - en dat
geldt overigens ook voor de CDA-fractie - dat ik wel heb
toegezegd, en dat ook in samenwerking met u zal invullen, het
onderzoek naar de eigen vermogenspositie en dat wat je daar
wellicht mee zou kunnen wel aan zullen pakken. Het verschil
van opvatting tussen het college en de PAL/GL-fractie is dat
wij daar nu nog geen bedragen bij in willen vullen. Maar het
onderzoek past bij een goede visie op wat je financiële
positie is en zal ook op die manier worden aangepakt.
Met betrekking tot motie nr. 70 van de heer Greving heb ik
net gezegd dat wij bereid zijn die in de herziene versie over
te nemen, waarbij ik nog wel dankbaar aanhaak bij zijn sug
gestie, die weliswaar niet in de motie staat maar die toch in
zijn tekst vuo.A«a,u, om te kijken of Let ook eventueel gefa
seerd kan. Dat lijkt mij een goede suggestie.
De heer Timmermans: Eén opmerking, namelijk reagerende op de
stellingname van de PAL/GL-fractie met betrekking tot de
verschillende moties die er liggen ten aanzien van de woon
consumentenorganisaties. Dat zijn er drie en het college
heeft er vervolgens ook een voorstel aangehecht. Het probleem
van het in stemming brengen van de moties nu is ten eerste
dat de discussie feitelijk geen bijdrage levert aan het
dekkingsvoorstel zoals wij dat vanavond neerleggen. Het gaat
285
immers om een dekking die gezocht wordt in het Fonds Stads
vernieuwing. Volgende week hebben wij het Verdeelbesluit
Stadsvernieuwing 1994 in de commissie. Ik stel voor dat wij
dan, omdat daar ook de dekking moet worden gevonden, de
definitieve discussie voeren over de precieze invulling van
de woonbelangen bijdrage. (De heer Brinks: Dat zou dus kunnen
betekenen dat wij vanavond besluiten om akkoord te gaan met
het voorstel van het college?) Het voorstel van het college
om f 107.000,ten laste van de algemene dienst te bezuini
gen wordt vanavond of morgenavond genomen. Daar tegenover
staat een voorstel van het college, dat in meerderheid sowie
so gedeeld wordt door de raad, met betrekking tot f 54.000,
ten behoeve van de woonconsumenten ten laste van het Stads
vernieuwingsfonds. (De heer Hoogeveen: Daar heb ik toch wat
bezwaar tegen, want het kan heel goed zijn dat volgende week
de dekking uit het Fonds Stadsvernieuwing toch niet mogelijk
blijkt te zijn. Dan hadden wij het vanavond eigenlijk alsnog
bij de andere dekking in willen brengen. Wij willen nu toch
wat voor die woonbelangen regelenVandaag heeft het college
naar aanleiding van de discussies daartoe al besloten. (De
Voorzitter: Ik denk dat ik het qua besluitvorming het gemak
kelijkst zo kan zeggen. In feite wordt er een procedurevoor-
stel gedaan door het college. Als wij toe zijn aan dat punt
bij de stemming straks, komt dat procedurevoorstel het eerst
aan de orde. Wordt dat overgenomen, dan gaat het conform de
gang van zaken geschetst door de wethouderhaalt het proce
durevoorstel het niet dan gaan wij over tot inhoudelijke
stemming
De heer Janssen (weth.): Er is nog één opmerking waar ik in
mijn eerste termijn niet op ben ingegaan. Dat betreft het
voorstel van de PAL/GL-fractie om een taakstelling te koppe
len aan het nog op te stellen energiebesparingsplan van
f 0,25 miljoen. Wij hebben in het MUP, dat wij waarschijnlijk
vandaag niet meer behandelen, staan dat wij van plan zijn om
een energiebesparingsplan op te stellen. De verwachting van
het college is dat behalve ene. ook financiële bespa
ring met zich mee zal brengen. De verwachtingen van het
college zijn ook dat voordat wij dat bereiken wij de komende
jaren waarschijnlijk eerst een aantal investeringen zullen
moeten doen. Nu voor deze periode al f 0,25 miljoen inramen,
lijkt ons iets te optimistisch.
Mevrouw Vlietstra (weth.): Voorzitter, twee opmerkingen nog.
De eerste gaat over het voorstel dat de CDA-fractie handhaaft
om de gemeentelijke bijdrage aan het onderwijsvoorrangsbeleid
al per 1 augustus 1994 terug te laten lopen. Ik heb in mijn
286