beidsplaats vervalt, niet per vandaag ook die additionele
extra kosten vervallen. Daar zal je ruimtè voor moeten hebben
om die op een andere manier op te vangen. Nu kun je daar op
verschillende manieren mee omgaan. Het college heeft daar een
aantal bedragen voor ingeraamd maar zeker niet volledig. Wij
zeggen, het is verantwoord om daar een extra taakstelling op
te zetten, alleen hoe groot moet die taakstelling nu zijn.
Daar kun je van gedachten over verschillen. Wij koppelen de
taakstelling, die wij zelf nu gaan stellen in de motie, wel
aan het verzoek aan het college om zo snel mogelijk duide
lijkheid in de situatie te brengen en dit in de Commissie
Middelen te behandelen, zodat wij echt goed weten waar wij
het nu over hebben als wij praten over additionele kosten.
Het is een vrij ingewikkeld verhaal. Ik denk ook niet dat het
goed is dat wij hier in de techniek duiken, maar het is wel
een onderwerp dat als wij dat op een goede manier behandelen
en als het inderdaad klopt zoals wij daar nu met elkaar over
praten. Waar forse besparingen in te bereiken vallen, waar
door ook weer een beter evenwicht kan komen tussen de interne
en externe verdeling van de bezuinigingen.
De motie die wij op dit punt willen indienen luidt als volgt:
"De raad van de gemeente Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 16 november 1993,
besluit:
de gemeentelijke apparaatskosten, in verband met extra
te behalen efficiencywinsten en vervallen overheadkos
ten, bovenop de door het college van b. en w. gedane
voorstellen te verminderen met:
f 100.000,-- in 1995
f 200.000,in 1996
f 300.000,— in 1997."
(De Voorzitter: Motie nr. 3 maakt deel uit van de beraadsla
gingen
Wij denken dat deze bedragen minimaal haalbaar moeten zijn en
wij sluiten absoluut niet uit dat daar nog meer in zit. Maar
als wij het hebben over solide ramen, dan vinden wij dat het
meerdere, waarvan wij niet overtuigd zijn, op dit moment ook
eigenlijk niet zinvol in de motietekst kan worden vervat.
Ik heb begrepen dat al een tijdlang ook bij het college in
discussie is het aanpassen van de zwemtarieven. Het gaat dan
om de jeugdzwemtarieven tot een zodanige situatie dat daar
een extra opbrengst van f 75.000,jaarlijks voor geraamd
kan worden. Wij hebben begrepen dat dat mogelijk al per 1
januari 1994 zou kunnen ingaan. Wij hebben op dat punt ook
een motie, welke luidt als volgt:
165
"De gemeenteraad van Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 16 november 1993,
besluit
het jeugdzwemtarief tot en met 16 jaar zodanig aan te
passen dat een extra opbrengst kan worden geraamd van
jaarlijks f 75.000,met ingang van 1 januari 1994."
(De Voorzitter: Motie nr. 4 maakt deel uit van de beraadsla
gingen
Dan kom ik tot een ander dekkingsvoorstel dat ongetwijfeld
tot discussie zal leiden. Dat gaat over de Buitenschool.
Zonder dat wij daar in detail een hele discussie over willen
opzetten, is het voor ons duidelijk dat de Buitenschool een
heel apart en uniek gegeven is, waarvan wij ons afvragen of
het past binnen het gemeentelijk takenpakket om de Buiten
school ook op de manier te blijven ondersteunen, zoals wij nu
doen. Er speelt iets anders daarnaast nog een rol. Dat zijn
twee argumenten die vanuit de Buitenschool zelf komen. Het
ene is dat er een verkeerde raming in de begroting staat, ik
denk dat het college daar straks nog wel op terug komt,
waardoor wij sowieso al een bedrag van f 110.000,zouden
kunnen inboeken. Het tweede is dat ook de mensen van de
Buitenschool zich aan het oriënteren zijn of het niet moge
lijk is om de school als zodanig in stand te laten, maar
tegelijkertijd afstand te nemen van de financiële relatie die
er op dit moment met de gemeente is. Wij vinden dat een heel
interessante ontwikkeling. Niettemin is het zo dat als je
kijkt vanuit onze eigen politieke visie naar de situatie rond
die Buitenschool en je kijkt welke bedragen wij er in steken,
dan denken wij dat wij er toch over zouden moeten praten met
elkaar of wij dit subsidie aan de Buitenschool niet zouden
moeten afbouwen. Om nu niet te vervallen in overhaaste be
sluitvorming, hebben wij gezegd, laten wij het college vragen
eens aan te geven wat de consequenties zouden zijn, met name
ook voor de schoolpopulatiewaar men terecht zou kunnen, wat
voor type voorziening er nodig zou zijn en elders al zijn,
voordat wij dat definitieve besluit nemen. Wij hebben wel
gezegd, het is op zichzelf redelijk dat het subsidie op de
Buitenschool in de komende jaren wordt afgebouwd. Wat wij
hebben gedaan is het volgende. Wij hebben een motie gemaakt
waar wij voor 1994 een bedrag van f 150.000,hebben inge
boekt, voor 1995 f 200.000,dus f 50.000,meer en dat
bedrag van die f 200.000,hebben wij structureel gemaakt en
voor 1996 en 1997 laten staan. Wij zouden tegelijkertijd het
college willen verzoeken om in de Commissie Onderwijs en
Samenlevingszaken met een discussie te komen over hoe wij nu
verder zouden moeten omgaan met de Buitenschool, waarbij onze
insteek is dat wij serieus denken aan totale afbouw van de
166