die vorige week ook hebben verwoord, dat wij meer zien in probleembestrijding, want problemen kunnen zich in alle groepen voordoen. Als je het op doelgroepen gaat richten, zijn wij toch bang dat andere groepering, waar dezelfde pro blemen kunnen spelen worden uitgesloten. Het tweede punt is dat wij er ook wat moeite mee hebben dat het college al de formaties heeft ingevuld. Wij vinden dat als je de politieke randvoorwaarden formuleert, wat binnen de nieuwe instelling moet werken, dan moet je het daar ook toetsen. Dan moet je de mensen die in het veld de kennis en ervaring hebben de ideeën laten ontwikkelen hoe zij die problemen willen aanpakken. Wij moeten alleen maar toetsen of dat past binnen de door de raad vastgestelde randvoorwaarden. Ik mis ook in de taakomschrijving van de notitie, dat is ook door anderen gezegd, de advies- en informatiefunctie. Het geheel van de notitie ademt een wat curatieve instelling. Wij willen toch benadrukken dat wij het advies- en informatiewerk zeer belangrijk vinden, mede ook gelet de ervaring die wij inmiddels met het Buro Sociaal Raadslieden hebben. Wij zouden dat nog eens extra willen benadrukken, omdat daar een behoor lijke preventieve werking vanuit kan gaan, dat de vangnet constructie misschien voorkomen kan worden in een aantal gevallen, mits voorlichting en advies tijdig gebeurt. Wij zitten ook nog met een klein probleem met betrekking tot de uren van de speeltuinconsulent die bij de Leeuwarder Speeltuincentrale is ondergebracht. Hoe denkt het college dat op te lossen of te integreren in de nieuwe instelling? De heer Bilker (weth.)s Voorzitter, over de nieuwe welzijns- instelling. Het is denk ik belangrijk dat wij na vele rondes van overleg en nader beraad tot dit stuk zijn gekomen, dat nu via besluitvorming in b. en w. aan de raad is voorgelegd. Het gaat in deze notitie en het raadsvoorstel ook duidelijk om de invulling van het bedrag van f 2,9 miljoen. Dat doen wij door aan te geven welke functies de welzijnsinstelling uit zal voeren. De klemtoon ligt op het uitvoerend werk en daar ligt nu een uitwerking van op tafel. Dat betekent dat een aanzien lijk deel van het beschikbare bedrag daar ook voor bestemd is. Daarnaast zijn er natuurlijk ook huisvestingskosten f 4 ton en ook overheadkosten. Het college zegt dat die twee elementen tot het minimum moeten worden beperkt. De huisvestingslasten die de notitie noemt zijn berekend op de huidige kosten, dat wil zeggen de panden van het Maat schappelijk Werk Leeuwarden en de Stichting Jongerenwerk Leeuwarden. Ik moet u zeggen dat het er niet naar uitziet dat 326 er direct een ander pand ter beschikking komt. Dus het ge noemde bedrag is het maximale ten behoeve van de huisvesting, dus ook als eventueel een ander pand aan de horizon zou verschijnen. Mocht het andere pand goedkoper zijn, dan vallen er middelen vrij en die zijn dan te benutten ten behoeve van de activiteiten. Ik heb dat in de commissievergadering van donderdag ook vermeld. Ik wil wel zeggen dat de welzijnsinstelling voortdurend om duidelijkheid heeft gevraagd. Het college heeft niet alleen om die reden daaraan gehoor willen geven, maar ook omdat de gemeente het een en ander door middel van een subsidiecon tract met de instelling dient te regelen, zoals dat ook vastgelegd is in het dereguleringsubsidiebesluit en -beleid van Welzijn. Ik denk dat wij daar ook toe verplicht zijn. Wij hebben het een en ander geregeld vanuit de Algemene Subsidieverordening 1993. De subsidiegever bepaalt daarbij de doelstellingen en de maximale middelen waarop de subsidie ontvanger kan rekenen. De gemeentelijke bemoeienis met de instelling is ook anders geworden, namelijk in plaats van het voorleggen van allerlei deelbesluiten, wordt een verantwoor ding over het totale beleid ineens afgelegd. Ik meld dat omdat dat toch in die motie staat en er ook opmerkingen over zijn geweest van moet je alles wel invullen. De mogelijkheid bestaat dus om binnen budgetten en tussen kostensoorten onderling te schuiven. Dat zal dan weer blijken in de toetsing, de verantwoording, achteraf. In die lijn is dit raadsvoorstel uiteraard uitgewerkt en daarom hier nu ter beoordeling voorgelegd. Bij de welzijnsinstelling bespeur ik nu ook duidelijk dat men graag aan de slag wil. Ook in het laatste gesprek dat ik jongstleden vrijdag had is dat weer gebleken. De welzijnsin stelling gaat nu de invulling van de aangegeven taken en functies op papier zetten. Dat is, dat is ook door u genoemd, de volledige verantwoordelijkheid van de instelling. Alle fracties hebben gesproken over het breed welzijnswerk of -beleid of sociaal beleid, daar wii ik toch wat meer van zeggen. Ik heb de afgelopen dagen al eei paar keer gezegd waar het welzijnsbeleid zich op gaat concentreren. Er is nu gezegd, er zijn zoveel ontwikkelingen en ook ontwikkelingen die elkaar overlappen. Dat is ten eerste de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk. Op initiatief van de gemeente is er één instelling voor kinderopvang gekomen. Wij hebben vorige week de Nota Peuter speelzaalwerk hier behandeld. Dan krijgt tussenschoolse opvang in de geheel ook nog een vervolg waar binnenkort een notitie over komt. Daar zijn wij mee bezig. Het tweede punt is de verslaafdenzorg. Op initiatief van de 327

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 17