naar het advies- en informatiewerk en met name gepleit voor
het werk van Buro Sociaal Raadslieden.
Op bladzijde 5 van de notitie wordt ingegaan op wat de taak
is van het advies- en informatiewerk binnen het maatschappe
lijk werk. Ik heb in de commissie gezegd, en dat wil ik hier
herhalen, dat men dat natuurlijk in het werkplan zelf moet
invullen, dat is niet des gemeentes. Wij geven hier de rand
voorwaarden. Als wij het dan eens zijn met zoals dat hier
geformuleerd staat, wordt dat uitgewerkt en kunnen wij dat
toetsen aan deze randvoorwaarden. Het lijkt mij niet goed om
dat hier in te vullen, maar het wordt als randvoorwaarde
duidelijk meegenomen.
Exact de uren van de speeltuinconsulent is mij niet bekend,
maar ik heb wel gezegd in de commissie dat het in de bijzon
dere projecten zit. Het onderdeel "Het spelend kind", valt
daar onder.
Motie nr. 1 van de PAL/GL-fractie gaat ten eerste over het
woord "vangnet" te verbreden tot een geheel van sociaal maat
schappelijke activiteiten, met name om dat te vervangen door:
activiteiten die zijn gericht op het bevorderen enz.
En het tweede besluit: wijk- en buurtgericht werken toe te
voegen als uit te voeren deeltaak.
Het woord vangnet hebben wij er juist na vele discussies en
een themamiddag in gezet omdat het precies verwoordt waar wij
in de welzijnsinstelling mee willen werken, namelijk dat wij
voor de mensen die over de rand zijn gevallen of dreigen te
vallen, opvang en begeleiding hebben en ten tweede ook voor
diegenen die in het sociaal isolement geraken.
Het tweede besluit is wijk- en buurtgericht werken toe te
voegen als uit te voeren deeltaak. Ik zie daar op zichzelf
niet een groot verschil in met wat wij in de raadsbrief
zeggen, want daar wordt die mogelijkheid niet uitgesloten. Er
wordt gezegd: de taken en de functies die de nieuwe welzijns-
instelling moet uitvoeren kan wijkgericht, kan doelgroepge
richt, dat kan zelfs een aantal wijken en dat kan stedelijk.
Die voorzet in deze motie wilde ik de raad ontraden.
Mevrouw Dijkstra: Ik wilde de voorzitter vragen om een schor
sing om ons over de moties te beraden.
De Voorzitter: De schorsing wordt verleend, ik hoop dat die
kort is.
De Voorzitter schorst om 22.20 uur de vergadering.
330
De Voorzitter heropent om 22.30 uur de vergadering.
De heer Van Olffen: Als de wethouder bereid is een commissie
vergadering uit te schrijven waarin wij een brainstormende
vergadering houden over het begrip sociaal beleid en wat
daarvoor nodig is, denk ik dat er een aantal conclusies die
uit die vergadering zullen komen mede bepalend kunnen zijn om
verder de inhoud gestalte te geven. Als het college daartoe
bereid is, hebben wij op dit moment geen behoefte aan verdere
moties.
De heer Kroes: Voorzitter, aansluitend bij wat de heer Van
Olffen zojuist gezegd heeft, kunnen wij ook leven met dat het
college de motie overneemt met die toezegging. Ik vind dat
die brainstormende vergadering ook op de agenda moet komen,
omdat je op die manier ook beter kunt zien wat er verwacht
wordt en eerst als raad kunt brainstormen over wat precies
sociaal beleid is. Uit de discussie van vanavond blijkt ook
wel dat er nog wel wat verschillen in zitten. Als die brain
stormende vergadering er op korte termijn komt, hebben wij
ook geen behoefte om die motie in stemming te brengen.
Dan wil ik nog op een aantal andere punten reageren.
De wethouder heeft op een aantal zaken waar ik expliciet om
een toezegging heb gevraagd naar de mening van onze fractie
niet bevredigend geantwoord. Ik heb in mijn eerste termijn al
gezegd dat wij dan eventueel nog met twee moties zullen
komen. Die wil ik alsnog indienen. Dat gaat met name om het
onderdeel waarvan wij gezegd hebben dat de notitie te detail
listisch is. Ik wil heel duidelijk stellen dat wij ervan
uitgaan dat in de laatste financiële paragraaf heel duidelijk
staat, dit is het budget voor huisvesting, dit is het budget
voor overhead, dit is het budget voor uitvoering. Dat zijn de
financiële kaders waarvan wij zeggen dat de welzijnsinstel-
lingen rekening mee moeten houden. Waar wij bezwaar tegen
hebben is hoofdstuk 3, waarir functies nog eens benoemd
worden, 12 hulpverleners etc. etc. Dat vinden wij te ver
gaan. De overhead, die genoemd wordt, is wat ons betreft een
maximum, liever minder. De huisvesting is wat ons betreft ook
een maximum, liever minder. Daarom wil ik toch nog een motie
indienen waarin wij dat nog eens heel scherp stellen. Deze
luidt als volgt:
"De raad van de gemeente Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 15, 16 en 17 november 1993,
behandelt
331