De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezegging van
de wethouder.
Punt 19 (bijlage nr. 36).
De Voorzitter: Aan de orde is Vaststelling Programma Infra
structuur 1994/kredietaanvraag voor de uitvoering van civiel
technische werken.
De heer Graving: Mijnheer de voorzitter, bij de financiering
van infrastructurele werken wordt voor een heel groot deel
gebruik gemaakt van de rioolrechten. Met het verminderen van
middelen voor infrastructurele aanpassing, onder andere door
het verminderen van gelden van het rijk voor de stadsvernieu
wing, is de verleiding aanwezig om rioolrechten te benutten
voor financiering. Dat kan in veel gevallen ook een goede
financieringsmogelijkheid bieden. Toch moeten de rioolrechten
niet oneigenlijk gebruikt gaan worden. Het kan voorkomen dat
de riolering ter plekke nog in technisch goede staat is, maar
inmiddels wel afgeschreven is op grond van een theoretisch
afschrijvingstermijn. In een dergelijk geval zou vernieuwing
van de riolering kunnen leiden tot onnodige verhoging van de
rioolrechten. Rioolrechten zullen in de komende jaren toch al
fors moeten stijgen in het kader van het Rioolbeleidsplan en
de investeringen die in de toekomst nodig zullen zijn vanwege
de aangescherpte milieu-eisen voor de lozing op oppervlakte
water. Voor 1994 staan nu investeringen op de rol van
f 2.145.000,voor die infrastructuur en tegelijk nog eens
f 1 miljoen voor het Rioolbeleidsplan, gezamenlijk een vrij
forse verhoging, waar wij overigens inmiddels al toe hebben
besloten via de verhoging van de leges. Maar ik wil er wel
voor waken dat wij in de toekomst niet maar blijven investe
ren via rioolrechten in de infrastructuur als dat niet strikt
nodig is. Daarom wil ik de wethouder vragen of hij wil toe
zeggen dat de inzet van de rioolrechten bij infrastructurele
werken slechts dan zal plaatsvinden als de riolering in een
zodanige staat verkeert dat de riolering ook vernieuwd zou
moeten worden als er geen infrastructurele aanpassingen
noodzakelijk zijn. Dit om de onnodige verhoging van de riool
rechten te voorkomen.
46
De heer Heins: Het gaat over het Programma Infrastructuur.
Er zit niet veel geld meer in de stelpost om te besteden aan
noodzakelijke reconstructies en aanleg van wegen en paden. Er
zijn in de afgelopen jaren veel aanslagen op dit potje ge
pleegd, sommige met onze instemming, ik denk bijvoorbeeld aan
de reconstructie oostelijke rondweg en de rotondes die de
veiligheid aanzienlijk hebben vergroot. Ik denk echter ook
aan de vele miljoenen die zijn vastgelegd voor zaken als de
verdubbeling van de Waldwei, iets waar wij niet achter ston
den en niet achter staan, omdat wij nog steeds van mening
zijn dat dit de automobiliteit alleen maar doet vergroten.
Voor de komende vier jaar is er nog maar f 5,7 miljoen in de
stelpost over om te besteden aan een groot aantal belangrijke
zaken. Met dit weinige geld moet veel gedaan worden, teveel
naar onze mening. Zo is er binnen het programma tot 1998
nauwelijks geld voor de uitvoering van het Verkeersmilieuplan
en helemaal geen geld meer over voor nieuwe f ietsvoorzienin
gen. Geen leuk vooruitzicht voor de nieuwe raad als zij al
die beloftes uit de verkiezingsprogramma's moet waarmaken.
Als je veel wilt en er te weinig geld is, moeten er priori
teiten worden gesteld. Wat wij het meest belangrijk vinden
kan nu opgenomen worden en de andere belangrijke zaken moeten
dan maar even wachten. Eén van de zaken die moet blijven
wachten is de reconstructie van het Vliet. Dat staat er voor
de komende jaren niet meer bij en dat terwijl er grote onvei
ligheid is wat betreft de fietsers en te weinig parkeerplek
ken voor bedrijven en er zelfs op fietsstroken en stoepen
regelmatig wordt geparkeerd. Dan heb ik het nog niet eens
over de problemen die het laden en lossen opleveren. Het is
duidelijk wat de prioriteitskeuze van het college is. Zij
vinden de aanleg van de nieuwe westelijke weg voor het auto
verkeer van en naar het FEC een hogere prioriteit hebben dan
de reconstructie van het Vliet, want dat is iets dat naar
voren is gehaald. Kennelijk is het goed ontsluiten van het
FEC voor de bezoekende automobilist uit Franeker en Harlingen
van groter belang dan het verbeteren van de verkeersveilig
heid op het Vliet en dus van de leefbaarheid in het oostelijk
deel van de schil. De PAL/GL-fractie is het daar niet mee
eens. Vandaar dat wij een motie hebben opgesteld, die luidt
als volgt:
"De raad van de gemeente Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 21 februari 1994,
overweegt
- dat de reconstructie van het Vliet uit oogpunt
van verkeersveiligheid geen verder uitstel kan
lijden;
- dat het verantwoord is de aanleg van de westtan
gent voorlopig uit te stellen tot na 1997;
47