de komende periode mee aan de slag te gaan. Wij kunnen en wij
mogen ons niet neerleggen bij dit soort uitingen van onvrede
en onverdraagzaamheid.
In de derde plaats is na uitvoerige discussie in onze fractie
besloten toch weer opnieuw te streven naar collegedeelname,
omdat hoe je het wendt of keert je dan in ieder geval meer
zekerheid hebt dat delen of onderdelen van je verkiezings
programma kunnen worden uitgevoerd. Daar hebben de kiezers
recht op, trachten te realiseren datgene wat je in de ver
kiezingstijd hebt beloofd.
Daar komt bij dat het CDA een partij is die bestuurs-
verantwoordelijkheid niet uit de weg gaat, die verantwoor
delijkheid wil maar ook kan dragen. Het is geen partij die
bewust kiest voor een oppositierol zoals dat ook wel voor
komt, zelfs al zijn er de mogelijkheden om mee te gaan doen
bij college-onderhandelingen. Dat is denken wij niet wat
kiezers willen.
Na voorgaande conclusies en doelstelling hebben wij ons
ingezet voor collegedeelname, zoals wel is gebleken, met als
uitgangspunt dat te doen met de Partij van de Arbeid in
verband met programmatische overeenkomsten en de goede samen
werking vanuit het verleden èn uiteindelijk D66. Dat uit
eindelijk is niet negatief bedoeld, maar daarmee doel ik op
de manier waarop een en ander tot stand is gekomen, ik wil
daar nu niet over uitwijden.
Dat heeft geleid tot een collegeprogramma zoals dat door de
drie partijen is vastgesteld en waarvan ik hoop dat ook
andere partijen daar op hoofdlijnen mee in kunnen stemmen.
Het is een goed programma geworden, waar de CDA-fractie zich
volledig in kan vinden, mede gelet op de geformuleerde hoofd
prioriteiten in relatie tot het eigen verkiezingsprogramma.
Een programma ook dat realistisch is met betrekking tot
financiële mogelijkheden, een programma op hoofdlijnen.
Kortom, een document dat als fundament kan dienen voor een
succesvolle samenwerking tussen Partij van de Arbeid, CDA en
D66 voor de komende vier jaar.
Ook de portefeuille-indeling is voor ons meer dan acceptabel
en dan verwijs ik opnieuw naar de geformuleerde hoofdpriori
teiten. Tevens is bij de portefeuilleverdeling, conform de
profielschets voor de nieuwe voorzitter van deze raad, aan de
burgemeester ook daadwerkelijk een bepaald beleidsterrein
toebedeeld. Mede gelet op het verminderen van het aantal
wethouders van vijf naar vier is dat op zich een logische
zaak. Wel wil ik geheel terloops opmerken dat wij ook daar
natuurlijk hoge verwachtingen van hebben.
Tot slot, voorzitter, hoe goed het Collegeprogramma ook is,
8
hoe goed de portefeuilleverdeling er ook uit ziet, het blijft
mensenwerk en daarom wil ik besluiten met twee regels van een
in onze kringen bekend lied als bede voor de komende raads
periode: "Zegen ons al goede, neem ons in Uw hoede."
De heer Hoogeveen: Voorzitter, 1994 is een jaar van drie
verkiezingen. Na een periode waarin verschillende bureaus
regelmatig wisselende peilingen aan ons voorlegden, is nu het
moment gekomen van de echte peilingen. De enige echte
peilingen, de verkiezingen voor de gemeenteraden, voor de
Tweede Kamer en voor het Europees Parlement. De verkiezing
van de gemeenteraden zette de toon. Bestaande zekerheden
zoals de meerderheid van Partij van de Arbeid en CDA bleken
niet meer zeker, terwijl de andere partijen winst boekten. Er
is sprake van een keus voor verandering. Deze verandering
kent niet zozeer een politieke richting naar rechts of naar
links. Immers alle partijen hebben gewonnen in procentuele
zin in ieder geval. De verandering is vooral een verandering
in bestuurlijke verhoudingen. Dit duidelijk signaal van de
kiezers leidde voor D66 tot de conclusie dat gestreefd moest
worden naar een afspiegelingscollege. In dat college moesten
ten minste één, maar liever nog twee nieuwe partijen zitting
nemen. Daarnaast wil D66 de verandering van het bestuurlijk
optreden waarborgen door de bestuurlijke vernieuwing meer
zichtbaar te maken.
Voorzitter, na soms stroef verlopen oriënterende besprekingen
zijn uiteindelijk Partij van de Arbeid, CDA en D66 program
matische besprekingen gestart. Voor D66 stond daarbij het
streven naar een sterker economisch draagvlak en een betere
werkgelegenheid centraal, naast het streven naar een meer
duurzaam woon- en leefmilieu. De financiële en organisato
rische mogelijkheden golden daarbij als een harde randvoor
waarde. Het resultaat van de besprekingen tussen de genoemde
partijen is een Collegeprogramma waarin de fractie van D66
zich op hoofdlijnen en ook in details voldoende kan herken
nen. De hoofdprioriteiten werkgelegenheid, milieu en leef
baarheid zien wij als belangrijke opdracht voor het gemeen
tebestuur in de komende periode. Het opnemen van drie rand
voorwaarden in het Collegeprogramma geeft voor ons de over
tuiging weer dat die belangrijke opdracht niet vervuld kan
worden zonder in eigen huis de zaak op orde te hebben. De
noodzaak om te komen tot een beter financieel beheer wordt
breed onderschreven. Met het project Leeuwarden in Stelling
zal hieraan de komende periode gewerkt worden. Dat project
biedt tevens handvat om te komen tot een effectief werkend
ambtelijk apparaat waarin mensen samenwerken aan het gemeen
telijk produkt.
9