Dat begrip "samen" staat ook voorop bij het streven naar een
bestuurlijk vernieuwende werkwijze. De gemeentelijke overheid
als partner en politiek in discussie met zijn burgers zijn
daarbij belangrijke doelen. Op basis van dit Collegeprogramma
wil D66 zich door het dragen van collegeverantwoordelijkheid
graag inzetten om het door de kiezers in haar gestelde ver
trouwen waar te maken.
Mevrouw Van Anaers: Mijnheer de voorzitter, ik hoop dat het
vernieuwde college dat straks benoemd zal worden de komende
jaren op een goede en collegiale wijze zal samenwerken met
alle fracties in de gemeenteraad. Verder spreek ik de hoop
uit dat het college zich, conform de ambities van het Col
legeprogramma, in zal zetten voor een verdere ontwikkeling
van de gemeente Leeuwarden en voor een goede behartiging van
de belangen van de inwoners van onze gemeente.
Ik wil van deze gelegenheid gebruik maken om in het kort even
terug te blikken op de college-onderhandelingen en om in te
gaan op het Collegeprogramma zoals ons dit door dit straks te
benoemen college wordt aangeboden.
Om te beginnen de college-onderhandelingen.
Na de verkiezingsuitslag waren (en zijn) wij van mening dat
de kiezer zich had uitgesproken vóór verandering. Een veran
dering zowel van de samenstelling van het college, als ook
van het beleid zoals dat de laatste jaren is gevoerd. In de
verschillende vergaderingen hebben wij ons ook op dit stand
punt gesteld. In de verschillende vergaderingen zijn wij ook
van dit standpunt uitgegaan. Onze voorkeur ging uit naar een
college waarbij vier partijen elk één wethouder zouden
leveren en waar ook de WD deel van zou uitmaken of naar een
college gevormd door PvdA, D66 en WD.
In de besprekingen bleek echter al ras, voorzitter, dat
andere opties een groter draagvlak hadden. Al redelijk snel
zaten PvdA, CDA en D66 samen aan tafel. Enkele zaken en
argumenten die rondom die vergaderingen hebben gespeeld
hebben mijn verwondering gewekt.
de lijsttrekster van de PvdA die verklaart dat de WD
buiten beeld is, omdat er enkele, haar onwelgevallige
passages, in ons verkiezingsprogramma aan het minimabe
leid worden gewijd.
Hoewel ik nog niet zo lang in de gemeentelijke politiek
actief ben, is mij toch wel bijgebracht dat je in dit soort
situaties kunt zoeken naar ofwel verschillen óf naar overeen
komsten in politieke programma's. Als je eerst zoekt naar
overeenkomsten ga je vervolgens onderhandelen over de ver
schillen. Je kunt echter ook alleen naar de verschillen
10
kijken om zo een motief te hebben om niet verder te hoeven
praten. De PvdA voorzitter heeft voor deze laatste optie
gekozen, het zij zo.
D66 die verklaart dat de WD buiten beeld is omdat wij
de bestuurlijke vernieuwing niet genoeg koesteren.
Het is natuurlijk de vraag hoe bestuurlijk vernieuwend het is
om als tweede keus als enige nieuwe partij aan te schuiven
bij een zittend college dat herhaaldelijk heeft verklaard dat
zij het beleid van de laatste vier jaar niet ter discussie
wilde stellen. Voorlopig wachten wij de concrete resultaten
op het gebied van de bestuurlijke vernieuwing nieuwsgierig
af. Wij hopen wel dat deze vernieuwing een beter lot zal zijn
beschoren dan de concrete speerpunten uit het D66 verkie
zingsprogramma, zoals bijvoorbeeld het behoud van het gym
nasium en de ijshal.
- Het CDA dat moeite heeft met PAL/Groen Links omdat deze
kritiek heeft gehad op het collegebeleid van de laatste
vier jaar.
Wij vinden het vrij logisch dat er in een collegeperiode
kritiek wordt gespuid op beleidsvoornemens van het zittende
college, als die voorstellen daar uiteraard aanleiding toe
geven. Wij vinden het merkwaardig als er wordt gesteld dat
dat niet hoort, of dat dat niet mag.
Het CDA verwacht toch niet een soort van aflaat voor haar
handelen van de laatste vier jaar?
De voorgaande bespiegelingen, voorzitter, houden absoluut
niet in dat de WD-fractie gefrustreerd aan deze nieuwe
zittingsperiode van de gemeenteraad begint. In tegendeel, de
WD-fractie staat klaar voor een nieuwe periode en heeft er
zin in.
Ik kom dan op het Collegeprogramma.
Het vreemde geval doet zich voor dat je eigenlijk zou moeten
verwachten dat het vorige Collegeprogramma onverkort zou zijn
gehandhaafd. Het gevoerde beleid stond immers bij de college
onderhandelingen niet ter discussie. Bij een eerste lezing
blijkt dat er behoorlijke accentverschuivingen hebben plaats
gevonden.
Blijkbaar bestond er toch wel een zekere behoefte aan een
bijstelling van het beleid. Het begrip stedelijke vernieuwing
dat vier jaar geleden nog een hoofdprioriteit was, hebben wij
bijvoorbeeld nergens terug kunnen vinden.
Bij nadere bestudering van het Collegeprogramma zijn ons
enkele zaken opgevallen. Ik wil beginnen met de hoofdpriori—
teiten
Op een bestuurlijk vernieuwende wijze moeten de hoofdpriori
teiten worden ingevuld. Het valt toe te juichen dat een
11