van dorps- en stadsvernieuwing en het wonen boven winkels;
wij kunnen gebruik maken van de woningwacht;
wij kunnen advisering en stimulering vanuit onze eigen ge
meentelijke organisatie doen plaatsvinden, op termijn zou het
wellicht wenselijk zijn dat bekeken wordt of de doorgevoerde
bezuiniging op die dienst op het monumentenbeleid wel zo
handig is geweest;
dan kunnen wij nog een voorkeursbeleid voeren bij de verkoop
van gemeentelijke panden aan diegenen die daadwerkelijk
willen investeren in deze panden;
wij hebben het aanschrijvingsinstrumentarium;
er zijn wellicht mogelijkheden binnen het leerlingwezen van
het Regionaal Bureau Arbeidsvoorziening en
ten slotte het recentelijk geïntroduceerde idee monumenten in
een stichting onder te brengen alhoewel het verschijnsel
stichting in deze niet nieuw is, ik wijs bijvoorbeeld op de
Stichting Stadsherstel en de Stichting Rembrandt.
Door dit hele instrumentarium strategisch aan te wenden moet
het onzes inziens mogelijk zijn om ons historisch karakter te
conserveren.
Tevens hoopt mijn fractie dat wij dit beleid als gemeente
kunnen intensiveren, maar dat wordt, zo schatten wij in, een
zaak van lange adem. In ieder geval stemmen wij in met de
door het college voorgestelde inzet van de rijksmiddelen.
De heer Ten Hoeve: Mijnheer de voorzitter, in de Commissie
Stadsontwikkeling is het Meerjarenprogramma restauratie
behandeld en naar ons gevoel bevredigend behandeld. Ik moet
nog even kwijt - dat las ik toevallig gisteren - dat ik ten
aanzien van de Oldehove een knipsel tegenkwam waarin stond
dat na de restauratie in 1973, die f 2,8 miljoen heeft
gekost, burgemeester Brandsma de woorden sprak: "Daar zijn
wij de eerste halve eeuw vanaf". Dat valt dus een beetje
tegen. Maar in ieder geval was ik blij met de toezegging van
de wethouder dat hij binnenkort in de commissie terugkomt op
de restauratie van de Oldehove en dat het zeker niet de
bedoeling is om die lang op deze manier te laten staan.
De reden waarom ik het woord vraag is een andere toezegging
die de wethouder heeft gedaan. Hij zou ook terugkomen op de
restauratie van de molen aan het Kalverdijkje. Ik wist niet
dat hij dat zo snel en op deze manier zou doen, maar een en
ander is gebeurd. De bedoeling was duidelijk, wij zouden die
molen niet op die plek restaureren, maar er is steeds sprake
geweest van verplaatsing naar de Groene Ster. Ik zou willen
weten of na de recente brand dat plan nog steeds bestaat en
of dat ook nu met wat meer spoed uitgevoerd kan worden.
8
De heer Timmermans (weth. Voorzitter, ik was in de richting
van de heer Bakker voornemens om de heer Brandsma te citeren,
maar dat is nu al gebeurd. Dat is precies de situatie. Ik
kende dat verhaal, in 1973 is inderdaad de toren voor een
gigantisch bedrag gerestaureerd. Wij kunnen als gemeentelijke
organisatie niet ieder jaar die toren even bekijken, want je
komt er niet zo gemakkelijk bij. Wij mochten de veronderstel
ling hebben dat de restauratie gedurende een groot aantal
jaren tot effect zou hebben geleid en dat wij er geen onder
houd meer aan zouden hoeven te doen. Dat is tegengevallen en
daar moeten wij een oplossing voor vinden. Dat wij niet op
stel en sprong het geld bij elkaar hebben kunnen vinden, laat
zich raden omdat wij de beperkte middelen aan andere ook zeer
belangrijke restauraties in feite hadden toegedacht. Het is
duidelijk dat er toch iets moet gebeuren. Van de andere kant
moeten wij nu natuurlijk niet uitstralen of de Oldehove nu op
instorten staat, dat zou mij te ver gaan, maar ik ben het met
de heer Bakker eens dat het eigenlijk doodzonde is dat de
toren er zo bij staat. Ook in combinatie met initiatieven
vanuit de burgerij denk ik dat wij toch moeten zien te berei
ken dat op niet al te lange termijn een concreet voorstel aan
de raad kan worden voorgelegd met betrekking tot de aanpak
van die Oldehove.
Zijn voorstel om een aantal instrumenten, dat wij inderdaad
hebben, te gebruiken en wellicht te verbeteren klinkt mij
sympathiek in de oren, alleen ik denk dat de realiteit
gebiedt mij te zeggen dat wij zowel uit de stadsvernieuwing
alsook uit eigen algemene middelen, in combinatie met het
feit dat het rijk zelf op deze begrotingspost bezuinigt, het
niet reëel is om hier nu uit te gaan stralen dat als wij die
instrumenten maar wat gaan verbeteren het dan wel goed komt,
want zo ligt de situatie niet. Er is sprake van een groeiend
stuwmeer van te restaureren zaken die steeds meer naar voren
worden geschoven. Overigens heeft de huidige minister ten
behoeve van de komende regeringscoalitie een voorstel neer
gelegd om die achterstand in te halen. Ik hoop van ganser
harte dat het rijk die invulling ook gaat geven.
Wat wij kunnen doen, doen wij, maar ik zou er voor willen
waken om de suggestie te wekken dat wij op korte termijn wel
even met elkaar meer geld beschikbaar kunnen stellen voor
deze op zichzelf belangrijke sector.
Dan naar de heer Ten Hoeve.
Mijn toezegging was niet helemaal bedoeld om daar op deze
wijze op terug te komen. Wij hebben inderdaad afgesproken dat
de restauratie van de molen niet aan het Kalverdijkje zou
plaatsvinden, maar dat hij zou worden afgebroken - wat overi
gens vrij gebruikelijk is bij molens - en om hem in te zetten
op een plaats waar hij wel weer kan functioneren als het gaat
9