om de waterhuishouding. Er is inhoudelijk geen aanleiding om te zeggen dat wij daar nu vanaf zien, gelet op de helaas treurige brand. Dus ook dat traject zal voortgang krijgen. Het is in het verleden gekoppeld aan de realisatie van een aantal woningbouwcomplexen langs de Egelantierstraat, ook in het kader van sociale veiligheid is dat voorgezet. Wellicht dat de situatie nu leidt tot een versnelling daarvan, maar dat kan financiële consequenties hebben en ook daar kan ik namens het college nu geen uitspraak over doen, maar daar zullen wij u binnenkort nader over informeren. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 10 tot en met 15 (bijlage nrs. 112, 109, 106, 114, 113 en 107). Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 16 (bijlage nr. 115). De Voorzitter: Aan de orde is Gemeentelijk beleid met be trekking tot wachtgeldverplichtingen en flankerend beleid in verband met de herwaarderingen 1991-1995 en 1992-1996 en de bezuiniging 1993-1997 op het terrein van welzijn en cultuur. Mevrouw De Haan: Mijnheer de voorzitter, ik heb naar aan leiding van deze raadsbrief nog een vraag. Wij zijn het overigens eens met de inhoud van de raadsbrief en het besluit dat het college hierover genomen heeft. De vraag heeft te maken met het feit dat er wellicht andere organisaties zijn in Leeuwarden die vanwege subsidie van de gemeente afhankelijk zijn, die in verband met bezuinigingen ook mensen zullen moeten ontslaan, waar de gemeente voor het wachtgeld staat en voor flankerend beleid. Ik vroeg mij af, of deze regeling die wij nu in de welzijnssector treffen, ook van toepassing wordt verklaard op alle andere organisaties in Leeuwarden die via de bezuinigingen daarmee te maken hebben gekregen. Wij dachten bijvoorbeeld zelf aan het GCO, die naar 10 ons idee niet onder de welzijnsinstellingen valt maar onder de onderwijsinstellingen, die toch met bezuinigingen te maken heeft en wachtgelden en de hele problematiek van flankerend beleid. Als die regeling breder geldt dan alleen Welzijn hebben wij dan in onze begroting voldoende middelen gereser veerd voor eventueel andere organisaties? De heer De Jong (weth.Ik zou de vraag van mevrouw De Haan met een tegenvraag willen beantwoorden. Welke instellingen denkt zij dan aan, zij heeft wel het GCO als voorbeeld ge noemd. Daar heeft de gemeente als zodanig geen financiële wachtgeldverplichtingen aan. Wij hebben het hier over de organisaties van welzijn, volks gezondheid en cultuur. Mevrouw De Haan: Mijn vraag was of er andere organisaties zijn. Ik heb dat ook niet helder voor ogen. Waar wij aan dachten was het GCO. De wethouder zegt nu dat het daar niet voor geldt. Dat bevreemdt mij. Dat was een voorbeeld dat mij te binnen schoot en wij dachten dat er wellicht nog wel meer organisaties zouden zijn. De heer De Jong (weth.): Ik heb begrepen dat voor een deel, althans bij het GCO, dat wel geldt. Ik moet mevrouw De Haan zeggen dat ik het antwoord hierop op dit moment niet paraat heb en dat wij wellicht in een volgende commissie daar nog op terug zullen komen. (Mevrouw De Haan: Ik zit te denken dat wij in de Commissie Bestuur en Middelen te zijner tijd ook nog een verhaal over het flankerend beleid en het sociaal convenant van ons eigen gemeente personeel krijgen. Misschien dat het daarbij aan de orde zou kunnen komen, want in feite is het een vergelijkbare regeling die wij nu voor het welzijn willen. Dus het zou ook via de Commissie Bestuur en Middelen mogen wat mij betreftAls wij het hebben over de organisa ties die genoemd worden naar aanleiding van het raadsvoorstel zoals dat nu voorligt, dan hebben wij het over de instellin gen waarop de CAO Welzijn en Cultuur van toepassing is. De suggestie van mevrouw De Haan om dat ook in de Commissie Bestuur en Middelen mee te nemen, lijkt mij een prima sugges tie. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het 11

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1994 | | pagina 6