schriftelijk deelneemt aan een stemming dat dat blijkt uit het inleveren van de stembrief. Ik heb zelf ook geconstateerd dat er 35 stembrieven zijn, dus iedere wethouder heeft zijn stembrief ingeleverd. Dus u hebt mijns inziens niet de inter pretatievrijheid die u nu neemt. Die constatering wil ik hier neerleggen en dan is er de beroepsmogelijkheid. De Voorzitter: Blijft het punt dat bij geheime stemming de voorzitter niet degene is die zou kunnen uitmaken van welke persoon welke brief afkomstig is. De heer Greving: Het gaat mij er ook niet om deze stemmers boven water te krijgen, maar het gaat mij er om wie hier niet aan de stemming deel had mogen nemen en of deze stemming een wettige stemming is, ja of nee. Dan constateer ik dat de uitslag van de stemming niet in overeenstemming kan zijn met artikel 28 van de nieuwe Gemeentewet. De Voorzitter: Mijn antwoord blijft hetzelfde, dat ook al zou dat zo zijn de waarde van de besluitvorming niet wordt aan getast bij een dergelijke stemverhouding. Wij zitten hier om besluiten te nemen en er is een besluit gevallen. Punt 17 (bijlage nr. 141). Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 18 (bijlage nr. 133). De Voorzitter: Aan de orde is Voorstel tot het geven van een bestemming aan de nalatenschap en de rente-opbrengst daarvan, van wijlen de heer L.S. Bijlenga. De heer Brinks: Voorzitter, de vorige keer toen wij hierover in de raad gesproken hebben, heeft een minderheid van mijn fractie tegen dit voorstel gestemd. Reden daarvoor was dat men zei dat men bang was dat aan de gelden die de heer Bij lenga ons nagelaten heeft een heel algemene bestemming gege ven zou worden. Die angst wordt bevestigd door dit voorstel en daarom zullen zij opnieuw tegenstemmen. 40 Mevrouw Vlietstra (weth. De vorige keer ging het om het aanvaarden van de nalatenschap en niet over de bestemming van de middelen. Toen is wel breedvoerig gediscussieerd over of die middelen ingezet zouden worden voor het herstel van de Oldehove. Daar is toen een motie over ingediend en die is afgewezen. De meerderheid van de raad heeft zich toen ge schaard achter het collegevoorstel dat er een verordening in het leven geroepen zou worden die overigens niet uitsluit dat de middelen, als de raad dat wil, aangewend worden voor dat doel. De formulering zoals die nu gekozen is, sluit daar ook bij aan. Op het moment dat wij vinden dat de opbrengsten van dit fonds, in combinatie met een aantal andere geldstromen, een aantal jaren aangewend moeten worden om de restauratie van de Oldehove mogelijk te maken, kan dat. Juist doordat het zo ruim geformuleerd is, laat het alle mogelijkheden open. Ik vermag niet in te zien wat daar het bezwaar tegen kan zijn. Ik neem er kennis van dat een aantal leden daar tegen is. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met de aantekening dat de dames Visser en de Bruin van de PAL/GL-fractie geacht wil worden te hebben tegengestemd Punt 19 (bijlage nr. 151). De Voorzitter: Aan de orde is Vaststelling van de gecon solideerde jaarrekening (de concernbeleidsrekening)de concernbeheersrekening en de rekeningen van de diensten van de gemeente Leeuwarden over het dienstjaar 1992. De heer Greving: Voorzitter, de voorbereidingstijd voor de raad is wat kort geweest, zeker ook als het gaat om de dienstbegroting van de Dienst Welzijn. Het gaat hier om de vaststelling van de concernbeheersbegroting, de jaarrekening, maar ook de rekening van de diensten van de gemeente Leeuwar den voor het dienstjaar 1992. Afgezien van die korte voor bereidingstijd is het zo dat er ten aanzien van de jaar rekening helaas niet is voldaan aan de wettelijke verplich tingen die er gelden, dat deze stukken via openbare aankon diging gepubliceerd moeten zijn, dat ze ook algemeen ver krijgbaar moeten zijn voor de burgers van deze stad. Dat 41

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1994 | | pagina 21