toezegging ligt dat kritisch gekeken zal gaan worden naar wat
de overheadkosten zijn ofte wel de apparaatskosten van de 78
full-time ambtenarenplaatsen die wegbezuinigd zullen worden.
Wij hebben een kostenverrekening naar het Facilitair Bedrijf
toe per arbeidsplaats. Wanneer die arbeidsplaatsen vervallen
zal dat ook simpelweg boven tafel moeten komen. Dat is bij
met de vorige bezuinigingsoperatie min of meer over het hoofd
gezien. Dat gaat nog altijd om een bedrag van zo'n f 40.000,-
- a 78 arbeidsplaatsen is f 3,2 miljoen. Ik weet ook dat wij
een aantal kapitaallasten hebben waarop wij de zaak enigszins
hebben vastgelegd, maar ik vind dat ten minste de helft
daarvan bij de volgende operatie boven water moet komen. Ik
leg toch maar een claim van ten minste f 1,6 miljoen bij het
college neer van te bezuinigen zaken alleen al als gevolg van
ingezette bezuinigingsoperaties.
Ik heb in de commissie ook twee nieuwe dingen naar voren
gebracht, die wil ik hier toch even in de raad herhalen. Dat
doe ik om het schriftelijk vastgelegd te krijgen, want de
verslagen van de raadsadviescommissies zijn nog altijd be
knopt
Een van mijn voorstellen is om toch doublures in deze raad te
blijven voorkomen. Ik heb vanavond ook weer een aantal keren
opgemerkt dat raadsleden hun verhaal twee keer houden, dus
dat doe ik nu ook maar. Om die reden is het wellicht verstan
dig om hier wat efficiënter te vergaderen en dan toch met
beknopte commissieverslagen te gaan starten. Ik weet best dat
daar een kostenplaatje aan hangt, maar dat zal dan toch
gevonden moeten worden. Ik hoop op dat punt ook wat steun te
vinden bij een aantal andere fracties. Ik heb wat dat betreft
ook wel wat adhesiebetuigingen gekregen, dat men vindt dat
wij toch naar een beknopte verslaglegging van commissiever
gaderingen toe moeten.
Het tweede punt is meer van incidentele aard. Ik wil mij nog
niet vastleggen op de hoogte van het bedrag, maar wij zitten
volgend jaar in een bijzonder jaar, want dan hopen wij de
vijftig jarige bevrijding te gedenken van Duitse overheer
sing, nationaal socialisme met name. Dat betekent dat er in
het kader van het bevrijdingsfeest wat extra festiviteiten
georganiseerd zullen gaan worden. Ik vraag aan het college om
daarvoor incidenteel wat extra ruimte te gaan creëren om daar
ook in Leeuwarden voldoende aandacht aan te besteden.
Mevrouw Vlietstra (weth.): Voorzitter, ik begin bij mevrouw
De Haan. Zij heeft in de commissie de vraag gesteld of deze
Perspectiefnota in de raad behandeld zou moeten worden, omdat
daar nog een aantal onzekerheden in zitten, overigens was zij
56
daar niet de enige. Ik heb in de commissie gezegd dat ook het
college zich die vraag gesteld heeft. Wij erkennen dat daar
een aantal onzekerheden in zitten. Wij hebben er niettemin
voor gekozen om toch het verhaal aan de raad voor te leggen
omdat wij, rekening houdend met de begroting 1995, graag een
uitspraak van de raad over de noodzaak om opnieuw te bezuini
gen willen hebben. In de commissie is die discussie gevoerd
en daar is uiteindelijk geconcludeerd dat een deel van de
commissie toch graag de nota in de raad wilde behandelen.
Vervolgens is door dezelfde commissie besloten om dat ook te
doen.
Mevrouw De Haan stelt terecht dat deze Perspectiefnota een
eerste begin is. Dat was ook wat wij afgesproken hadden. Het
zou een proeve van een perspectiefnota zijn. Dat betekent dat
het accent heel sterk ligt op de financiële perspectieven en
eigenlijk helemaal nog niet op wat er voor de komende jaren
op basis van het Collegeprogramma aan beleidsvoornemens ligt.
Ik heb in de commissie ook gezegd dat wij hopen daar in de
volgende perspectiefnota, die in het voorjaar 1995 zal komen,
een heel stuk verder mee te zijn. Het lijkt mij terecht dat
zaken als algemene beschouwingen daar ook een plek in krij
gen. Een aantal fracties heeft daar ook terecht al naar
verwezen.
Mevrouw De Haan heeft gezegd dat op de actualiteit van de
cijfers het nodige af te dingen zou zijn. Daarmee heeft zij
gewezen op het overzicht van mogelijke risico's en naar het
overzicht van de aandachtspunten. In de commissie is breed
erkend - en ook het college heeft dat gedaan - dat f 6 mil
joen op dit moment het enige harde bedrag is dat wij hebben,
rekening houdend met de echte benoembare mee- en tegen
vallers. Er is bovendien gezegd ook door het college dat wij
verwachten dat f 6 miljoen niet het uiteindelijke bedrag zal
zijn, maar dat het op dit moment niet hard is aan te geven
wat de uitkomsten zijn van de onderliggende stukken. Wij
hebben intussen wel een traject in gang gezet zodat wij begin
september die duidelijkheid wel hopen te hebben, waarbij heel
systematisch gekeken wordt binnen alle diensten wat de uit
eindelijke effecten zijn van zowel de risico's als de aan
dachtspunten. Daarenboven proberen wij ook in die ronde nog
een aantal extra vragen neer te leggen bij de diensten om in
de eerste helft van september echt alle financiële cijfers op
tafel te hebben, want ook pas dan heeft het zin om met de
raad een werkconferentie in te gaan en te kijken hoe ver wij
in de loop van de komende jaren de zaak gezond kunnen maken.
Maar dat het f 6 miljoen moet zijn, daar twijfelt niemand
aan. Dat is het bedrag waar wij in ieder geval binnen de
begroting 1995 ook vanuit gaan.
Dan zegt mevrouw De Haan erbij dat het tegenvalt, ook anderen
hebben dat gezegd, ook gezien de aard van de tegenvallers.
57