middelen. Daar wil ik bij de begroting wel verder over dis cussiëren. Dan kom ik bij mijnheer Hoogeveen. Hij benadrukt nog eens dat nogal wat zaken een gevolg zijn van de gebrekkige interne or ganisatie en dat daarmee het belang van de operatie LIS des te klemmender naar voren komt. Daar sluit ik mij van harte bij aan. Dat betekent dat wij het LIS-traject zeer voort varend verder uit moeten werken, wat mij betreft doen wij dat ook. f 6 miljoen is het minimum zegt de heer Hoogeveen, pas in het najaar hebben wij daar meer inzicht in. Daar ben ik in het kader van de beantwoording van mevrouw De Haan al op in gegaan Mijnheer Brinks heeft ook iets gezegd over de omvang, f 6 miljoen is te weinig. Hij heeft een suggestie gedaan om door te gaan met de jaarlijkse storting van f 1,5 miljoen in de algemene reserve. Dat lijkt mij een punt wij dat ófwel bij de discussie over in welke richting wij de bezuinigingen moeten zoeken ófwel bij de begroting bij de kop kunnen pakken. Ik beschouw dat voorlopig als een suggestie van zijn zijde. Hij heeft iets gezegd over de termijn. Ik heb daar uit af geleid dat hij het eens is met de procedure die wij voorstel len, wel zo snel mogelijk maar vooral ook zorgvuldig. Verder heeft hij iets gezegd over hoe wij dan met de raad samen aan de slag zullen moeten. In de commissie heb ik in ieder geval tegen hem gezegd dat ik vind dat het doel heel helder moet zijn. Hij heeft gezegd dat daar de vorige keer verwarring over was. Of dat vervolgens betekent dat je al die discussies in de openbaarheid moet gaan voeren, daar heb ik mijn twijfels bij moet ik eerlijk zeggen. Ik kan mij heel goed voorstellen dat het verstandig is om in breed gezelschap eerst tegen elkaar aan te praten, hardop te denken, zonder dat je daar meteen als fractie standpunten over inneemt. Ik zou het jammer vinden als de werkconferentie die wij gaan houden meteen het karakter krijgt van standpunten die frac ties daar heel nadrukkelijk in gaan nemen en die dan ook nog eens zichtbaar moeten zijn voor de buitenwereld. Ik zou het veel verstandiger vinden om daar te gaan zitten als raad en te kijken hoe wij zo goed mogelijk richting kunnen geven aan de dekking die gezocht moet gaan worden. Dat laat onverlet dat de fracties daar op enig moment een oordeel over moeten vellen. Mijnheer Jacobse zegt dat het college wat gelaten, passief, gedesillusioneerd reageert. Ik weet niet waar hij dat op baseert. Ik krijg de indruk dat hij dat baseert op het feit dat wij op dit moment voorstellen om f 6 miljoen te bezuini 60 gen en nog niet met voorstellen komen van f 10 of f 12 of nog meer miljoenen. Ik wil hem overigens zeggen dat wij absoluut niet gelaten, passief noch gedesillusioneerd zijn. Het zou ook een beetje raar zijn als je drie maanden een portefeuille hebt en je dan al gedesillusioneerd zou zijn. Ik ben dat in ieder geval niet. Ik ben vast van plan - en ik spreek uiter aard namens het college - om er het nodige verdere werk in te verzetten en te zorgen dat wij de zaak op orde krijgen en niet elke keer met dit soort ellende worden geconfronteerd. Maar misschien praten wij er te rustig over en leidt hij dat daaruit af. In ieder geval deel ik zijn opvatting niet. De heer Jacobse heeft twee moties ingediend. De eerste is dat het minstens f 10 miljoen zou moeten zijn. Ik sluit mij wat dat betreft aan bij een aantal andere geluiden dat het niet verstandig is om op dit moment dat soort bedragen vast te leggen, f 6 miljoen is het zeker, laten wij daar bij de begroting van 1995 maar van uit gaan. Ik heb toegezegd dat wij in de eerste helft van september zullen komen met een beeld van wat het reële bedrag is dat wij in de komende jaren zullen moeten bezuinigen. Op dat moment - dan sluit ik ook even aan bij wat mijnheer Greving daarover gezegd heeft - kunnen wij ook afspraken maken over de omvang die wij willen hanteren als het gaat om het zoeken van bezuinigingsvoorstel len. Als het dan meevalt heb je inderdaad een keuzeruimte. Maar om nu al je vast te leggen op f 10 miljoen lijkt mij niet verstandig. Een soortgelijke opmerking zou ik kunnen maken bij de tweede motie van de heer Jacobse waarbij hij zegt: college kom in november maar met uitgewerkte voorstellen. Morgen hebben wij de begroting in het college, dat zou betekenen dat wij morgen al voorstellen op tafel zouden moeten hebben. Die hebben wij niet. Ik denk ook niet dat wij die in september al hebben en ik denk bovendien niet dat het verstandig is, omdat wij juist harde voorstellen willen hebben en ook voorstellen waarbij de raad zoveel mogelijk wordt betrokken. Dus ook die motie zou ik af willen raden. Dat de heer Jacobse het Collegeprogramma niet onderschrijft, daar kan ik mij iets bij voorstellen. Ik zou hem kunnen aanradendat wel te doen, maar zover zal ik niet gaan. Hij zegt dat alles ter discussie zou moeten staan. Ik denk dat wij wat dat betreft niet zo vreselijk veel van mening verschillen, behalve dan dat wij gezegd hebben dat wij de prioriteiten in het Collegeprogramma zoveel mogelijk willen ontzien, overigens staat alles te discussie. Daarmee is niet gezegd dat je daar absoluut niet aan mag komen, maar er zit wel een hele duidelijke volgorde in. De heer Jacobse is tegen het inzetten van het eigen vermogen. Die discussie komt wel terug. Vervolgens verwijst hij naar een heleboel ambtelijke notities 61

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1994 | | pagina 31