De heer Timmermans (weth.Voorzitter, ik ben blijkbaar in
de richting van de heer Brinks voor wat betreft die bouw niet
helemaal duidelijk geweest. Bij het ontwikkelen van dit soort
projecten heb je qua aantallen woningen een soort kritische
massa. Een voldoende hoeveelheid woningen moet worden gebouwd
om het totale project uit te kunnen voeren. Aanvankelijk is
er rekening gehouden met de dertig woningen op deze lokatie
plus een aantal in Westeinde plus een aantal in Cammingha-
buren. Die totaliteit van woningen maakt het financieel
aantrekkelijk om ze te bouwen. Valt er een stuk weg, dan
wordt het aantal woningen te klein, wordt de omslag per
woning te duur en dan gaat het hele project niet door. Dat
heb ik bedoeld met een bouwstroom.
Waarom niet drie maanden uitstellen? Omdat dat het risico
zou inhouden dat het project over drie maanden in zijn tota
liteit door de benen gaat, nog afgezien van de subsidies,
contingenten en dergelijke waar wij ieder jaar weer aan
bepaalde termijnen zijn gebonden.
De heer Brinks heeft nog gevraagd naar het verzoek van de
wijk met betrekking tot het onderzoek naar de vraag welke
speelvoorzieningen er zijn en welke speelvoorzieningen er
worden gevraagd. Ik heb er al op gewezen dat als hij het
heeft over wijkplannen dit wellicht een onderdeel zou kunnen
zijn van het Groenbeheersplan waar ook per wijk afspraken
worden gemaakt over hoe je daarmee omgaat, het omzetten van
bepaalde stukken groen naar een meer beheersmatige vorm en
dergelijke. Ik stel mij voor dat als dat aan de orde is het
daar wellicht meegenomen zou kunnen worden. Het is in ieder
geval een punt dat meegenomen zou kunnen worden in het jaar
lijkse activiteitenplan wat met de wijk zal worden besproken,
daar kan het worden ingebracht en dan krijgt het zijn inbed
ding in de normale werkwijzen.
Dan resteert nog de opmerking van de heer De Jong die vast
stelt dat er juist behoefte is aan een groot terrein. Ook dan
ontstaat de discussie hoe groot moet een groot terrein zijn.
Daar verschillen wij van mening over.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.met de aantekening PAL/GL- en de NLP-
fractie en de heren Biemans, Krol en De Vries van de CDA-
fractie geacht willen worden te hebben tegengestemd.
19
Punt 8 (bijlage nr. 160).
De Voorzitter: Aan de orde is Voorbereidingsbesluit ex ar
tikel 21 van de Wet op de ruimtelijke ordening voor een
terrein ten noorden van het Zevenblad en ten oosten van de
Holwortel te Leeuwarden.
De heer Bakker: Bij de behandeling van dit voorstel in de
commissie heb ik aan de wethouder gevraagd of hij zou kunnen
bevorderen dat er op het terrein in ieder geval een voldoende
groot speelveldje voor in dit geval de wat jongere jeugd
ingeruimd zou kunnen worden. Het speelveldje mag ook iets
buiten het plangebied liggen, dat maakt ons niet zoveel uit.
Wij denken dat als dit terrein helemaal volgebouwd wordt met
seniorenwoningen, dat aspect in het gedrang komt, terwijl het
heel goed mogelijk is om dit in te passen. Wij hopen indien
het college dat wil bevorderen, dat dit veldje dan ook verder
in de plannen meegenomen wordt.
De heer Timmermans (weth.Voorzitter, die opmerking is
inderdaad gemaakt, ik was die even kwijt, maar ongetwijfeld
zal die ambtelijk nog wel bestaan. Het voornemen is dat het
bouwplan zelve nog aan de commissie zal worden voorgelegd. Ik
denk dat wij dat punt daar kunnen bespreken.
De heer Bakker: Ik vind dit niet helemaal voldoende. Ik zou
graag willen dat het college nu zegt dat zij dit op de een of
andere manier in het plan zal verweven, want als het plan
eenmaal voorligt is er natuurlijk geen veranderen meer aan.
Ik heb hier ook een motie over, maar volgens mij gaat dat wat
erg ver.
De heer Timmermans (weth.): Ik denk dan toch dat die motie
maar ingediend moet worden, want ik doe die toezegging namens
het college niet. Ik denk dat wij onvoldoende argumenten
hebben over de consequenties van een en ander. De vraagstel
ling is helder, het is zeker niet zo dat het hele terrein per
definitie van begin tot eind, van de bovengrens tot de onder
grens, zal worden volgebouwd. De consequenties van een en
ander en de lokatie van een en ander wil ik best met de heer
Bakker over praten en daar kunnen wij over praten in de
commissie, maar om hier nu een toezegging te doen, dat lijkt
mij niet goed.
20