De heer Bakker: De motie luidt als volgt:
"De raad in vergadering bijeen op 12 september 1994;
overwegende dat:
- het wenselijk is dat in een wijk een goede sprei
ding van speelvoorzieningen bestaat;
dat deze spreiding van een zodanige aard is dat
met name de ietwat jongere jeugd deze speelvoor
zieningen op een niet al te grote afstand van de
woning vindt;
dat het volbouwen van het terrein Holwortel/
Zevenblad dit uitgangspunt onder druk zet;
besluit:
het college op te dragen er voor zorg te dragen dat de
planontwikkeling ter plaatse op een zodanige wijze
plaats vindt dat een speelvoorziening, zoals in de over
weging bedoeld, binnen het bedoelde plangebied of in
directe aansluiting daarmee gewaarborgd blijft;
en gaat over tot de orde van de dag."
De Voorzitter: Aangezien de beraadslaging over de inhoud van
de motie al heeft plaatsgevonden en de wethouder namens het
college een duidelijke stellingname heeft ingenomen, stel ik
derhalve voor deze motie onmiddellijk in stemming te brengen.
De motie van de heer Bakker van de D66-fractie, mede-onder
tekend door mevrouw Inberg van de D66-fractie wordt verworpen
met 5 tegen 30 stemmen. Voor stemden de leden van de D66-
fractie met uitzondering van de wethouder.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over punt 8.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.
Punt 9, 10 en 11 (bijlage nrs. 153, 171 en 161).
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de
voorstellen van b. en w.
21
Punt 12 (bijlage nr. 154).
De Voorzitter: Aan de orde is Vaststelling van het ontwerp
Woningmarktplan 1995-2000 van het Stadsgewest Leeuwarden en
van het ontwerp Regionaal Volkshuisvestingsplan van de Regio
Noord-Friesland.
Mevrouw Van Ulzen: Voorzitter, het is een positieve zaak dat
er in samenwerking met andere gemeenten afspraken gemaakt
kunnen worden over de woningbouw, dat is wel eens anders
geweest. Wat bij lezing van de plannen echter opvalt, is dat
er sprake is van een overlap. In het regionale plan wordt in
feite hetzelfde geregeld als in het plan van het Stadsgewest.
Hoe kan dat nou? Kan de wethouder aangeven wat de meerwaarde
is van het stadsgewestplan ten opzichte van het regionale
plan? Als ik heel eerlijk ben, zie ik niet wat sowieso het
verschil tussen het volkshuisvestingsplan en het woning
marktplanDe relatie van beide plannen met het gemeentelijk
woningmarktplan wordt door ons onderschreven. De koppeling
komt een beetje kunstmatig over. Het staat ons bij dat er al
eerder gesprekken met de marktpartij over dit plan zijn
gehouden, waarom moet dit dan weer opnieuw? Is er inmiddels
zoveel tijd verstreken dat de gegevens uit de eerste gesprek
ken verouderd zijn? Uit de bovengemeentelijke plannen blijkt
in feite alleen wat de produktie van onze gemeente moet zijn.
Daarbij worden wat vage lokatie-aanduidingen gegeven, aan het
water en in het bos. Het gemeentelijk woningmarktplan had al
verder kunnen zijn, er had niet op andere plannen gewacht
hoeven te worden. Door de vertraging moet er nu klaarblij
kelijk dubbel werk worden gedaan.
Ten slotte wordt er in het voorstel aangekondigd dat er in
het gemeentelijk woningmarktplan een extra bouwtaakstelling
zal worden opgenomen ten opzichte van de bouwcijfers zoals
die in de nu voorliggende plannen worden aangehouden. Dat
vinden wij natuurlijk prachtig, elke koopwoning die er ge
bouwd wordt is er één. Maar laten wij wel wezen, wij plukken
nu als stad de wrange vruchten van het eenzijdig bouwbeleid
van de laatste dertig jaar. Een eenzijdige sociale bevol
kingsopbouw met een zwakke structuur en de grote stadsver-
nieuwingsopgaaf in de naoorlogse wijken. Ik begrijp best dat
er wat gemord wordt, maar zo liggen de feiten natuurlijk wel.
Wij vragen ons echter wel af hoe reëel deze extra woningen
zijn. Als gekeken wordt naar het bouwtempo van de laatste
jaren dan is een getal van 450 woningen aan de optimistische
kant. Denkt de heer Timmermans nu echt dat dit tempo de
komende jaren ook daadwerkelijk gehaald zal worden? Ik vrees
dat hij "ja" zegt omdat hij natuurlijk toch wel optimistisch
22