moet blijven. Maar als hij in zijn hart kijkt denk ik dat hij
het met mij eens is dat het moeilijk wordt. Is deze ophoging
van de taakstelling wel met de partners in het stadsgewest en
de regio besproken? Bij die basislijsten wordt namelijk al
van het aantal van 450 woningen uitgegaan.
De basislijst woningbouwprogramma.
Dit punt heeft veel te maken met het vorige punt. Als het
goed is zijn de planningslij sten een concrete vertaling van
het beleid zoals dat in verschillende plannen wordt verwoord.
Beleidsmatig staan er in het voorstel zaken die al verschil
lende malen zijn genoemd: geen nieuwbouw voor jongeren,
streven naar gedifferentieerde bevolkingsopbouw in de wijken,
streven naar laagbouw in de koopsector omdat hier de vraag
het grootst is. Wij onderschrijven deze uitgangspunten.
Bij de vertaling van het beleid naar de lokaties en bij de
cijfers van de gerealiseerde woningen komt echter een heel
ander beeld naar voren. Een beeld dat meer overeen komt met
het beeld dat de woningzoekende in Leeuwarden van dit moment
van het beleid in zijn of haar stad heeft. Het feitelijke
beeld bestaat uit een ineenzakking van de woningproduktie in
de laatste jaren en een eenzijdig aanbod van lokaties, met
name in de koop. Afgezien van de dorpen is er gedurende de
looptijd van Camminghaburen op slechts enkele plaatsen in de
stad bouwgrond in de vrije sector laagbouw aangeboden. Mij
schiet eigenlijk alleen het plan Zonneweide in gedachte. Er
zijn wel koopwoningen op andere plaatsen gerealiseerd, maar
dan ging het altijd om grote projecten waarbij geen ruimte
was voor de individuele kopers en daar zit juist de vraag
onzes inziens, want het zijn de individuele kopers die nu de
stad verlaten of hier niet iets kunnen vinden. Ik denk in dit
opzicht maar even aan de commissaris, want ik vind het altijd
nog vreselijk jammer dat hij niet besloten heeft om in
Leeuwarden te gaan wonen.
Wij hebben bij eerdere gelegenheden onze zorg uitgesproken
over het ontbreken van lokaties voor koopwoningen en het feit
dat er thans een gat van enkele jaren valt in de produktie
van het type woningen dat ik net noemde, doordat de uitgifte
van de verschillende plannen niet op elkaar aansluit. Kom nu
straks niet weer met Goutum, want daar heb ik echt wel een
antwoord op.
Nu wij in één vergadering bij twee verschillende agendapunten
de woningbouw in brede zin behandelen, het beleid tot 2010 en
de plannen van het volgend jaar, moet het ons van het hart
dat er in onze gemeente misschien wel wat teveel aandacht aan
de planning en wat de weinig aandacht aan de realisatie wordt
besteed. Op papier maken wij ons druk over het ophogen van de
produktie tot 450 woningen per jaar, terwijl in de praktijk
de cijfers aan het teruglopen zijn en de beleidsaanbevelingen
23
niet in een concreet aanbod van lokaties bepaald kunnen
worden. Wij zijn van mening dat er meer energie zou moeten
worden gestoken in het realiseren van kleinere lokaties waar
individueel grond kan worden uitgegeven. Het aantal ge
stapelde bouw in de lokaties voor volgend jaar vinden wij te
groot. Wat ons betreft mag er met de vele beleidsplannen en
het gewillige papier wel, om met de heer Kok te spreken, een
tandje lager worden geschakeld, als er dan maar meer energie
in het daadwerkelijk ontwikkelen van lokaties wordt gestoken.
Denkt men nog wel eens aan de mogelijkheid - hoe raar het ook
is, daar ben ik mij ook wel van bewust - om toch maar weer
eens een gedeelte van de lokatie Wiardabourren in beeld te
brengen?
De heer Janssen: Mijnheer de voorzitter, het valt mij op dat
mevrouw Van Ulzen in de vakantie tijd heeft gehad om beide
plannen nog eens goed te lezen, want in de commissie heb ik
dit hele verhaal gemist. Ze begon op een optimistische manier
en daar wou ik mij aansluiten, namelijk dat het toch heel
bijzonder is dat hier twee plannen voorliggen die inter
gemeentelijk tot stand zijn gekomen. Dat wil zeggen dat er
binnen gemeenten afspraken zijn gemaakt over verdeling van
budgetten en verdeling van aantallen. Dat is niet eenvoudig.
In de raadsbrief staat een beetje verholen dat het zelfs
uniek in Nederland is dat dat type afspraken over de regio
nale woningbouw tot stand komt. Als dat zo is, dan adviseer
ik het college om de produkten naar overheidsbladen als
Binnenlands Bestuur en het blad van de VNG te sturen, want
dan mogen wij daar ook wel mee naar buiten treden.
Maar het gaat er hier om waardering uit te spreken voor
degenen die bij de voorbereiding van deze plannen betrokken
zijn geweest.
Eén kleine opmerking wilde ik namens mijn fractie nog maken,
dat betreft de bovengrens die in de plannen wordt aangehouden
waar het goedkope huurwoningen betreft van f 600,De vraag
is of het niet verstandig is om die bovengrens in de tijd mee
te laten groeien met de jaarlijkse huurverhogingen.
De heer Timmermans (weth.Voorzitter, zowel mevrouw Van
Ulzen als de heer Janssen hebben aangegeven dat de waarde van
de plannen zoals die hier voorliggen vooral gevonden kan
worden in het feit dat wij voor het eerst in staat zijn
geweest om afspraken te maken over zoiets lastigs als de
verdeling van de woningbouw en dan niet alleen als het gaat
om de verdeling van de rijkscenten in de sfeer van subsidies,
maar ook als het gaat om de verdeling van de marktsector, al
24