pleit voor dat hele verbeteringstraject van de financiële administratie. Daar wordt nu in het kader van LIS hard aan gewerkt. Wij vinden dus het feit dat de rekening nu positief uitkomt niet mag betekenen dat dat traject niet met even harde kracht wordt voortgezet. Wat ons betreft met voort varendheid binnen LIS aan de verbetering van onze financiële administratie werken. Tegelijkertijd zou ik willen opmerken dat ook in LIS-verband aandacht besteed moet worden aan de opmerkingen die door de accountant in zijn rapport zijn neergelegd, omdat ik denk dat dat nu juist opmerkingen zijn die in dat kader uitgewerkt zullen moeten worden. Er is in de commissie al een suggestie gedaan door de heer Greving, geloof ik, om het in het kader van de commissie voor de rekening, waar wij binnenkort over gaan praten, aan de orde te stellen. Ik heb gezegd dat je misschien ook zou kunnen denken aan de commissie die vanuit de raad het hele LIS-project mee adviseert en mee de voort gang bewaakt. Ik denk dat dat een discussie is waar wij vanavond niet uit hoeven te komen. Maar ik vind wel van belang om op te merken dat de opmerkingen die door de ac countant zijn gemaakt uiterst serieus genomen worden en dat er ook in het kader van dat verbeteringstraject iets mee gebeurt Voor de rest is het goed om namens onze fractie uit te spre ken dat wij vinden dat de financiële situatie zeker naar de toekomst toe nog niet zo positief is en dat wij er voorstan der van zijn om het terughoudende teruggavebeleid, zoals wij dat de laatste tijd eigenlijk voortdurend hebben gehad, heel hard vast te houden. De heer Brok: Voorzitter, na de uitvoerige behandeling in de Commissie Bestuur en Middelen van de rekening over het dienstjaar 1993 zijn er bij mij nog twee vragen overgebleven. De eerste vraag betreft de functiewaardering. In de commissie heb ik daar reeds vragen over gesteld. Helaas was de moge lijkheid er niet om daar uitvoeriger op mijn opmerkingen in te gaan, mede gezien het feit dat er op het moment van de commissievergadering in het postvakje een Informatief lag waarin uitvoeriger werd ingegaan op de functiewaardering. Mede daarom ben ik in tweede termijn hierop niet terug gekomen. Echter de kernvraag die ik met betrekking tot de functiewaardering stelde is ook na het lezen van Informatief blijven staan. Daarom stel ik hem hier nogmaals. Reeds vorig jaar juli is het sociaal convenant afgesloten met de gezamenlijke vakbonden. Is het niet jammer dat pas nu de functies opnieuw worden gewaardeerd, terwijl men daar vorig 45 jaar al mee had kunnen beginnen? Als wij het afgelopen jaar hiervoor hadden gebruikt en als niet pas kort geleden de managers geschoold waren in het opstellen van organieke functiebeschrijvingen, dan hadden wij kunnen voorkomen dat wij in de begroting van 1995 te maken kregen met een inciden teel risico met maximaal f 3 miljoen en een structureel risico van maximaal f 625.000,Ik besef dat het hierbij gaat om een achterstand in de functiewaardering tot 1990 en dat wij dat risico voor een groot deel al liepen, maar het had geringer kunnen zijn als tijdiger was ingespeeld op al gemaakte afspraken. Mijn tweede vraag betreft de correctie wegens afrekeningsver- schillen tussen debiteuren en crediteuren van de diensten onderling van f 906.000,Ik heb begrepen dat ten opzichte van 1992 nu alles weer in evenwicht is. Betekent dat ook dat wij over 1994 geen negatieve dan wel positieve afrekenings- verschillen meer hoeven te verwachten? Als wij het verschil tussen de laatste Marap, die wij in dit jaar nog moeten gaan behandelen, en de uiteindelijke rekening van 1994 zo klein mogelijk willen laten zijn, dan wel positief dan wel nega tief, dienen afrekeningsverschillen achterwege te blijven. Voorts kan ik mij voor een groot deel aansluiten bij het betoog dat mevrouw De Haan heeft gehouden, vooral met betrek king tot de waardering die is uitgesproken. Blijft nog één klein vraagje liggen, die heb ik ook in de commissie op dezelfde manier gesteld, toch had ik daar graag antwoord op gekregen. Dat is die 33 ha die nog steeds weg zijn, misschien kan de wethouder daar nu wel een antwoord op geven. De heer Hoogeveen: Voorzitter, ik was eigenlijk niet van plan het woord te voeren, maar nu mijnheer Brok toch weer over die 33 ha begint, heb ik toch even de behoefte om daar nog wat van te zeggen, ik heb dat ook in de commissie gedaan. Hij denkt dat daar rekeningscijfers met elkaar vergeleken worden. Dat is niet het geval, het is een verschil tussen begrote cijfers van 1993 en rekeningscijfers van 1993. Wij hebben de begroting niet gerealiseerd op het gebied van de oppervlakte van onze gemeente, wij hebben kennelijk niet voldoende land jepik gespeeld en dat is maar goed ook. Als dingen al in de commissie zijn behandeld is het ook goed om daar op te wijzen, want ik vind het altijd zo jammer als discussies in de raad herhaald worden. Eén ding wil ik, wat ik in de commissie heb gedaan, wel herhalen, dat heeft me vrouw De Haan ook terecht gedaan. Zij heeft haar waardering uitgesproken voor iedereen die aan deze rekening en ook aan 46

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1994 | | pagina 24