dit moment begrijpelijk. Aan de andere kant onbegrijpelijk
omdat de nieuwe instelling nadrukkelijk het jongerenwerk in
haar takenpakket heeft of moet hebben. Ik erken daarbij dat
er een bezuiniging is toegepast van f 1,5 miljoen.
Voorzitter, berichten zoals in de Leeuwarder Courant van
afgelopen zaterdag, waar de vrees werd geuit dat het aantal
verslaafden zou toenemen door sluiting van jongerencentra,
maken onze fractie behoorlijk bezorgd. Bezorgd om de toekomst
van een grote groep jongeren. Daarom twee vragen.
Kan het college, en dan meer specifiek de wethouder Welzijn,
die bezorgdheid wegnemen en kan de wethouder meedelen wat het
afgesloten subsidiecontract tussen gemeente en nieuwe wel-
zijnsinstelling nu concreet betekent op korte en langere
termijn voor het jeugd- en jongerenwerk?
Dan twee opmerkingen.
De eerste opmerking is richting de PAL/GL-fractie.
Toen CDA, PvdA, WD en NLP trachten in de beruchte commis
sievergadering ietwat meer ruimte te creëren voor het jonge
renwerk, was PAL/GL tegen.
Ten tweede, ik steun volledig de reactie van wethouder De
Jong met betrekking tot de uitgereikte prijs.
Mevrouw De Haan: Voorzitter, het vragenhalfuurtje was onder
meer bedoeld om actuele politieke zaken snel onder de aan
dacht en op de politieke agenda te krijgen. Het zal u niet
verbazen dat wij dit actuele punt, waar de jongeren hiervoor
gekomen zijn, aangrijpen om wat over te zeggen.
De jongeren lieten ons afgelopen zaterdag en vanavond weer
weten het niet te accepteren dat allerhande activiteiten die
tot voor kort georganiseerd werden door SJL, het jongeren
werk, op dit moment stil liggen. De deur op het Zuidvliet zit
op slot, jongeren die daar terecht konden staan op straat,
jongerenwerkers zitten thuis. De nieuwe welzijnsinstelling,
het HWL, die van de gemeente de verantwoordelijkheid en de
middelen heeft gekregen om de hulpverlening aan jongeren met
problemen gestalte te geven, is nog niet zover dat zij helder
kan aangeven op welke manier zij dat zal oppakken. Ik hoef
hier in deze raadzaal niet uit te leggen hoe dat allemaal zo
gekomen is. Wij hebben als raad besloten op het welzijnswerk
te bezuinigen en hebben daarmee de fusie van drie instellin
gen in gang gezet. Wij zijn daar verantwoordelijk voor en
zullen voor die verantwoordelijkheid ook niet weglopen. Wij
hebben met lede ogen en verontwaardiging soms ook het hele
fusieproces meegemaakt. Maar wij moeten nu constateren dat
wij door allerlei bestuurlijke onmacht er niet in geslaagd
zijn te voorkomen dat er een situatie is ontstaan waarvan de
jongeren de dupe worden. Ik bedoel met "wij" niet alleen de
4
gemeente, maar ook de besturen van de instellingen. Voor die
verantwoordelijkheid wensen wij ook vanavond niet weg te
lopen. Wat dat betreft hebben de jongeren ons de afgelopen
zaterdag en nu ook met de neus op de harde feiten gedrukt.
Het jongerenwerk werkte de afgelopen twee maanden alleen al
met 467 jongeren, 67 daarvan zaten in een hulpverlenings
traject. Dat betekent dagelijks zorg en aandacht om te voor
komen dat zij verder afzakken en afglijden. Meisjes van 15 a
16 jaar die moeder werden, werden in groepen opgevangen,
allochtone meisjes verstrikt in twee culturen idem dito en
voor jongeren die in wijken door hun gedrag overlast veroor
zaakten werden met veel energie en samen met allerlei andere
instellingen projecten gestart die nu juist vruchten beginnen
af te leveren. Ik ben ongetwijfeld niet volledig, maar dit
alles ligt stil en er lijkt niet gedacht aan een verantwoorde
overgangsmaatregel. Ook voor ons is dat een onverteerbare
gedachte.
Mijnheer de voorzitter, volgende week wordt in de commissie
gesproken over het beleidsplan. Wij praten dan over de uit
voering van het Collegeprogramma waarin heldere prioriteiten
geformuleerd zijn. Wat ons betreft past het niet in deze
gemeentelijke prioriteiten om te berusten in een situatie
waarbij jongeren in de kou staan. Wat ons betreft zou de
geloofwaardigheid ten aanzien van dat gemeentelijk beleid in
het geding zijn als wij daar nu niets aan zouden doen. Dat
willen wij niet voor onze verantwoordelijkheid nemen.
Mijn concrete vraag aan de wethouder is of hij bereid is
actie te ondernemen met de uitdrukkelijke intentie niet
alleen voor de lange termijn, maar juist ook voor de korte
termijn te komen met een verantwoorde oplossing voor dit
probleem, al is het maar een tijdelijke overgangsregeling.
De heer De Jong (weth.): Voorzitter, er is inderdaad de
afgelopen maanden en weken heel veel gezegd over het jonge
renwerk. Ik heb daar vorige week in de Commissie Economische
en Sociale Zaken ook nog iets van geproefd.
Laat ik beginnen met de volgende opmerking en dan neem ik de
beide vraagstellers, als u mij dat permitteert, in mijn
beantwoording in één keer mee.
Vaak is de suggestie gewekt alsof dit het einde van het
jongerenwerk is. Ik hecht er zeer aan om nog eens vast te
stellen dat wij uiteindelijk na gemeentelijke interventie
toegekomen zijn aan 4% formatieplaatsen voor het jongeren
werk, die over zullen gaan naar het HWL plus 0,8 formatie
plaats voor de administratieve ondersteuning. Dat is een feit
dat niet te loochenen valt, ik leg dat nog eens in uw midden
5