gelijkwaardig aan Leeuwarden dienen te zijn;
te bepalen dat de gegevens bij de behandeling van de
Voorjaarsnota gereed dienen te zijn."
(De Voorzitter: Dit is motie nr. 2 van de NLP-fractie.
Beide moties maken deel uit van de beraadslagingen.)
De heer Graving: Mijnheer de voorzitter, bij deze algemene
beschouwingen wordt het totale te voeren beleid voor 1995
tezamen met de begroting tegen het licht gehouden. Het
college komt met haar plannen om op basis van het College
programma beleid voor te stellen. Het is de eerste begro
ting voor deze zittingsperiode van de raad. De GPV/RPF/SGP-
fractie had verwacht, dat daar waar het Collegeprogramma om
concretisering vroeg, die nu geboden zou gaan worden; maar
daarin zijn wij teleurgesteld. Als de voorgestelde hoofd
lijnen van beleid de basis moeten vormen voor een te slui
ten contract met het ambtelijk management van de gemeente,
dan is het veel te vaag en te weinig concreet.
De Hoofdlijnen 1995-1998 vormen een wat wollig verhaal over
een weerbarstige materie. Voor diegene onder ons die uit
gaan van een maakbare samenleving is het verhaal niet
minder teleurstellend.
De GPV/RPF/SGP-fractie gaat niet uit van een maakbare
samenleving met zelfbeschikkingsrecht voor het individu of
van het beginsel van de volstrekte volkssoevereiniteit,
maar weet zich onderworpen aan de normering die God aan
heel de Schepping heeft opgelegd. De overheid staat in
dienst van God en bekleedt haar ambt in opdracht van God.
Alleen in die weg ziet mijn fractie ook perspectief voor de
toekomst. In biddend opzien tot God of Hij ons werk wil
zegenen.
Dan komen talrijke vraagstellingen waarvoor wij worden
geplaatst in een geheel ander daglicht te staan.
Dan is de verruiming van de winkelsluiting met openstelling
op de zondag geen vraag meer. Die wijzen wij af, omdat het
werk op de zondag beperkt dient te blijven tot de noodzake
lijke en onvermijdbare werkzaamheden en er ruimte moet
blijven voor de kerkgang.
Dan krijgt onze milieuzorg een diepere zin; niet alleen het
conserveren van de natuur voor onze nakomelingen, maar
tegelijk het als rentmeester omgaan met de schepping die
ons in bruikleen is gegeven.
Dan is ons financieel beleid ook doortrokken van het rent
meesterschap, dat rechtvaardige lastenverdeling voorstaat
voor alle burgers en de middelen inzet voor een beleid dat
bescherming biedt aan de zwakkeren in de samenleving.
Dan is ook ons streven naar verruiming van de werkgelegen
66
heid niet een doel in zichzelf, maar biedt het ontplooi
ingsmogelijkheden aan iedere burger om de talenten en gaven
die hij of zij van God gekregen heeft optimaal in de zetten
tot eer van de Schepper en ten dienste van de naaste in de
samenleving.
Vanuit die extra dimensie het raadswerk te mogen doen geeft
diepgang en perspectief aan dit werk.
In de Hoofdlijnen 1995-1998 is op tal van onderdelen terug
te vinden, dat wij ons beleid willen formuleren en uitvoe
ren vanuit een diepere zingeving. Op een groot aantal
beleidsterreinen blijkt ook dat wij, al is het vanuit
verschillende geloofsovertuiging of levensovertuiging, tot
een gezamenlijk beleid komen. Van de zijde van de
GPV/RPF/SGP-fractie mag u verwachten, dat een constructieve
bijdrage wordt geleverd aan het ontwikkelen van beleid voor
de toekomst, waarbij wordt gestreefd naar een zo groot
mogelijke consensus.
De positie van Leeuwarden in provinciaal, nationaal en
internationaal verband vraagt om een voortdurende herbezin
ning. Het besturen van een gemeente of provincie vraagt om
een juiste schaalgrootte om de verschillende taken goed te
kunnen uitvoeren en het gewenste voorzieningenniveau op
peil te houden. Voor een gemeente als Leeuwarden, die als
regionaal knooppunt de economische trekker is van de regio
betekent dit dat onderzocht moet worden of in het belang
van de regionale functie van Leeuwarden de optimale schaal
grootte is bereikt. Ook voor andere gemeenten in de provin
cie kan schaalvergroting grote voordelen hebben voor het in
stand houden van de voorzieningen. Anders gaat dit leiden
tot een herverdeling van taken naar de provincie als proef
gebied voor de bestuurlijke vernieuwing. Mijn fractie zou
het een verarming vinden als de bestuurslaag die het
dichtst bij de burger staat zou afbrokkelen.
De financiële positie van Leeuwarden laat nog steeds te
wensen over. Na de besluitvorming over de grootste bezuini
gingsoperatie uit de geschiedenis van Leeuwarden, waarbij
werd aangenomen dat dit voorlopig de laatste zou kunnen
zijn, hebben zich opnieuw talrijke tegenvallers voorgedaan,
die voor de beleidsperiode 1995-1998 leiden tot een struc
tureel tekort van f 5,1 miljoen. Daarnaast zijn er nog tal
rijke incidentele tegenvallers op te vangen. Er is de
eerste jaren geen ruimte voor nieuw beleid; de ruimte die
er was wordt geheel ingezet voor verbetering van de interne
organisatie van de gemeente: de LIS-operatie. Bij de ge
noemde negatieve ontwikkeling is nog geen rekening gehouden
met de kortingen die het rijk op grond van het nieuwe
regeerakkoord wil toerekenen naar de gemeenten. Daarnaast
67