De heer liaaeruni (weth.Voorzitter, ik constateer dat alle fracties instemmen met de hoofduitgangspunten van dit plan, namelijk het realiseren van een aantrekkelijke woonlo- katie in het gebied van Hempens-TeernsVervolgens worden door de verschillende sprekers een aantal suggesties gedaan. Ik denk niet dat ik daar allemaal op ga reageren anders dan dat wij die verder zeker ook bij de uitwerking zullen gaan betrekken. Het gaat hier, zoals mevrouw Van Ulzen ook heeft aangegeven, om een beleidsvoornemen met een aantal ideeën waar vervolgens in de praktijk nog zal moeten blijken of en in hoeverre die ideeën ook echt gestand kunnen blijven. Immers voor een aantal daarvan is de medewerking van andere overheden nodig. En ook de financiële mogelijkheden van de gemeente zelf bepalen ongetwijfeld de uiteindelijke uitkomst. Het belangrijke element in de discussie ook vanavond weer is het feit dat een door iedereen onderschreven aquaduct helaas geen doorgang kan vinden en dat er dus gekozen moet worden voor een andere oplossing, of wel de bestaande situatie en dan hebben wij te maken met een geweldig stuk kwaliteitsver lies. Nu kunnen een groot aantal inwoners van Leeuwarden helaas niet, als zij een iets grotere boot hebben, die nabij Leeuwarden leggen. Wanneer je je naar het centrale merenge bied in Friesland wilt begeven - dat zal je wel wat vaker doen dan één keer per jaar - betekent dat dat je om moet varen via de Fonejacht en dat is toch gauw acht tien kilo meter. Dat doet men niet, dus zien wij elk weekend in het vaarseizoen een groot aantal Leeuwarders met de auto naar Grou of omgeving gaan en pas daar op de boot. Het is kwali teitsverlies als wij niet in staat zijn een goede staande mastroute te realiseren, naast al die aspecten die in het kader van de Blauwe Zone voor een dergelijke route pleiten. Het gaat niet alleen om de bootjes, het is ook een ecolo gische verbindingszone, dat betekent dat er iets meer moet zijn dan een klein gaatje onder een brug om dat tot stand te brengen. Niet voor niets wijst het Ministerie van Landbouw daar nadrukkelijk op en ook het belang van een pijlerbrug, niet alleen vanuit landschappelijke overwegingen maar ook om een wat grotere doorgaande verbinding te kunnen maken tussen het noordelijk van de Waldwei gelegen gebied en het zuidelijk gebied. Over de lokatie zou ik erg veel opmerkingen over kunnen maken, waarbij in ieder geval veel waarde wordt gehecht aan het belang om te realiseren dat als het even kan het vracht verkeer moet worden gescheiden van de toeristische, dus de recreatievaart. Daar is een groot belang mee gediend. Dat lijkt in zijn algemeenheid al tot de voorkeur om de scheiding te maken zoals in het voorstel van de ambtelijke vertegen woordigers van de desbetreffende twee gemeenten naar voren is gebracht 18 Op dit moment is het meest cruciale in de discussie - mis schien is dat gelijk ook een antwoord in de richting van mevrouw Inberg - de vraag of, waar en op welke wijze de brug tot stand zal worden gebracht. Voor de verdubbeling van enige rijksweg, waar hier sprake van is, moet er een MER-rapportage worden opgesteld. In de huidige MER-rapportage worden al vier varianten besloten, namelijk de nul-variant, met andere woorden doe maar niks; de aquaduct-variant, die zal waar schijnlijk het beste uit de MER-rapportage komen; de hoge brug en waar die ligt doet in feite vanuit die rapportage niet veel ter zake. Een oplossing is bijvoorbeeld wanneer uitgegaan zou worden van bestendiging van de huidige situatie maar uitsluitend de verdubbeling van de rijksweg, dus in feite naast de bestaande situatie bij het Langdeel eenzelfde vaste verbinding met een middenklap op 3,5 meter neerleggen. Dat is ongeveer het beeld van de varianten dat op dit moment in de MER, die lopende is, wordt uitgevoerd. Ik denk dat daarin in essentie alle argumenten die naar voren zijn ge bracht zijn besloten, met andere woorden aan het verzoek van mevrouw Inberg wordt impliciet al voldaan. Mevrouw De Jong spreekt over het integreren van de Froske- pölle. Ik heb de indruk dat dat ook een van de uitgangspunten is geweest van de ontwerper van het plan. Ook hier is de ecologische hoofdverbindingsroute aan de orde. De definitieve naamstelling, de heer De Jong heeft daar ook al op gewezen, is een gevoelig punt zo is mij gebleken in de discussies. Wij zijn vlug weer teruggevallen op de werk- projectnaam Hempens-Teerns. Het zal duidelijk zijn dat die discussie nog niet gevoerd is en het zal ook duidelijk zijn dat het verstandig is om de raad daarbij te betrekken, gelet op de uitspraken en ideeën die daar binnen de raad over leven. Ik heb een groot aantal antwoorden al gegeven in de richting van de opmerking van de heer De Jong. De financiële risico's kan ik nog niet geven. Het zal duide lijk zijn dat bij een dergelijk grootschalig plan met dit hoog aspiratieniveau nogal wat financiële consequenties mee gemoeid kunnen zijn. Het is juist de bedoeling om dat veel beter op het kleed te krijgen, alle verschillende facetten (de heer Greving heeft er ook een aantal genoemd) zullen dan aan de orde moeten komen. Dan krijg je een beeld van tot welke kwaliteit je kan komen en met welk kostenplaatje. Dan zal de raad bij de vaststelling van het bestemmingsplan, want daar zit een exploitatie-opzet in, de keuzes moeten maken. Ik hoop in ieder geval dat het kwaliteitsniveau van dit plan dan gestand kan blijven. 19

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1995 | | pagina 10