Leeuwarden financieel of voor lastenverlichting. Die discus sie zullen wij nog wel voeren verder. Voor dit moment volsta ik met het feit dat wij gelukkig zijn met het behaalde resultaat en dus van harte akkoord gaan met het voorstel. De heer liaaeruni (weth.Voorzitter, ik had even de hoop dat ik namens het college zou kunnen antwoorden dat wij het geheel met alle sprekers op alle punten eens zijn, zij het dat de heer Beers geheel in strijd met mijn verwachtingen, gelet op de stellingname van de fractie in de commissie, meent hier om vooral procedurele redenen bezwaar te moeten maken Ik denk dat het goed is om toch even het verschil aan te geven tussen een normaal beleidsvoornemen en de positie van de raad in deze kwestie. De raad is aandeelhouder en vormt niet het bestuur van het bedrijf. Wie verkoopt is ten princi pale de directie, in dit geval het bestuur van het bedrijf, gehoord de Raad van Commissarissen. Vervolgens kunnen de aandeelhouders daar ja of nee tegen zeggen. Met andere woor den de aanzet tot het starten van de verkoop van het bedrijf behoort niet tot de competentie van de verschillende aandeel houders en er is dus geen procedurele fout gemaakt zoals de heer Beers suggereert. Ook is het niet zo dat wanneer het gaat om vervreemden van zaken, goederen, het gebruikelijk zou zijn dat dat in de commissie of in een openbare commissie aan de orde komt, het zal u niet zijn ontgaan dat grondverkopen bijvoorbeeld nooit in een openbare commissievergadering komen en iedere raads vergadering nemen wij daar opgewekt besluiten over. Waarom? Omdat het gaat om geld en onderhandelingstrajecten en onder handelen doe je niet in de openbaarheid, zeker niet als het om geld gaat. Dat is de reden waarom dit gewoon op deze wijze heeft plaatsgevonden. Er is niets vreemds mee, in tegendeel het is geheel conform. Ik kan mij voorstellen dat het voor de schoonheid van het resultaat goed zou zijn als de PAL/GL-fractie, gehoord deze opmerkingen, alsnog zou instemmen. De heer Den Oudsten: Voorzitter ik zou nog twee opmerkingen willen maken. Allereerst iets over de bestemming van de gelden. De heer Jacobse werpt de suggestie op dat wij allemaal bij voorbaat de pot al aan het verdelen zijn. Ik begrijp niet goed waar dat vandaan komt, want ik merkte juist nu en ook in voor gaande behandelingen dat iedereen uitermate voorzichtig is om te kijken wat er met het geld gedaan moet worden en dat wij 28 unaniem van mening zijn dat het heel erg verstandig is om het geld te parkeren en de rente-inkomsten toe te voegen aan de inkomsten van onze begroting. Niettemin is dit de stellingname van de PvdA-fractie op dit punt en laten wij daar voorlopig maar aan vasthouden, dan zien wij later wel verder. De tweede opmerking is ten aanzien van de PAL/GL-fractie. Ik moet eerlijk zeggen dat ik daar ook licht verbaasd over was, hoewel er wel vaker iets onverwachts komt uit die hoek aan stellingnames. Wat ik constateer is dat de PAL/GL-fractie in de besloten vergadering - ik zal niet vooruitlopen op de openbaar making van dat standpunt - op inhoudelijke gronden een standpunt had. De informatie die daarna is gekomen was niet van zodanige aard dat het van invloed zou kunnen zijn op dat standpunt. Ik nodig de PAL/GL-fractie uit om dat stand punt, dat in beslotenheid is ingenomen, ook nu in te nemen. In ieder geval duidelijk te maken wat dat standpunt was. Ik denk dat dat toch kan zonder het doorbreken van het feit dat wij in beslotenheid ietB hebben gezegd. Als de PAL/GL-fractie dan inhoudelijk niet van standpunt is veranderd, misschien is het dan toch goed om de procedurele reden waarom zij niet akkoord kan gaan, nu even op zij te zetten. Ik nodig de heer Beers uit om in ieder geval straks als hij nog in tweede termijn wil reageren, dat inhoudelijke standpunt nog een keer duidelijk te maken, dan weet ik in ieder geval zeker dat hij nog steeds dezelfde mening is toegedaan. De heer Jacobse: Voorzitter, in reactie op de heer Den Oud sten. Mijn opmerking was gericht naar een aantal fracties die zei dat zij de gelden al wilden betrekken bij datgene wat wij bij de Perspectiefnota gaan bespreken. Daarover zijn in de commissie ook een aantal opmerkingen gemaakt. De heer Beers: Voorzitter, ik vraag voor een klein moment een schorsing. De Voorzitter: Dat dient dan tevens een ander doel. Ik schors de vergadering. De Voorzitter schorst om 20.45 uur de vergadering. De Voorzitter heropent om 21.10 uur de vergadering. 29

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1995 | | pagina 15