wij het komende jaar en met name het eerste halfjaar onder
andere met die organisaties gaan praten, met inachtneming van
het belang van die organisaties, daar hebben wij geen misver
stand over en met inachtneming van het feit dat dat soort
specifieke organisaties soms genoodzaakt zijn om hun activi
teiten te programmeren, dat heeft consequenties ook voor de
financiële zekerheden en dergelijke. Met andere woorden dan
zal nog blijken of de raad uiteindelijk van mening is dat
voor een aantal organisaties wellicht een grotere of kleinere
structurele subsidie toch noodzakelijk wordt geacht. Dat is
een invulling die wij nog gaan krijgen. Die ruimte heb ik
altijd genomen en die ruimte heeft de raad ook altijd be
pleit.
Mevrouw Dikken: Ik merk dat het punt van de ter inzagelegging
nogal principieel ligt bij de wethouder, maar ook bij ons.
Ook wij vinden, zoals ik ook al in eerste termijn heb gezegd,
dat het afsluiten van contracten gemandateerd moet worden aan
het college, maar omdat wij nu een nieuwe periode ingaan waar
met name de produktdefiniëring nog een heel nieuw fenomeen
is, is het alleszins verdedigbaar om de concept-contracten,
want daar gaat het in wezen om de contracten zijn nog niet
afgesloten, ter inzage te leggen. Mocht het dan zo zijn dat
er een contract ligt dat wij niet goed vinden, omdat wij
denken dat er wordt afgeweken van de discussie in de commis
sie, dat wij in elk geval nog de mogelijkheid hebben om daar
invloed op uit te oefenen. Dat bedoel ik met agenderen. Dan
hebben wij de mogelijkheid om in de commissie dat concept
contract nog te kunnen bespreken. Het college moet er op
vertrouwen dat wij alleen bij hoge uitzondering de contracten
nog in de commissie willen hebben. Ik begrijp dan ook niet
waarom het college en ook een aantal andere partijen daar zo
moeilijk over doen en daar iets op tegen hebben. Uiteindelijk
zijn wij als raad verantwoordelijk voor het te voeren beleid
en op deze manier kunnen wij in een periode die wij ook nog
moeten evalueren, dat staat ook in de raadsbrief de zogenaam
de experimenteerperiode, dat uitproberen. Vandaar dat ik ook
namens de heer Greving van de GPV/RPF/SGP-fractie en de heer
Feddema van de WD-fractie een motie wil gaan indienen, die
luidt als volgt:
"De raad van de gemeente Leeuwarden,
bijeen op 16 januari 1995;
behandelende de evaluatie deregulering subsidiebeleid
Welzijn;
overwegende dat:
wij de conclusies van de raadsbrief over de sub
sidiecontracten onderschrijven;
46
wij op hoofdlijnen willen besturen;
- er bij het werken met produktdef iniëring nog
weinig ervaring is opgedaan, terwijl het wel gaat
over maatschappelijk gevoelige onderwerpen en
grote financiële belangen;
draagt het college op:
de concept-contracten in de leeskamer ter inzage te
leggen zodat de commissie er kennis van kan nemen en
wanneer de commissie vindt dat het concept-contract
afwijkt van de afspraken die in de commissie zijn ge
maakt, zij het concept-contract kan agenderen;
en gaat over tot de orde van de dag."
De motie is ondertekend door mijzelf namens de PvdA-fractie,
de heer Greving namens de GPV/RPF/SGP-fractie en de heer
Feddema namens de WD-fractie.
Ik moet hierbij aantekenen dat een van de leden van mijn
fractie meegaat met het voorstel van het college.
Dan wat betreft het Fonds Cultuur.
Ik ben het eens met de wethouder zoals hij het verwoordt over
het Fonds Cultuur. Over Hothouse Redbad enz. doen wij nog
geen uitspraak wat betreft de structurele subsidie. Juist dit
jaar willen wij graag gebruiken om te kijken hoe wij kunnen
komen naar wat een flexibeler systeem.
In deze vorm wijzen wij toch in eerste instantie de motie van
de NLP-fractie af. Wij gaan ervan uit dat het college een
aantal onafhankelijke leden zal gaan benoemen voor deze
adviescommissie. Wij zouden er wel voor voelen dat wanneer
het college - dat heeft de wethouder in wezen de laatste keer
ook al gedaan - een aantal namen heeft zij die met een kleine
motivering voorlegt aan de commissie, zodat wij er ook nog
eens over kunnen praten of wij deze leden wel of niet ge
schikt vinden. Maar wat ons betreft hoeft dat niet nog eens
door de raad.
Mevrouw Tiemersaa: Voor wat betreft de motie over de advies
groep Cultuur kan ik mij aansluiten bij de opmerkingen van
mevrouw Dikken.
Voor wat betreft de andere motie heb ik in de eerste termijn
al aangegeven dat wij geen behoefte hebben om de concept
contracten ter inzage te laten leggen, zodat ze eventueel nog
geagendeerd kunnen worden voor de commissie. Wij willen die
verantwoordelijkheden daar leggen waar ze wat ons betreft
horen en dat is wat dit punt betreft bij het college. Je
kiest wel of niet voor mandatering naar het college. Wij
47