14 15 derhalve niet conform het raadsbesluit c.q. ligt niet in het verlengde hiervan. In de commissievergadering van 12 december 1994 heeft mijn fractie dan ook een voorbehoud gemaakt met dien verstande dat het college alsnog mogelijkheden creëert teneinde de subsidi ering van de huisvestingskosten te continueren. Volledig heidshalve wordt opgemerkt dat de beëindiging van het subsidie aan de stichting vergaande consequenties heeft. De Stichting Anders Aktieven dient als opvang van oudere werkloze werknemers. Veelal gaat het om mensen die aan de rand van onze samenleving staan. Voor deze groep mensen zijn er nauwelijks mogelijkheden meer om terug te komen in het arbeidsproces en is de accommodatie en de activiteiten van de stichting een zeer functionele uitkomst. Voor een groot aantal is het pand van de stichting de enige ontmoetingsruimte. Beëindigen van het subsidie heeft dan ook tot gevolg dat deze groep mensen in een sociaal isolement raken. Bij brief bijlage nr. 30 stelt het college voor het subsidie aan de Stichting Anders Aktieven te beëindigen met ingang van 1 januari 1997 na het treffen van een afbouwregeling. Het voorstel van het college is slechts gestoeld op financiële kaders, een inhoudelijke discussie is er niet aan voorafgegaan, een visie inzake opgemeld ontbreekt dan ook. Het college is daarmee totaal voorbij gegaan aan de noodzaak en belang van de activiteiten van de stichting bedoeld voor oudere werkloze werknemers. Gelet op de door de stichting georganiseerde opvangactiviteiten en het belang van de actiestrijd voor deze doelgroep en gelet op het feit dat de raad bij de vaststelling van de nota Herstructurering PMZW op 31 augustus 1992 heeft aangegeven belang te hechten aan de functies van de stichting, gaat mijn fractie niet akkoord met het beëindigen van het subsidie met ingang van 1 januari 1997. Mijn fractie is dan ook tegen het voorstel van het college. De heer Brok: Voorzitter, wij hebben ook een voorbehoud gemaakt in de commissie en we hebben daar de wethouder gevraagd of hij nog eens overleg zou willen gaan voeren met de Stichting Anders Aktieven om te kijken wat de mogelijkheden nog zouden zijn. Ik heb begrepen dat hij dat heeft gedaan, maar dat daar niets is uitgekomen. Dat is jammer, voor ons houdt dat in dat wij in kunnen stemmen met het voorstel zoals dat er nu ligt. De heer Bilker (weth.Voorzitter, er is een discussie geweest inderdaad in de commissie van 12 december van het vorig jaar en dat heeft zich toen toegespitst op het inhoudelijke verhaal, maar daarmee dan annex ook wat is dan de subsidienoemer. Het inhoudelijke verhaal daar waren wij het allemaal mee eens, dat staat niet ter discussie, maar er zijn natuurlijk een heleboel zaken in deze gemeente waar inhoudelijk de zaken niet ter discussie staan, waarvoor ook een warm hart wordt toegedragen, maar waarvan er toch is gezegd, daar is geen subsidie voor. Ook in de laatste bezuinigingsrondes is dat veelal een reden geweest om niet te zeggen we handhaven subsidies, maar juist ook vanwege het tweede aspect de financiën waar valt dit onder, welke subsidienoemer valt dit onder, is deze subsidieregeling niet meer te handhaven. Terecht heeft mevrouw Waanders gezegd dat er accenten zijn verschoven wat betreft het activeren op het arbeidsmarktbeleid, die accenten moeten nu de activiteiten financieren die toeleiden naar de arbeidsmarkt. Dat is het hele verhaal van het activerend arbeidsmarktbeleid. Dat is ook het hele verhaal waar het geld op dit moment voor ingezet wordt. Ik heb toen in de commissievergadering gezegd dat het wat dat betreft heel vervelend is, maar het subsidie voor de Stichting Anders Actieven is een vreemde eend in de bijt die daar absoluut niet meer in past. In wezen praat je over een subsidieregeling die past in het welzijnsbeleid. Juist die subsidieregelingen die in het welzijnsbeleid tot doel hadden de recreatieve sfeer, die zijn juist allemaal in de bezuinigingen gesneuveld. Wat dat betreft voorzitter zou het dezelfde lijn zijn als de eerdere voorstellen op het welzijnsterrein. Nu vraagt mevrouw Waanders en de heer Brok heeft dat ook gevraagd wat dan de alternatieven zijn geweest die de wethouder toen heeft toegezegd om te onderzoeken. Als het goed is, althans dat meende ik, hebben de leden van de commissie Economische en Sociale Zaken daar een verslag van ontvangen waarin precies aangegeven staat welke mogelijkheden onderzocht zijn. Dat zijn allereerst, dat is toen ook gevraagd door de heer Roekiman in de commissie, de subsidiemogelijkheden van artikel 36 van de Wet werkloosheids voorziening, maar die voorziening geldt sinds 1 januari 1994 niet meer. Er is toen gekeken, en dat heeft de heer Brok toen voorgesteld, naar het Fonds sociale vernieuwing, ook daarvan is natuurlijk heel helder dat het bij het Fonds sociale vernieuwing gaat om incidentele activiteiten. Het gaat hier om structurele activiteiten, dus dat kan absoluut niet aan de orde zijn en er is gekeken überhaupt naar het activerend arbeidsmarktbeleid van de gemeente Leeuwarden, zou het daar nog onder kunnen passen. Nee, daar hebben we ook werkelijk al het geld nodig voor onze arbeidsplaatsen die we nu willen realiseren. Er is met name door mijzelf gesuggereerd of het niet goed zou zijn om het samen letterlijk onder een dak te brengen met het Roekenest, maar beide partijen hebben aangegeven in een gesprek in september al dat niet te willen, omdat ze zeggen dat de activiteiten niet met elkaar stroken. Er is ook gekeken naar het welzijnsbeleid, maar dat zal duidelijk zijn, alle voorstellen hebben het daar toen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1995 | | pagina 8