terecht aandacht vraagt voor de mogelijke problematiek in
sommige woonbuurten met name de kleinschalige vooroorlogse
woonbuurten direct rond de binnenstad, dat daar een scheef
groei kan gaan ontstaan. Ik heb u al eerder aangegeven dat
het college naar aanleiding van klachten in onder andere
Molenpad, maar ook de Tramstraat is recent hier aan toege
voegd en er ligt ook een brief bij het college van een aantal
inwoners van die straat en ook de Harlingerstraat, opdracht
heeft gegeven aan een bureau om voor ons te onderzoeken of op
basis van een nieuwe huisvestingswet en op basis van de
werkelijke ontwikkelingen in die buurt er aanleiding is om
- en zo ja op welke wijze - regelstellend bezig te kunnen
zijn. Ik kan u verzekeren dat het een buitengewoon gevoelige
en lastige discussie gaat worden, waar je in gaat treden in
mogelijke vooroordelen omdat het studenten zijn. Waar begint
het discrimineren van de ene bevolkingsgroep en de andere,
wat moet als reële overlast worden ervaren of wat moet als
psychologische overlast worden ervaren. Hoe ga je intreden in
de rechten van individuen, ik heb daar in het begin ook al
iets van gezegd. Het is niet zo eenvoudig als wij met elkaar
wellicht denken. Ik vind wel dat wij die discussie moeten
voeren, want het is een problematiek waar een aantal burgers
ons op wijst en ik vind ook dat wij die zaak serieus moeten
nemen, maar het is niet zo simpel als wellicht gedacht wordt.
Dan heb ik vast mogen stellen dat mevrouw Van Ulzen nogal wat
kanttekeningen plaats bij de woningproduktie in Leeuwarden.
Zeker, die heeft een aantal dips gekend die vanuit de markt
ook zeer verklaarbaar waren. Ik stel vast dat wij in 1994
meer dan 450 woningen hebben gerealiseerd, ik stel vast dat
wij in 1995 meer dan 700 woningen gaan realiseren. Daar
zitten inderdaad nogal wat huurcomplexen bij, dat komt ook
omdat Leeuwarden een specifieke taak heeft als het gaat om
het ontwikkelen van huurcomplexen voor ouderen, als het gaat
om het ontwikkelen van huurcomplexen voor mensen met een
handicap, geestelijk of lichamelijk. Dat moet je wel meereke
nen, het wordt allemaal te simpel voor mij om met wat slogans
een beeld neer te zetten. Daar is veel huur, want dat kan
niet anders dan op die manier gerealiseerd worden.
Mevrouw Van Ulzen zegt vervolgens dat er veel te veel eisen
gesteld worden en de burger kan niet kiezen. Vervolgens somt
zij een reeks mogelijkheden op die wij in de stad hebben. Ik
denk dat dat nu precies de essentie is van het volkshuisves
tingsbeleid dat wij de laatste jaren voeren, wij vinden
gewoon dat voor iedereen die wat wil hebben het er moet zijn.
Ik zou nog aan haar lijstje kunnen toevoegen landgoedwonen,
aan het water wonen, op het water wonen, in het bos wonen en
zo kan ik nog een hele rij maken. Dat is precies de lijn die
54
wij willen, daar zijn wij mee bezig. Ik had de indruk dat zij
dat ondertussen had begrepen van ons. Wij zijn bezig voor al
die groepen iets te doen. Het verhaal is te simpel om te
zeggen duurzaam bouwen dat willen mensen niet. Ik kan haar
verzekeren dat er een steeds grotere markt is voor mensen die
dat nu juist wel willen en die mogelijkheid bieden wij, omdat
wij denken dat wij aan een stukje markt voldoen, net zoals
wij ook zullen voldoen aan de mensen die slechts willen
volstaan met een klein huis op een eigen kaveltje waar je
omheen kunt lopen met de bekende mansarde kapjes en pilaster
tjes, dat moet ook kunnen. Wij moeten dit allemaal hebben in
deze stad. Ik hoop dat wij dat hiermee duidelijk gemaakt
hebben.
Wij stellen op een aantal lokaties voorwaarden omdat de markt
daar om vraagt. Ik wil haar er ook op wijzen, dat zal haar
niet zijn ontgaan, dat niet alleen het Nederlands Verbond
voor Ondernemers in de Bouwnijverheid maar ook de Verenigde
Makelaars zeggen dat zij onze plannen een uitstekende basis
vinden voor het toekomstige volkshuisvestingsbeleid. Met
andere woorden, de argumenten van mevrouw Van Ulzen dat de
burgers/klanten hier niet terecht kunnen, wordt door de markt
zelf tegengesproken.
De wijkplannen, men heeft er al een aantal kunnen zien. Ik
denk dat mevrouw Van Ulzen precies weet, als zij dat ten
minste onthouden heeft, wat daarmee bedoeld wordt, Heechterp,
Bilgaard. Dat zijn uitstekende plannen waar, voor zover mij
bekend, zij ook mee ingestemd heeft.
De heer Bakker vraagt, ook de heer Greving heeft daar naar
verwezen, terecht aandacht naar de positie van dit woning
marktplan in relatie tot het stadsgewestelijk en ook het
regionale volkshuisvestingsplan. Op zichzelf is het heel goed
dat wij in staat zijn om consistente plannen te ontwikkelen
die op elkaar aansluiten, maar ik ben het met hem eens dat er
wat risico's zijn die het beeld niet onwaarschijnlijk maakt
- maar ik hoop dat dat niet zo is - dat wij al heel snel uit
de afspraken schieten. Als ik vaststel wat er de afgelopen
jaren in deze provincie en dus in alle gemeentes teveel is
gebouwd, dan hebben wij al een behoorlijke deel van de pro-
duktie, die in deze woningmarktplannen staan geformuleerd als
zijnde wenselijk, ingevuld. Ik constateer dat nu erg veel
gemeentes bezig zijn met het ontwikkelen van bijna iedere
keer erg grote bestemmingsplannen. Er wordt nogal wat capaci
teit op dit moment voorbereid, wat naar mijn stellige over
tuiging ook groter is dan wat op grond van de afgesproken
cijfers gerechtvaardigd lijkt. Ik moet ook vaststellen dat
een aantal gemeentes op basis van de discussie over de vast
stelling van de plannen, die ik genoemd heb, geformuleerd
hebben: wij vinden het een fantastisch plan, maar wij willen
55