meer bouwen. Als dat de houding wordt, dan ontstaat licht de kans dat er scheefgroei gaat plaatsvinden. Ik zou dat buiten gewoon spijtig vinden, want ik denk dat dit toch een moment is waar wij nu voor het eerst afspraken hebben kunnen maken op papier over wat verstandig zou zijn hoe wij met het bouwen omgaan in dit gebied, dat als wij niet in staat zijn als gemeentes om dat te realiseren, dan komt inderdaad de discus sie zoals die door de heer Greving naar voren is gebracht: wat is dan de slagkracht van een dergelijke samenwerkings vorm. Dat is wel degelijk ook een testcase die gevolgen kan hebben voor de bestuurlijke vernieuwingsdiscussie in Frie sland. Want dat betekent feitelijk dat wij dan met hangende pootjes waarschijnlijk naar de provincie zullen moeten gaan en vragen of die in hemelsnaam, wat de gemeentes niet kunnen onderling, dit gaat realiseren. Of je moet andere nog drama tischer voorstellen gaan vragen. Mevrouw De Jong heeft een aantal opmerkingen gemaakt. Ik dacht dat ik daar voor het grootste gedeelte in de commissie al over heb gesproken en ook een aantal toezeggingen heb gedaan, waaronder die van de afname van de 75% te slopen woningen in de naoorlogse wijken de komende 15 jaar. Het is inderdaad de bedoeling dat als het gaat om complexen van sloop, want binnen de 100 woningen per jaar praten wij na tuurlijk over een aantal aan de woningvoorraad te onttrekken bestaande ruimtes, het hoeft niet altijd sloop te betekenen. Als het gaat om sloop van complexen dan is het college uiter aard graag bereid om de raad daarvan in kennis te stellen en voor zover mogelijk daar een besluit over te laten nemen. De bevoegdheid van een gemeente is de laatste jaren in dat opzicht natuurlijk wel wat afgenomen. De verstedelijkingscomponentLeeuwarden heeft voorgesteld, ook in relatie tot de opmerking van de heer Greving, dat wij streven naar minimaal 420 woningen, maar waar de lokale behoefte groter zou kunnen zijn, hebben wij ook de ruimte om meer te bouwen dan die 420. Wij hebben gezegd dat wij vinden dat wij een inspanningsverplichting zouden moeten hebben, dus een extra verstedelijkingscomponentVanuit het Stadsgewest geredeneerd is gezegd, laten wij ons eerst nog even aan die basisafspraken houden en dan kijken welke ruimte wij met elkaar vinden opdat de lokale woningbehoefte vanuit Leeuwar den ook gerealiseerd kan worden. De huursombenadering is onderdeel van de discussie die wij jaarlijks met de corporaties zullen houden als het gaat om hun prestatie-eisen, zoals die ook in het besluit BBSH is opgenomen. 56 De heer Beers heeft een drietal punten naar voren gebracht waar ook in de commissie aandacht voor is gevraagd. Ik heb daarvan gezegd dat dat voor het college al evenzeer aan dachtspunten zijn. Ook het idee van de doorstroommakelaar zal nog nader worden bekeken. De heer De Jong vindt het een goed plan, maar zegt voorzich tig met slopen. Daar zijn wij het over eens. Kretologieën en verdachtmakingen, zo is het inderdaad verwoord door het college als het gaat over delen van de stellingname door PEL. Als het kretologie is, als het verdachtmakingen zijn, dan denk ik dat wij PEL niets tekort doen als wij dat zeggen, want op onderdelen is dat zo, zo wordt het ervaren. De heer Greving heb ik via eerdere opmerkingen al beantwoord. Mevrouw Van Ulzen: Ik wil beginnen te zeggen dat ik het prettig vind dat ik de Partij van de Arbeid-fractie heb kunnen verrassen, omdat dit andersom zo zelden het geval is en men daar in de regel steeds dezelfde stokpaarden berijdt. Ik wil even zeggen dat ik toch wat verbaasd ben over de reacties van de wethouder. Ik vind dat hij wat selectief reageert, hij geeft ten eerste een wat demagogisch beeld om mij daarna gelijk te geven. Hij vergelijkt mijns inziens twee onvergelijkbare grootheden. Wij hebben het dan over de ver huur van kamers, daar tracht men zoveel mogelijk mensen in één pand te stoppen of één iemand die met zijn pand iets wil of in ieder geval zijn eigen gang kan gaan, want dan gaat het maar om één. Wat wij willen is niet zeer veel regels voor die ene, wij willen die regels daar waar ze nodig zijn en geen regels daar waar ze niet nodig zijn. Wij vragen met betrek king tot de kamerverhuur inderdaad om enige regelgeving, omdat vooral de omgeving er last van krijgt. Dat kan eigen lijk van niemand de bedoeling zijn. Dan zegt de wethouder dat de essentie van het beleid is dat er voor iedereen wordt gebouwd die dat wil en dat dat juist geweldig pluriform is. Het is wel vreselijk pluriform, maar ik heb bijvoorbeeld de folder voor het wervende Goutum, daar moet je in deelgebied 2 fris en vrolijk wonen, in deelgebied 3 moet je warm, sober en traditioneel wonen, in deelgebied 4 moet je milieuvriendelijk en duurzaam bouwen en dan krijgen wij gelukkig verderop wat particulieren die het ontwikkelen, deze hoeven zich in ieder geval aan het duurzaam bouwen niet over te geven als zij dat niet willen. Daar zit mijn probleem in, er wordt wel een zekere diversiteit gegeven, dat wil ik niet ontkennen, maar wel weer strak gebonden aan regels. Ik 57

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1995 | | pagina 12