De heer Tiaaeraani (weth. Voorzitter, ik denk dat dit
voorstel tussen wal en schip terecht gekomen is als het gaat
om de nieuwe conclusies die wij met betrekking tot het Stads
kantoor hebben getrokken en de discussie die moet worden ge
voerd over de mandateringsmogelijkheden. De achtergrond van
dit voorstel is feitelijk dat ten gevolge van wetswijziging
er een formele basis moet worden gevonden voor de werkwijze
zoals wij die de afgelopen tientallen jaren hebben gehan
teerd. De opmerkingen van de heren De Beer, Greving, Krol en
De Jong zijn inhoudelijk terecht als wij kijken naar het
beeld. Vervolgens stellen wij vast dat het college als het
gaat over het gebruik van deze mandatering het afgelopen
jaren altijd zo heeft gehandeld, waar het voor de burger echt
relevante beslissingen zijn, bijvoorbeeld als het gaat over
een wegafsluiting, over de rijrichting veranderen, dan is dat
altijd passend in ons vastgestelde verkeerscirculatieplan
voor de stad, dan wel voor de wijken. Als daar een afwijking
op is, dan wordt daar apart over gediscussieerd. Ik zou u de
voorbeelden die wij de laatste jaren hebben gehad kunnen
noemen. Met andere woorden alle relevante verkeersbesluiten
worden feitelijk ook aan de raad voorgelegd. Waar het hier om
gaat is de tientallen feitelijke besluitjes als het gaat om
het plaatsen van een bord voor invaliden enz. Als de raad dat
allemaal wil hebben, dat lijkt ons niet verstandig. Het is
uiteraard mogelijk om nog een keer, wanneer wij de discussie
voeren met betrekking tot de mandatering, dit mee te nemen in
die discussie, maar ik zou om praktische reden echt willen
adviseren om in te stemmen met dit mandaatsvoorstel
De heer De Beer: Dit is heel plausibel, alleen dan wil ik wel
een datum hebben waarop wij die hele handel inderdaad krij
gen. Dan kunnen wij afhankelijk van die datum wel hier be
slissen of wij daarmee akkoord gaan of niet.
De heer Brinks: Ik kan mij iets voorstellen bij wat door de
vorige sprekers naar voren is gebracht, maar het lijkt mij
zaak dat wij als raad - en dat hebben wij ook afgesproken -
op hoofdlijnen willen besturen. Dat houdt volgens ons in dat
wij niet over elk verkeersbord een besluit gaan nemen. Wat
ons betreft is de delegatie van deze bevoegdheid akkoord. (De
heer De Beer: Dit wordt verkeerd uitgelegddat moet wel even
duidelijk worden. Op zich lijkt ons dit echt een punt waar
wij wel achter zouden kunnen staan, maar wij willen nu eerst
graag een totaalbeeld hebben, voordat wij verder gaan met het
mandateren en delegeren.(De heer Sluiter: Ik kan mij uit de
commissie niet herinneren dat het toen zo scherp lag. Het
44
verbaast mij een beetje dat het nu wat anders ligt. Ik heb
een klein beetje het idee dat het de waan van de dag of
liever gezegd de waan van gisteren ia, die ons nu bij dit
besluit parten gaat spelen.) (De heer Krol: Laat ik het
anders formulerenIk stel mij voor dat de CDA-fractie nu
akkoord gaat met wat er ligt. Wij hebben vervolgens gefor
muleerd in de motie van gisteren dat alle mandaat- en delega
tiebesluiten tegen het licht zullen worden gehouden. Dat is
dus ook deze die wij vanavond nemen. Daarmee denk ik dat er
wordt tegemoet gekomen aan onze wens en zullen wij vanavond
akkoord gaan.) (De heer De Beer: Dit komt nu aan de orde
omdat wij gisteravond punt 20 hebben behandeldDus dit heeft
met de opmerking van mijnheer Sluiter totaal niets te maken.
Want als de agenda gewoon was behandeld was dit eerst geweest
en het heeft dus niets te maken met het punt van gister
avond.
De heer Timmermans (weth.Voorzitter, in de richting van de
heer Krol, dat was in feite mijn suggestie ook, laten wij uit
praktische overwegingen, omdat het in feite niets anders is
dan een bestendiging van de praktijk, waar ik in de omgang
met de raad nog nooit enig probleem de afgelopen tien jaren
heb mogen ontdekken, dit nu zo doen en vervolgens ook dit
mandaatbesluit onderdeel laten uitmaken van de discussie die
gevoerd moet worden.
De heer De Beer verwijst nog eens naar de discussie van
gisteravond. Formeel is die motie overigens niet aangenomen,
maar materieel is er natuurlijk al lang toegezegd dat wij dat
met elkaar opnieuw onder ogen zouden zien. Dat gaan wij ook
doen. Ik heb op dit moment onvoldoende inzicht om een beeld
te hebben van wat de consequentie is van een dergelijke
discussie en de omvang van de mandateringen. Ik kan dus uit
praktische overwegingen niet aangeven wanneer wij op dat stuk
met de raad de discussie zullen gaan aanvaarden.
De heer Greving: Het is ook voorstelbaar dat wij het voorstel
in tweeën knippen. Het gaat om twee zaken. Eén op basis van
artikel 18 Wvw en de ander op basis van artikel 149 Rvv 1994.
Het ene gaat om het afsluiten van wegen. Daar zitten wij op
dit moment niet op te wachten, want dat geeft vaak veel
discussie, dat zijn ook vaak dingen die in de raad aan de
orde komen. Het andere gaat meer om de ontheffingen, de
verkeersbordjes, enz. Ik heb er geen behoefte aan om al die
verkeersbordjes hier in de raad te krijgen. Op dat onderdeel
zou ik best met het college in kunnen stemmen met het voor
stel zoals het er ligt, maar het andere zouden wij er nog
45