bouwen. Er zijn mensen die graag een traditionele woning van
rond de f 2 ton willen bouwen, dat zijn mensen die nu weg
trekken. Het is de vraag of deze mensen zich aangetrokken
voelen tot een atelierwoning in het Troelstrapark of een
grachtenwoning in het Hofsingelproject of een vuurtorenwoning
in Goutum-Noord of een kwadrantwoning in Heechterp. Natuur
lijk moeten er experimenten mogelijk blijven, maar het lijkt
wel of er alleen maar bijzondere woningen kunnen worden
gebouwd met zware stedebouwkundige voorwaarden en handleidin
gen en kwaliteitsdocumenten met betrekking tot het materiaal
gebruik. Leeuwarden, en dat is vaak gezegd, moet meer woonmi-
lieus tegelijkertijd aanbieden, waarbij veel aandacht moet
worden gegeven aan mensen die gewoon hun gang willen gaan.
Ik wil in dit opzicht nog maar eens zeggen dat er gelukkig
geen sancties mogelijk zijn met betrekking tot niet duurzaam
bouwen. Ik zeg dit opzettelijk omdat ik hoop dat toekomstige
kopers zich niet zullen laten weerhouden door al die voor
waarden die gesteld worden. Uit eigen ervaring weet ik dat
sommige mensen vanwege deze aspecten al zijn afgehaakt voor
Goutum-Noord. Bovendien werken dit soort grappen kostenverho
gend, de uurtjes die ermee gemaakt worden moeten ergens naar
toe geschreven worden, de grondkosten van het plan stijgen en
het plan dreigt zichzelf uit de markt te prijzen. Het is de
vraag of de geraamde produktiecijfers reëel zijn, gelet op de
feitelijke produktie van Leeuwarden en van de randgemeenten.
Het moet mij van het hart, het lijkt wel een beetje of volks
huisvesting in Leeuwarden puur een papieren wereld is. Op
papier klopt alles, signaleringssystemen, werkgroepen, wijk-
plannen, maar in de praktijk blijft de produktie achter,
stagneert de particuliere woningverbetering, zijn er klachten
over de handhaving, worden er woningen lukraak geschikt ge
maakt voor kamerbewoning, wordt er in de verkeerde sector
gebouwd en wordt de nieuwbouw in de koop door hobbyisme voor
veel mensen ontoegankelijk gemaakt. Die zoeken dan hun heil
eventueel hun geluk wel elders. Het activiteitenprogramma
1995-1999 is hier een voorbeeld van. Er worden veel onderzoe
ken aangekondigd, die tot nog meer plannen en beleid zullen
leiden. Het meest valt hier het wijkplan in het oog. Hier
wordt heel veel van verwacht, wat komt nu in zo'n plan te
staan, dat niet geregeld is in de verschillende activiteiten
programma's voor buurtbeheer, voor sociale vernieuwing, voor
stadsvernieuwing, voor stadsbeheer en vult u maar in en gaat
u maar door. Er moet natuurlijk weer een allesomvattend inte
graal kader worden gecreëerd, daar kunnen wij ook niet zon
der. Kan er eens worden aangegeven wat er in zo'n plan gere
geld moet worden en wat nu nog niet geregeld is? En welke
andere plannen - dat lijkt mij ook essentieel - verdwijnen er
als er met wijkplannen gewerkt gaat worden? Je hebt het dan
over duurzaam wonen met milieu, maar die papierstroom moet
48
natuurlijk toch wel een beetje ingebed worden, want zo lang
zamerhand zijn wat mijn fractie betreft er zoveel integrale
plannen dat het heel moeilijk is om zicht te houden op wat er
allemaal speelt en ook de kosten zijn van belang. In zo'n
wijkplan, heb ik mij laten vertellen, gaat het aan uren snel
een kleine ton kosten. Wij willen graag weten of hier ook een
kosten-batenanalyse voor gegeven kan worden.
De heer Bakker: Mijnheer de voorzitter, de paragraaf van het
volkshuisvestingsbeleid voor het nieuwe collegeprogramma is
inmiddels klaar begrijp ik van die kant, maar ik wou wat
korter om de bocht.
Voorliggend is een goed woningmarktplan dat gebaseerd is op
een inventarisatie van de woningbehoefte in de regio Noord-
Friesland, in het Stadsgewest en in ons eigen woningmarkt
plan. Wij hebben daar in de commissie zorgvuldig over gespro
ken en er heeft ook een uitputtende behandeling plaatsgevon
den. Eén aspect heeft daar met name de aandacht gekregen, dat
is dat wij aandacht hebben gevraagd voor het goedkope segment
in deze stad. Die aandacht is er en wij denken dat het inder
daad een voldoende segment is voorlopig, maar ook in de
toekomst zal daar, gezien de omstandigheden die zich in de
samenleving voordoen, grote zorg voor moeten blijven bestaan.
Een andere zorg voor mijn fractie is de volgende. Wij hebben
het woningmarktplan van het Stadsgewest en wij hebben ons
eigen plan, maar wij zien in de omliggende gemeenten en met
name in Menaldumadeel en Boarnsterhim dat men vrij agressieve
woningmarktplannen presenteert. Zo is er het plan tussen Grou
en Jirnsum en het plan in Menaldumadeel. Dat vinden wij jam
mer. Wij vragen ons af of Leeuwarden toch niet iets nadrukke
lijker haar eigen woningmarkt in beeld zou moeten gaan bren
gen en ook misschien bij de provincie zou moeten vragen of
het mogelijk is dat men wil bevorderen dat men in de platte
landsgemeenten iets terughoudender wordt met het ontwikkelen
van woningmarktplannen, omdat je op deze manier op geen
enkele manier in Friesland aan een verstedelijkingsbeleid
inhoud kunt gaan geven. Leeuwarden doet zijn best om dat
verstedelijkingsbeleid vorm te geven, maar wij moeten wel
concurrerend zijn in deze stad. Dat betekent dus dat wij
voldoende soorten woningen aan moeten gaan bieden, dat daar
een redelijke trits van soorten in moet zijn, zowel de goed
kope als de duurdere. Die plannen worden ook ontwikkeld. Maar
het betekent ook dat het beeld naar buiten toe van Leeuwarden
duidelijk moet zijn, maar ook dat ook ons lastenplaatje
constant aandacht behoeft. Ik hoop dat dat totale beeld ook
meegenomen wordt bij de verdere uitvoering van het woning
marktplan van Leeuwarden, dat dat dus in feite een iets
49