De heer Graving: Mijnheer de voorzitter, hoe beoordeelt de fractie van GPV/RPF/SGP de vorming van het nieuwe college? Dan moet ik beginnen bij het opzeggen van het vertrouwen in het zittende college op 8 mei 1995. Dat is en was een bui tengewoon ernstige zaak, die niet zomaar van de ene op de andere dag plaatsvindt. Het college heeft daar ook zijn conclusies aan verbonden en is opgestapt voordat de motie in stemming kon komen. Br zouden open onderhandelingen plaatsvinden onder leiding van een onafhankelijke voorzitter. Openheid tot en met publieke aankondigingen in de krant. Leeuwarden zou een nieuw tijdperk ingaan met een nieuwe bestuurscultuur. Niet enkel partijen vertegenwoordigd in het college maken de dienst uit, maar de gehele raad zal uitmaken wat goed is voor Leeuwarden, met inbreng van iedere fractie. Er zal ook minder in besloten zittingen worden vergaderd. Dat waren de voornemens van verschillende fracties bij de start van de onderhandelingen. En zolang er in de openbaarheid werd ver gaderd, ging het ook goed. Lof aan onze voorzitter, de heer Van de Gevel. Mijn fractie streeft en streefde een brede afspiegeling van de raad in het college na, geheel in overeenstemming met die open bestuurscultuur. Omdat een aantal partijen nagenoeg eenzelfde aantal zetels in de raad heeft, betekende dat een college van vijf partijen, te weten Partij van de Arbeid, CDA, D66, WD en PAL/Groen- Links. Toch wilde met name de grootste fractie, de Partij van de Arbeid, daar niet aan meewerken. Wellicht vanuit de angst daarmee teveel invloed te zullen inleveren. Maar angst is een slechte raadgever. Daarnaast wilden D66 en de WD niet tegen elkaar uitgespeeld worden. Vanuit programma tische overeenkomsten ingegeven, wellicht ook om in een nieuw te vormen college te zamen voldoende tegenwicht te kunnen bieden tegen partijen als Partij van de Arbeid en CDA, waarvan met name de eerste maar moeilijk kan wennen aan de gedachte dat een steeds kleiner aantal kiezers overtuigd is van de overigens goed bedoelde inzet van de Partij van de Arbeid. De PAL/GroenLinks-fractie speelde een geheel eigen rol, als actiepartij hoort die eigenlijk niet in een college thuis, maar het pluche bleek toch een geweldige aantrekkingskracht te hebben. (De heer Ten Hoeve: Wat bedoelt de heer Greving nu met dit hele verhaal. O zegt: nagenoeg gelijk, dat gaat dim om partijen met elf en vijf raadszetelaWaarvoor houden wij eigenlijk verkiezingen? De heer Greving maakt een brede platte plaat, dat alaat nergena op.) Er is één partij die elf zetels heeft en vervolgens komen er dan vier partijen die zeven, zes, vijf, vijf zetels hebben. Dat noem ik een aantal partijen met nagenoeg eenzelfde aantal ze tels. Daarmee zeg ik niet dat de Partij van de Arbeid er 18 weinig heeft, maar als je daar een keuze in moet maken, wordt die keuze moeilijk en dan kom je gauw uit op een vijf-partijen college. Dat heb ik hier proberen uit te leggen, ik hoop dat dat ook voldoende is in de richting van de heer Ten Hoeve. Ik was gebleven bij de PAL/GroenLinks-fractie die een geheel eigen rol heeft gespeeld, maar de aantrekkingskracht van het pluche is kennelijk nogal groot. Standpunten bij deze fractie werden ongeveer per uur bijgesteld om toch maar aan het college deel te kunnen nemen. Zo mochten er geen oude wethouders terug komen, maar dat werd vervolgens weer ingeslikt. Deeltijdwethouders moesten er komen, maar ook dat is weer ingeslikt. Zo kan ik nog wel even doorgaan. Over de openbaarheid van vergaderen bijvoorbeeld, nog zo'n hot item. Het keert zich in dit geval tegen de fractie zelf door besloten te vergaderen als ledenraad, iets wat in ver- enigingsland niet ongebruikelijk is, maar wat zeker niet past bij PAL/GroenLinks en dan toch meedoen aan besloten collegeprogrambesprekingen, zelfs zonder overige raadsfrac ties er bij uit te nodigen. Ook dat kan allemaal bij PAL/- GroenLinks om maar op het pluche te komen. En het moet ge zegd, mijnheer de voorzitter, ook het CDA heeft er aan mee gewerkt en zo kon het gebeuren dat in de beslotenheid van de achterkamertjes er iets mis ging in de besprekingen, die door de Partij van de Arbeid werden geregisseerd, niks geen openheid, niks geen onafhankelijke voorzitter, niks geen democratische verantwoording, niks geen nieuwe bestuurscul tuur. In het openbaar was besloten dat Partij van de Ar beid, CDA en PAL/GroenLinks een college zouden vormen. Daar bleek overigens iedereen ongelukkig mee te zijn. D66 inrui len voor PAL/GroenLinks levert natuurlijk geen bijdrage aan de zo noodzakelijke verbreding van het college, om over de consistentie van beleid maar niet verder uit te wijden. Voor iedere collegebeslissing kon het nodig zijn de leden raad te moeten raadplegen. Dus kwamen deze partijen in het geheim overeen dat een vierde partij gezocht zou worden. Er werd uitbundig getelefoneerd, maar dan wel onder regie van de Partij van de Arbeid. Die zou opnieuw weer uitmaken wat goed is voor Leeuwarden en wat niet. Eén telefoontje van het CDA naar de WD wekte de woede van de Partij van de Arbeid. Dat was tegen de afspraken in. Welke afspraken? Nou ja, tegen de geest van de afspraken. Dat noem ik draaierij. De Partij van de Arbeid wilde ineens van het CDA af om de eigen positie niet aan te tasten. Daar verzint men dan een argument bij en daarmee lijkt dan de kous af te zijn. Maar het gehele bouwwerk van het college staat nu fors uit het lood. Bij mijn fractie heeft de Partij van de Arbeid met name aan ongeloofwaardigheid gewonnen en dat is slecht in de politiek. Eigenlijk zou de raad een dergelijke partij, 19

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1995 | | pagina 10