alle consequenties van dien, ook qua huurlasten, dan wel, wan neer geconstateerd is dat de flat toch op de langere termijn in de woningmarkt geen goede plek heeft, kan men eventueel een besluit nemen tot afbraak. Maar uiteraard zal de feitelijke situatie van dat moment daarbij een rol spelen. De heer Bakker heeft ook gewezen op de terugval van de finan ciële middelen en vraagt of wij niet met behulp van wat crea tiviteit meer middelen moeten zien te bereiken. Hij heeft een paar voorbeelden genoemd waar je best kanttekeningen bij zou kunnen plaatsen, althans het is gemakkelijk om daar gelijk weer een heleboel verweer tegen in te brengen. Praktische be zwaren die er dan vooral zijn. Overigens als het gaat om on derhoud, als het gaat om herstel, dan worden de verschillende programma's van Stadsbeheer en Stadsontwikkeling in de sfeer van win-winstsituatie, werk met werk maken al aan elkaar ge koppeld. Dus wij proberen al zoveel mogelijk rendement uit de beperkte gemeenschapsmiddelen te halen. Je moet je zo langza merhand gaan afvragen, als je het hebt over de problematiek van met name de naoorlogse wijken, of dat in eerste instantie een problematiek van de techniek is of dat er niet veel meer achter zit. Ik denk dat dat laatste gewoon een feit is en dat het grote stedenbeleid ook kansen biedt. Ik denk ook aan inte gratie, omdat toch beleidsaccenten voor dit type wijken aan de orde zijn, om eens goed te kijken hoe die dingen elkaar kunnen versterken en toch eens te kijken of wij daar een betere in vulling aan kunnen geven. Natuurlijk kunnen wij dan kijken of wij daar ook ondersteuning van aanvullende werkgelegenheid en dergelijke bij kunnen betrekken. Ik kom dan bij de zorg van de heer Bakker over de monumenten zorg. Dat is terecht. Hij heeft een aantal concrete problemen genoemd. Van de andere kant is het gelukkig zo - en het is toch eigenlijk opvallend hoe weinig dat dan blijkbaar door klinkt - dat er nog wat centen over waren uit de jaarrekening 1995. Minister Zalm heeft samen met staatssecretaris Nuis be sloten om een eenmalige dotatie van f 275 miljoen subsidie beschikbaar te stellen. Dat is natuurlijk nogal wat als je weet dat het jaarlijks budget van de Monumentenzorg in de res tauratiesector zo'n f 8 5 miljoen is. Dan praat je over een substantiële verhoging de komende jaren. Overigens, als start punt om over drie-vier jaar weer een dergelijke dotatie te gaan doen met een hele systematiek daarachter, waardoor op langere termijn de sector ook financieel zich zelf kan gaan bedruipen via een revolvingfund' en dergelijke. Maar dat is er wel. Met andere woorden de problematiek van de monumenten 26 zorg is erkend. Dat betekent dat wij binnenkort aan de slag gaan met het verdeelmechaniek, hoe ga je dat geld over de ver schillende gemeenten met betrekking tot hun verschillende pro blematiek verdelen. Een van de punten die door mij met betrek king tot de monumentenzorg als reactie - ik mag voorzitter van de VNG-commissie zijn - naar voren is gebracht, is dat het tijd wordt dat staatssecretaris Nuis de PM-post, die hij op dit moment hanteert waar het de bijdrage van zijn departement in de stadsvernieuwingsmiddelen van VROM betreft, nu maar eens gaat invullen, omdat dat effect dat wij vroeger hebben gehad, die bijdrage van WVC toen nu OCW, juist een multiplier had ook in de stadsvernieuwing. Ik heb begrepen dat binnenkort een gesprek tussen de desbetreffende twee staatssecretarissen zal plaatsvinden. Laat ik voorop stellen dat wij het eens zijn dat er meer geld voor de monumentenzorg moet komen. Er is aanlei ding om te veronderstellen dat daar ook vanuit de landelijke optiek een invulling aan wordt gegeven. Het kan altijd meer. Maar ik denk dat wij op dit moment niet veel verder komen dan de rijksmiddelen die wij nu krijgen en de eigen dotatie van f 6 ton in het kader van de stadsververnieuwing. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. De Voorzitter: Ik stel vast dat een groot gedeelte van de agenda is afgewerkt en dat dit een goed moment zou zijn om een pauze in te lassen ten behoeve van koffie en overige zaken. Mag ik de fractievoorzitters verzoeken op de Nieuwe Zaal een kort contact met wethouder De Jong en ondergetekende te hebben voor een korte informatieve bijeenkomst. Ik schors de vergadering. De Voorzitter schorst om 20.40 uur de vergadering. De Voorzitter heropent om 21.10 uur de vergadering. 27

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1995 | | pagina 14