lingwerfstraatverzetten enkele mensen zich principieel om die
reden tegen deze aanpak. Die hebben vervolgens, dat is hun goed
recht, nogal wat argumenten erbij gehaald en ook een lijn uit
gezet in de desbetreffende straten die in ieder geval tot ver
warring heeft geleid. Dat is een van de redenen waarom wij een
communicatief probleem hebben gekregen met een groot aantal
mensen. Dat is juist. Maar laten wij nu niet doen alsof, zoals
de heer Beers dat formuleert, het subsidiepercentage bepalend
is geweest voor de commotie. Het is in eerste instantie de
principiële discussie of een overheid in mag grijpen of in moet
grijpen. Dat is de verwarring die bij mevrouw Van Ulzen be
staat, het gaat niet om een mandaat, het gaat om een wettelijke
verplichting, dat is even iets anders, om uiteindelijk een keer
in te grijpen. Dat was de principiële discussie en daarbij is
uiteraard ook, dat is altijd verstandig, het subsidiepercentage
als te laag gekenschetst. Voor honderd procent was iedereen
bereid om eventueel een aanschrijving te accepteren. Dat lijkt
mij niet helemaal de juiste gang van zaken.
De voortgang. Ik denk dat wij wel hebben vastgesteld dat de
bewoners en zeker ook de gemeente en de SVK geen enkel belang
hebben om op een verkeerde manier te communiceren met de mensen
waar wij juist heel intensief mee willen gaan werken. Want een
particuliere woningverbetering is per woning maatwerk, is niet
alleen in technische zin maar ook naar de opdrachtgever toe,
als het gaat om het tot stand brengen van het op het kleed
krijgen van voldoende middelen, allemaal maatwerk, dat is
allemaal persoonsgebonden. Pas aan het eind, als alle inzichten
beschikbaar zijn, moeten mensen ja of nee zeggen en niet zo-als
nu de suggestie is dat men op voorhand al ja moet zeggen. Voor
iedere situatie wordt een stukje maatwerk geleverd.
De Van Asbeckstraat
Met name mevrouw De Jong heeft gevraagd hoe wij hier nu con
creet mee bezig gaan. Ik heb al iets van de achtergrond gezegd
en in de commissie ben ik er wat uitgebreider op ingegaan. Wij
zitten in de situatie dat wij nu twee jaar aan het discussiëren
zijn en de helft van de mensen in principe bereid is mee te
doen. Wij hebben tot nu toe altijd de lijn gehad, en ik zou in
algemene zin altijd die lijn willen hanteren, dat er in ieder
geval, voordat wij een beslissing nemen of er collectief wordt
verbeterd (dat is wat anders dan collectief aanschrijven)er
voldoende draagvlak moet zijn. Daarbij zijn verschillende
percentages genoemd, aanvankelijk 90, later een duidelijke
meerderheid. Waar wij nu een beetje voor staan, dat is de
situatie in de Van Asbeckstraat, is dat een bepaalde groep zegt
dat zij eigenlijk best mee wil gaan doen, zo'n 50%, zich
afvragen of zij nu moeten wachten tot de anderen misschien
overtuigd zijn. Ik zou willen voorstellen - en ik hoor graag
namens de college of de raad daarmee zou kunnen instemmen - dat
wij in dit geval, wat afwijkend van andere situaties, degenen
die nu al gezegd hebben dat zij er serieus mee verder willen
gaan, in ieder geval garanderen dat de verbetersubsidie op
basis van het systeem zoals wij dat kennen doorgaat, zodat zij
niet afhankelijk worden een lange discussie. Met degenen die nu
nog niet hebben gekozen gaan wij afzonderlijk gesprekken aan om
te kijken of het nodig is en onder welke condities. Dan zullen
die mensen ook hun standpunt moeten innemen. Niet nu al
vaststellen dat zij sowieso mee moeten doen. Daar moeten wij
een aparte discussie over krijgen, zij het dat dit voor de
allerslechtste panden natuurlijk niet zo mag zijn dat dat een
ontsnapping is, want daar hebben wij wel degelijk de wettelijke
verplichting als gemeentebestuur om onze taak uit te oefenen.
Maar dan heb ik het over de slechtste panden. Ik vraag of de
raad zou kunnen instemmen met een dergelijke tussenfase, omdat
in dit gebeid, met name de Van Asbeckstraat, het probleem van
het draagvlak is ontstaan. Wij zijn er van overtuigd dat die
andere 50%, die nu nog niet heeft willen instemmen, voor het
grootste gedeelte, wanneer wij weer de ruimte krijgen om rustig
met hen daarover te praten en de situatie uit te leggen en de
plannen rustig voor te bereiden, mee zullen gaan doen. Ik denk
dat het dan allemaal op z'n pootjes terecht komt.
Dat voor wat betreft dit concrete probleem, want anders ben ik
bang dat wij te lang in de principiële discussies blijven zit
ten en daar is niemand mee gebaat, zeker ook niet de mensen die
denken dat zij er nu verstandig aan doen om vooral nee te zeg
gen. Ik kan mij voorstellen dat zij op termijn, als zij alle
informatie op een goede manier krijgen, toch van gedachten
zullen veranderen.
Dat wat betreft de Van Asbeckstraat.
De voortgang van de Vegelinstraten
Mevrouw De Jong heeft gelijk, je kunt vaststellen dat de
gigantische operatie stadsvernieuwing, als het gaat om de
verbetering van de woonomgeving en de woningen, in sommige
straten met name in Achter de Hoven en Vegelinbuurt op sommige
punten gewoon niet gelukt is. Waar het bijna altijd een zeer
geslaagd proces is, zie je in die straten weer een stuk terug
val Het is verstandig om daar nog eens goed met elkaar over te
praten of wij alsnog daar niet een wat steviger collectieve
aanpak in plaats van individueel moeten hebben. Je ziet nu toch
dat in een aantal gebieden waar men individueel de plannetjes
heeft gehonoreerd en niet alle panden in één keer heeft meege
nomen, de terugval al weer vrij aanzienlijk is en dat kan niet
de bedoeling zijn. Dat is overigens niet een gegeven dat speci
fiek in Leeuwarden geldt, ook in andere gemeenten is dit het
geval
Dus daar komen wij op terug
Voor de verbetering van woonomgeving verwijst mevrouw De Jong
naar Bouw- en woningtoezicht. Als het gaat over het handhaven
van de illegale bouw denk ik dat dat belangrijk is, zij het dat
de capaciteit van de gemeentelijke organisatie daar een belang
rijke rol in speelt. Maar willen wij gegarandeerd een stukje
rendement van onze gemeenschapsinvesteringen in dit soort buur
ten kunnen hebben, dan zullen wij toch moeten kijken of wij ook
26