Punt 17 (bijlage nr. 36)
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.
Punt 18 (bijlage nr. 41)
De Voorzitter: Aan de orde is Van toepassing verklaren
"gedragscode voor bestuurders voor het behouden en instand
houden van een integere overheid"
De heer Brok: Mijn fractie heeft in de commissie een voorbehoud
gemaakt bij dit voorstel. Wij hebben er nog eens goed naar ge
keken in de fractie en zijn ten slotte tot het besluit gekomen
om hier vanavond tegen dit voorstel te stemmen. Wel in het bij
zonder omdat het college zelf in de raadsbrief ook al aangeeft
dat een gedragscode niet nodig is, in wet en verordeningen is
integer gedrag goed geregeld. Mijn fractie wil dan ook het
voorstel doen om onze energie en creativiteit vooral te ge
bruiken voor zaken in deze gemeente die wel nodig zijn. In het
licht daarvan zijn wij tegen dit voorstel.
De heer Den Oudsten: Wij hebben dit in de commissie vrij
uitgebreid besproken en ik had eigenlijk niet willen reageren
maar de heer Brok dwingt mij er een beetje toe.
Daar wij vinden - en ik denk dat wij het daar met elkaar over
eens zijn - dat een gedragscode, tot stand gekomen via een
discussie over ethisch gedrag binnen het ambtelijk apparaat van
belang is, dat je dan ook als bestuurder datzelfde beleidskader
moet hanteren als toetsingskader waar je je eigen gedrag ook
aan kunt toetsen op het moment dat daar aan-leiding toe is. Ik
denk dat het niet meer dan normaal is dat dat gebeurt. Ik be
treur het dan toch dat de raad niet in z'n geheel deze code
onderschrijft, maar in ieder geval is het een zeer ruimte
meerderheid. Ik ga er overigens van uit dat ook de fractie van
de WD zich volgens deze code zal gedragen.
De heer Beers: Ik wil mijn dank aan de PvdA-fractie uitspreken
voor het starten van deze discussie met de nota "Het glazen
huis". Het resultaat van die discussie is een heldere uiteen
zetting van hetgeen wettelijk is vastgelegd en wat de eigen
verantwoordelijkheid van ambtenaren en bestuurders is. Hoewel
een gedragscode in principe wellicht niet nodig is, zijn wij
van mening dat het toch goed is dat deze code nu wel van toe
passing wordt verklaard. Ik sluit mij in die zin aan bij de
woorden van de heer Den Oudsten.
37
De heer De Jong (weth.)De heer Brok maakt een paar opmer
kingen met betrekking tot zijn opstelling in de commissie. Hij
vertaalt nu het voorbehoud dat hij destijds maakte tegen dit
voorstel. Ik betreur dat namens het college. De heer Brok zegt
dat je dit niet nodig hebt, het college schrijft dat zelf ook
in de raadsbrief. De heer Beers heeft er denk ik terecht op
gewezen dat daar staat "in principe is het niet nodig". Er is
een wettelijk kader, de raadsleden hebben de eed of gelofte
afgelegd. Waar het om gaat is dat wij destijds als college
besloten hebben om een gedragscode, na uitvoerige discussie in
de diensten, van toepassing te verklaren voor het ambtelijk
apparaat. Dan heb ik zoiets, namens het college, dat wij het
niet alleen laten bij het ambtelijk apparaat, maar tegelijker
tijd ook onszelf als bestuurders daar in neerzetten. Dat is
voor het college en de overgrote meerderheid van de raad, con
stateer ik nu, de motivering geweest om een identieke gedrags
code voor te stellen aan de raad voor het ambtelijk apparaat en
bestuurders. Waar het om gaat is dat het met name ook naar het
ambtelijk apparaat gericht is in de zin van, het wordt be
spreekbaar gemaakt, het is een instrument dat je in handen hebt
om zaken, die wellicht vroeger niet zozeer bespreekbaar waren,
als je daar wijs en verstandig mee omgaat je dat bespreekbaar
hebt
Ik zou nog eens een dringend beroep op de WD-fractie willen
doen om toch dit voorstel te ondersteunen. Ik zou bijna geneigd
zijn om te zeggen, wat is nodig om de WD-fractie over de
streep te trekken? Maar dan kom ik bij het onderwerp waar wij
vanavond over spreken. Ik laat dat maar achterwege.
De opmerkingen van de heer Den Oudsten namens zijn fractie heb
ik in feite kort herhaald in mijn eigen beantwoording. Ik ben
het daar van harte mee eens
De woorden van de heer Beers namens de PAL/GL-fractie onder
steunen een en ander nogmaals.
Ik denk dat ik daarmee voldoende heb geantwoord. Ik wacht met
spanning de tweede termijn van de WD-fractie af.
De heer Brok: Wij laten ons niet verleiden tot politiek
hobbyisme. Ik heb ook veel waardering voor al die inspanningen
die de PvdA-fractie gedaan heeft om te komen tot de notitie
"Het glazen huis". Maar ik heb in de commissie al gezegd dat ik
het bijgevoegde in deze raadsbrief een slap aftreksel vind van
die notitie. Ik heb toen inhoudelijk al voldoende gereageerd.
Ik blijf bij het standpunt namens mijn fractie. Natuurlijk is
het zo, mijnheer Den Oudsten, dat wij ons eigen gedrag zullen
toetsen aan de reeds gecodificeerde wetten.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
38