alleen en dat het om veel meer speerpunten gaat, onder andere
milieu en leefbaarheid en dat wij ons ook daar ten volle op
zullen moeten richten.
Tot slot wil ik mij aansluiten bij wat mevrouw Schaafsma heeft
gezegd. Ik het verleden is besloten om een deel van het geld
dat naar de bijzondere bijstand toe zou een andere bestemming
te geven, het ging om zo'n f 5 ton. Wellicht dat dit besluit in
de toekomst terug gedraaid kan worden.
De heer FeddemaOok de WD-fractie is akkoord gegaan in de
commissie. De vragen die mevrouw Schaafsma gesteld heeft,
onderschrijft ook de WD-fractie. Wij hebben al meerdere malen
gepleit om het geld dat over is in de bijzondere bijstand te
behouden voor de bijzondere bijstand. Ook wij vragen daar
aandacht voor
Voor de rest alle lof voor het vele werk dat in het voortraject
is gedaan vooral door de ambtelijke dienst.
(Mevrouw De Bruin: Het gaat niet om een overschot van de bij
zondere bijstand, maar het gaat om aanwending van middelen die
niet toegekend zijn aan de bijzondere bijstand.)
Mevrouw De Haan (weth.)Ik ben blij dat in ieder geval een
grote meerderheid in de raad het plan van het college steunt om
een projectorganisatie in het leven te roepen om het Grote
Stedenbeleid echt tot een succes te maken, en dat de raad het
convenant zoals wij dat hebben afgesproken met het rijk ook
inhoudelijk wenst uit te voeren en zich dus aan de verplich
tingen wenst te onderwerpen die wij in termen van afspraken met
het rijk hebben gemaakt. Op dat laatste punt verwachtte ik ook
niet bepaald weerstand uit de raad, want dat convenant was
natuurlijk al eerder bekend bij de raad. Als de raad had gevon
den dat dat helemaal verkeerd was, dan had ik dat ongetwijfeld
al eerder gehoord.
Maar de projectorganisatie is naar ons idee ook nodig om er
voor te zorgen dat wij aan die verplichtingen kunnen voldoen.
Voor wat betreft de financiering, dan ga ik in op een aantal
vragen van verschillende fracties, is mijn lijn steeds geweest
dat de relatie tussen sociale vernieuwing en Grote Stedenbeleid
zo duidelijk aanwezig is, dat kan je uit het convenant ook
lezen, dat als je een projectorganisatie Grote Stedenbeleid
optuigt, tegelijkertijd voor de wijkaanpak een eigen project
organisatie in het leven roept. Dat is nadrukkelijk het plan
waar wij mee bezig zijn, maar dit is nog niet afgerond in
termen van een voorstel aan de raad voorleggen. Dan is het
daarmee overbodig om voor de aanpak van de sociale vernieuwing
nog een aparte projectorganisatie te hebben. Mijn idee is dus
geweest om de Projectorganisatie Sociale Vernieuwing op te
heffen en die gelden die nu in het Fonds Sociale Vernieuwing
zitten, die niet bedoeld zijn voor activiteiten, maar die wij
9
nu uitgeven aan organisatiekosten, in te zetten deels voor de
Projectorganisatie Grote Stedenbeleid en deels voor de plannen
waarvoor wij straks in de raad komen, de wijkaanpak. Want wij
hebben natuurlijk een projectleider Sociale Vernieuwing, wij
hebben financiële ondersteuning, die zitten in de organisatie
kosten van sociale vernieuwing. Dat betekent dat ik de lijn heb
uitgezet, waarbij het nadrukkelijk de bedoeling is om de gelden
die in het Fonds Sociale Vernieuwing aanwezig waren voor acti
viteiten om daar niet aan te komen. Het gaat dus niet ten koste
van activiteiten. Het enige uitzondering die daarop is zijn de
frictiekosten van f 50.000,--, die wij niet geraamd hadden bij
het Verdeelbesluit Sociale Vernieuwing. Ik denk dat die
frictiekosten wel nodig zijn, omdat wij met het aan de ene kant
nu oprichten van een projectorganisatie Grote Stedenbeleid niet
op hetzelfde moment sociale vernieuwing kunnen afbouwen. Er zal
nog wat tijd nodig zijn om dat af te bouwen. Wij verwachten dat
daar wellicht enige ruimte voor nodig is. Ik denk dat je die
kosten ook zou mogen toerekenen aan het Fonds Sociale
Vernieuwing
Mevrouw Schaafsma heeft gezegd dat zij nog wil terugkomen op de
gelden die voor de bijzondere bijstand indertijd bezuinigd
zijn. Die middelen zijn voor een deel - zo is de constructie
geweest - gestort in het Fonds Sociale Vernieuwing. Overigens
ongeoormerktdus bedoeld voor activiteiten in het kader van
sociale vernieuwing. Je kunt niet zeggen dat ze voor dat doel
in het Fonds Sociale Vernieuwing zijn gestopt. In de tweede
plaats zou ik willen zeggen dat op het moment dat er plannen
liggen, bijvoorbeeld in het kader van het Minimabeleid, die te
maken zouden hebben met achterstandssituaties - en daar praat
je bij minima natuurlijk al gauw voor - dan is het Fonds
Sociale Vernieuwing daar uitermate geschikt voor en nog steeds
denk ik dat je in het kader van het Grote Stedenbeleid middelen
uit het Fonds Sociale Vernieuwing voor die groepen zou kunnen
benutten. Ik heb veel liever dat wij output gericht denken,
plannen ontwikkelen, resultaten vastleggen en dan kijken wat de
geëigende middelen zijn, dan komt het Fonds Sociale Vernieuwing
in aanmerking, dan dat wij nu input-gericht denken en ergens
een potje maken waarvan wij zeggen dat wij daar later misschien
plannen voor gaan maken. Uiteindelijk zal de raad daar een
besluit over nemen. Ik ben er dus voor om goede plannen te
ontwikkelen in het kader van het minimabeleid en ik ben er ook
voor om daar dan de financiële middelen bij te zoeken. Dan is
het Fonds Sociale Vernieuwing een van de mogelijkheden. Ik zou
liever die richting kiezen dan daar nu claims op te leggen.
Mevrouw De Jong heeft met name gewezen op de tijdsdruk die er
is om nu het convenant er ligt, de projectorganisatie vanavond
wordt besloten, of het nu wel lukt om in zo'n korte tijd al die
actieplannen voor elkaar te krijgen. Ik moet zeggen dat het een
enorme uitdaging is, ook een beetje een experiment, maar aan de
andere kant vinden wij het van dermate groot belang dat wij
hebben ingestoken op het feit dat het gewoon moet. Vanaf het
10