komende tijd samen met de CDA-fracties van overige gemeenten en
de statenfractie hard voor maken. Er zal eind mei/begin juni
een notitie verschijnen en afhankelijk van wat daarin staat
zullen we opnieuw onze positie bepalen met betrekking tot her
indeling. Vooralsnog zijn we daar tegen.
De GGD
De taken ten aanzien van collectieve preventie volksgezondheid
liggen bij de regio, zijnde de GGD en de beleidszaken liggen
bij de gemeente. In denk dat dat niet goed in de reactienota
staat. Met betrekking tot de voorstellen zou het onze voorkeur
hebben om de GGD op te schalen naar een provinciaal niveau. Dat
zou ook beter passen bij het uitgangspunt van democratische
legitimatie. Dat laat de huidige wet op dit moment niet toe.
Een GGD in een gemeenschappelijke regeling van 31 gemeenten is
ook tegenstrijdig met de uitgangspunten van bestuurlijke ver
nieuwing. Ons voorstel zou zijn, onderzoek of er een provin
ciale GGD kan komen, bijvoorbeeld via een experimenteerwetje.
Afhankelijk van de antwoorden van het college hadden wij een
motie willen indienen in tweede termijn, omdat er een ligt van
D66 is dat in ieder geval niet meer nodig.
U begrijpt hoe wij daar over denken.
Herstructurering VFG
Het CDA is nogal kritisch geweest en is nog steeds niet onder
de indruk van de voorgestelde communicatiestructuur tussen
gemeenten en provincie. Ook de heer Hoogeveen heeft daar over
gesproken. 31 Gemeenten ten opzichte van één provincie. Het
risico zit er in dat er een soort verdeel en heers ontstaat.
Een bestuur met 7 commissies. Voorzitter, hoe zit het met de
democratische legitimatie van dit overleg? Wat is, wat wordt
concreet de positie van Leeuwarden hierin? Heeft, krijgt
Leeuwarden daarin een gewogen stem en is het überhaupt wel
mogelijk 31 gemeenten op een lijn te krijgen?
Daar zou :.k he:t bij willen laten en afhankelijk van de beant
woording zullen we gaan kijken hoe we gaan stemmen.
De heer Beers: Voorzitter, er is een hele lange discussie
gevoerd over dit punt en dat maakt een korte reactie mogelijk.
Onze grootste zorg betreft de milieudienst.
We zijn van mening, dat Leeuwarden een goede en goed toegeruste
sector/afdeling milieu heeft. Een sector die inderdaad, zoals
is overwogen, haar diensten aan andere gemeenten zou kunnen
aanbieden. Het voorbehoud op dit punt van het College van
Burgemeester en Wethouders heeft dan ook onze instemming als
het college daarmee bedoelt dat wij onze gemeentelijke ambte
naren in dienst wensen te houden en onze taken zelfstandig
willen blijven uitvoeren. Als wij daaronder hetzelfde verstaan,
gaan wij akkoord met de reactie zoals het college die heeft
opgesteld. Zo niet, dan zullen we daar in tweede termijn wel
licht een amendement met die strekking voor indienen.
Voor wat betreft de moties zoals die door de WD-fractie over
de politie en door D6S-fractie over de GGD zijn ingediend,
22
willen we graag de reactie van het college afwachten. Het lijkt
er bij deze twee punten inderdaad op dat de uitgangspunten van
de stuurgroep, waar het betreft opheffen van steunstructuren en
democratische legitimatie, niet helemaal consequent worden
doorgevoerd
In de commissie heb ik ook al benadrukt, dat als wij samen met
de provincie kunnen werken aan een versterking van de positie
van Leeuwarden en daarmee aan een versterking van de positie
van Friesland, is dat een ontwikkeling die wij van harte toe
juichen.
Als laatste wil ik in alle serieuzigheid de fractievoorzitter
van de WD vragen of hij bedoelt dat een tweede vliegveld bij
Lelystad dergelijke milieugevolgen heeft die hij niet wil toe
staan, maar als dat in de Markerwaard gebeurt, dat anders ligt?
CDe VoorzitterZou ik de vragenstellers over en weer mogen
vragen dit maar buiten de orde te beschouwen. Wij voeren hier
geen discussie over de vijfde nota Ruimtelijke Ordeningnoch
in Nederland noch in Noord-Nederland, maar alleen over Fries
land vanuit de zaken van Leeuwarden.)
Hier zal ik het dan daar maar bij laten, voorzitter.
Mevrouw Visser: Op basis van, zoals het in de nota staat,
werkbaar of minimaal experiment waard, ga ik grotendeels
akkoord met de voorstellen met uitzondering van punt i, de GGD.
Als de mogelijkheid er wettelijk is om daar één provinciale
instantie van te maken, wil ik dat amendement van de D66- en
WD-fractie graag ondersteunen.
Ik ben tegen punt g, te weten de voorstellen met betrekking tot
de bevoegdheidsverdeling en de uitvoeringsorganisatie op het
gebied van het milieu.
Wat betreft de bevoegdheidsverdeling, ik vind dat die alleen
bij bovenlokale aspecten overgedragen moet worden aan de pro
vincie. Immers, de uitgangspunten van Fryslan Fernijt zijn:
lokaal wat lokaal kan. Met name Leeuwarden is uitstekend in
staat ook complexe vergunningen te verzorgen.
Dan de vormgeving van de uitvoering. In haar reactie op de
voorstellen verwoordt het college dat Leeuwarden uitstekend in
staat is zelf vergunningverlening en handhaving te verzorgen,
dat ze zelfs andere gemeenten van dienst kan zijn. Maar via een
eigenaardige gedachtenkronkel gaat zij uiteindelijk toch ak
koord met het voorstel van de stuurgroep: het opzetten van één
Friese milieudienst. Waarbij aangetekend moet worden, dat de
stuurgroep op haar beurt volledig is voorbijgegaan aan het
advies van de werkgroep Uitvoeringsorganisatie, namelijk
centrumgemeentemodel. Zowel de stuurgroep alc het college
trekken zich blijkbaar niets aan van wat de basis van de be
stuurlijke vernieuwing heet te zijn: "lokaal doen wat lokaal
kan, zowel beleidsmatig als uitvoerend" (pagina 3)
Leeuwarden heeft een prima milieudienst met bekwame en gemoti
veerde mensen. Je zou wel gek zijn als gemeente om jezelf
willens en wetens te verzwakken. De expertise van de mensen die
nu vergunningen verzorgen, wordt ook ingezet op andere milieu-
23