bestuursinstrument heel serieus uit te werken en te gaan uit
buiten.
Dat is van de zijde van het college wat ik u gaarne zou willen
voorhouden
Ik kijk nog even of er punten zijn blijven liggen die in de
hoek overige aspecten genoemd zouden kunnen worden. Dat is
zeker de opmerking van de heer Krol over de financiën.
Ieder stuurgroeplid en ook de werkgroepleden gaan ervan uit dat
het opschonen van de WGR-structuren een budgettair neutrale
operatie is en kan zijn. Er is ook nog geen signaal, de heer
Krol vroeg daar naar, dat de eerste twee jaren bijvoorbeeld
extra implementatiekosten met zich mee zouden brengen. Ik vind
ook dat het kan en dat je het moet willen om deze operatie bud
gettair neutraal te laten verlopen. Want uiteindelijk gaat het
toch om minder secretariaten. Er zijn er nu drie. Het gaat om
minder staven dan er nu zijn en dat moet leiden tot een vorm
van efficiency. Zeker als je zegt dat het traject ook over
vier-vijf jaar mag worden uitgesmeerd en daarbinnen moet het
budgettair neutraal zijn, is dat wel degelijk mogelijk. Als we
nu al zien hoe het zit met het fusieproces GGD, wat dat zou
kunnen betekenen, dan is dat een teken aan de wand dat ook wat
dat betreft het een positieve geruststelling op dit punt te
zien geeft. (De heer KrolMaar ook op dit moment is het nog
niet zeker of helder wat het de eerste twee jaar kost? Zijn er
nog geen voorstellen ontwikkeld in de loop van deze maanden hoe
dit zou moeten worden uitgewerkt, wat het kost, wat voor
organisa-ties nodig zijn?) Wat erover gezegd is, is dat op
zichzelf de taken worden herverdeeld en dat daarmee de
financiën die daar-mee annex zijn die lijn volgen en dat de
eventuele implementatie en frictiekosten, bijvoorbeeld ontslag
omdat drie GGD'en minder directeuren noodzakelijk maken dan de
huidige, natuurlijk worden gecompenseerd door het feit dat er
dan ook vacatures ontstaan.
Het wegwerken van een overbodige directeur kost wel geld, maar
van drie naar één directeursfunctie scheelt wel twee. Die zaken
moeten elkaar in de praktijk opheffen en bij iedereen is voluit
de verwachting dat dit ook lukt. De drie regio's hebben wat dat
betreft ook al flankerend beleidsgelden uitgetrokken binnen hun
bestaande door de raden goedgekeurde begrotingen, om de komende
twee jaar dit proces ook letterlijk handen en voeten te geven.
Daarmee kom ik ook op de opmerking van de heer Jacobse. Het
wordt wel eens vergeten dat Friesland nu heeft bewezen de
hulpstructuren, de drie WGF-structuren, in feite inderdaad te
kunnen integreren of op Friese schaal of door taken terug te
leggen naar de gemeenten. Het verdwijnen van die gemeenschappe
lijke regelingen is inderdaad een grote winst die ingeboekt kan
worden
Tegen de heer Stoker zou ik willen zeggen dat ik uit zijn bij
drage heb begrepen dat hij ervan uitgaat dat de provinciale
brandweer de totale brandweerorganisatie in Friesland zal be
helzen. Dat is niet het geval. De lokale brandweer blijft
volledig autonoom - veel sterker dan de eventuele lokale
politionele eenheden die wij kunnen zien - met eigen begro
tingen door de raden vastgesteld. Dat betekent dat alle
30
aspecten rondom vrijwilligers altijd vanuit de lokale autonome
brand-weren zullen worden behartigd. Dus een vrees dat het daar
minder goed zou gaan bij provinciale aansturing is er niet,
want het begrip vrijwillige komt daar niet aan de orde. Het
zijn de professionals die nu de toppen van de regionale brand
weren volgen.
Mag ik kijken naar wethouder De Jong of hij ter zake van de GGD
enkele opmerkingen wil plaatsen?
De heer De Jong (weth.)Een paar aanvullende opmerkingen.
We hebben dit in de Commissie Bestuur en Middelen ook vrij
uitvoerig over gesproken.
Terecht zegt de voorzitter dat het hier gaat om een vrij zware
lokale taak, als je ook kijkt naar de reacties van de VNG. Er
zal aanstaande woensdag overigens in de Commissie Bestuur en
Middelen een notitie worden besproken over de taak van de
lokale overheid en daar staat het verhaal van de GGD ook nog
een keer in. We hebben in de commissie de zaken de revue laten
passeren. De afweging die gemaakt is, is enerzijds pro-provin
cie, de directe democratische legitimatie. Pro-gemeente is het
een taak die verankerd is in de Wet collectieve preventie en
die hoort dus uitgevoerd te worden en ook beleidsmatig aange
stuurd te worden vanuit het lokale niveau. Dat is ook voor het
college doorslaggevend geweest in haar standpunt ten aanzien
van de GGD.
Ik constateer dat de VNG ook op hetzelfde standpunt staat. In
de visie van het college zou het zo moeten zijn dat je een
lichte gemeenschappelijke regeling in het leven roept voor
afspraken die je met elkaar maakt in deze provincie over het
basispakket. Dan heb je het dus louter en alleen over de wette
lijke taken die je zijn opgedragen vanuit het rijk. Heb je het
over aanvullende pakketten, dus wat kan die GGD nog meer doen -
wij maken er ook gebruik van op dit moment zo zijn er meerdere
gemeenten - dan sluit je daarvoor als afzonderlijke gemeente
subsidie-contracten met die GGD, die daardoor ook veel flexi
beler kan gaan opereren. Het argument om het dus bij de gemeen
te te laten is, het is een louter gemeentelijke taak, een dui
delijke gemeentelijke taak. Ik denk dat je op de wijze zoals ik
zonet heb geformuleerd, dus het basispakket voor vier jaar
vastleggen met de 31 gemeenten in een lichte gemeenschappelijke
regeling, dan heb je daar ook geen misverstand over, heb je ook
geen verschil tussen gemeenten en zodoende kan er wel variatie
ontstaan in allerlei aanvullende pakketten.
Ik denk dat de argumenten wat dat betreft verder gewisseld zijn
zoals die in de commissie genoemd zijn en zoals die hier vana
vond ook over tafel gegaan zijn.
De heer Brinks (weth.)Namens het college heeft de voorzitter
al duidelijk gemaakt wat het standpunt van het college is. Ik
heb begrepen uit de bijdrage van alle partijen, dat men dat ook
ondersteunt, dus het feit dat de uitvoeringsorganisatie, zoals
die zal worden, eigenlijk nog heel erg open ligt.
Ik wil nog een opmerking maken in de richting van mevrouw
31