heid van mijn fractie tegen het voorbereidingsbesluit zal stemmen en die verhoudingen zijn door onze enigszins uitgedunde situatie vanavond, niet veranderd. Dat betekent dat de kleinst mogelijke meerderheid van de PvdA-fractie voor stemt. Eveneens op goede gronden. Immers aan geluidsisolatie, veiligheid en parkeeroverlast blijkt volgens de plannen het nodige te worden gedaan. Het bestuur van de vereniging heeft zich herhaaldelijk bereid verklaard met bewoners tot afspraken te willen komen. Er bestaat een koepeloverleg van de studentenverenigingen met de politie. Dit lijkt de mogelijkheid te bieden dat overlast in de toekomst binnen de perken wordt gehouden. Voorts heeft een concentratie van studentensociëteiten ook voordelen: dicht bij de overige uitgaansgelegenheden en dichtbij elkaar. Zwalkende tochten door nachtelijk Leeuwarden zijn dus niet nodig en waar momenteel al overlast van de drie sociëteiten is, kan de overlast van een vierde maximaal een kwart aan het totaal toevoegen. De overlast is dan dus relatief, terwijl die elders in de stad absoluut zou zijn. Het komt er nu op aan dat de bewoners en studenten over die overlast tot goede afspraken komen. Het is de taak van de politie om op naleving van die afspraken toe te zien. De vertegenwoordigers van die vereni gingen hebben zich sociaal getoond, het is nu een kwestie van goed leidinggeven om dat ook bij de leden te bewerkstelligen. Tot slot nog wat ons hoop kan geven. 'Osiris' was als Egyptische god niet alleen de belichaming van alle agrarische krachten, maar ontwikkelde zich uiteindelijk tot de heerser van het dodenrijk. Zijn speciale taak was het de dode zielen bij de ingang te wegen tegen een veer, alles wat ze zwaarder waren was een overmaat aan aardse zonden waarop hun de toegang tot het dodenrijk kon -worden ontzegd. Was de vereniging zich dit bewust toen deze naam gekozen werd? Ongetwijfeld. Daarom is het hen bekend welk lot ze over zich hebben afgeroepen. Ze zullen zich aan strikte normen moeten houden, want ze worden allemaal gewogen en zullen daar eventueel in een ander leven zwaar voor moeten boeten. De heer Bilker: In de commissievergadering van 21 mei jl. heeft onze fractie het standpunt gehuldigd dat zijonder enkele voorwaarden weliswaar, akkoord moet gaan met dit voorberei- dingsbesluitIk zei onder voorwaarden, omdat op datzelfde moment ook nog de wethouder met een toezegging kwam van de werkgroep Herenwaltje over een overleg situatie, waarin afspraken werden gemaakt omtrent verbetering en naleving van regels van orde, een soort straatbeleid verhaal. Dat hebben we toen voor waar aangenomen, daarna zijn wat dat betreft ook stukken naar ons toegekomen. Ik neem aan dat dat nog allemaal geldt. Alleen de rol, dat hebben we gevraagd en dat herken ik nu niet terug, van de gemeente daarbij, zeker in de aanvang, daar zal toch zeker ook gestructureerd overleg aan de orde moeten zijn waar de gemeente in participeert, als het gaat bijvoorbeeld om punten van openbare orde. Ook hebben wij toen als CDA-fractie gezegd dat het een aantrekkelijke straat en route moet blijven. Daar hebben wij als gemeente verantwoorde lijkheid voor. Verder zijn wij het geheel eens met de uitgangs punt van het college als het gaat om de uitvoering van het 26 Herenakkoord en zo belanden wij weer op het Herenwaltje. De heer Bakker: Ik heb in de commissie gezegd dat Leeuwarden studentenstad is en dat de gemeente Leeuwarden onzes inziens dient te zorgen dat de studenten van het Van Hall Instituut een locatie krijgen aangewezen waar een sociëteit gevestigd kan worden. Verder is gebleken dat het erg moeilijk is een locatie te vinden. Ook in de aanbiedingsbrief van het college staat dat het Herewaltje daar erg geschikt voor is. A, er is een pand. B, het valt binnen het gebied van de vrije sluitingstijden. Gezien de aard van de bezigheden is dat misschien wel de beste plek om dit te vestigen. Dat betekent dus dat wij als fractie belangen afwegingen moeten plegen tussen het belang van de sociëteit en het belang van de aanwezige bewoners en neringdoenden, dat in dit geval in het voordeel van de sociëteit uitvaltWe hebben tijdens de commissievergadering ook gesproken over een aantal mitsen en maren. We hebben hierover nog een aanvullend schrijven gekregen, dit zal morgen in de Commissie Stadsontwik keling aan de orde zijn. Het is goed dat het morgen aan de orde komt, maar ik wil het er vanavond wel bij betrekken. Er wordt daar onder andere gezegd dat er eisen gesteld zullen gaan worden aan het een en ander. Daarvan wordt ook gezegd dat het handhaven daarvan moeilijk ligt. Ik vind dat op zich iets te eenvoudig. Je kunt naar mijn mening best, zoals de studentenve renigingen hebben gezegd, door middel van portiers, die daar zullen komen, voorkomen dat er blikjes fris of bier of wat dan ook mee naar buiten worden genomen. Je kunt in ieder geval hoe dan ook de hinder inperken. Ik vind dat dat ook nagekomen moet worden. Dat is ook één van de redenen waarom wij vanavond wel met het voorbereidingsbesluit akkoord zullen gaan. Maar er moet wel uiteindelijk ook nog een feitelijk omzetting ex artikel 21 plaatsvinden. Mijn fractie is van mening dat dan eerst toch een en ander duidelijk geregeld moet worden, voordat we het defini tieve ja zullen zeggen. We zullen wel akkoord gaan met het voorbereidingsbesluit, maar we gaan ervan uit dat op het moment dat feitelijk die artikel 21 van toepassing gaat worden, aan de vele mitsen en maren inhoud is gegeven. Eén van de mitsen is dat er in ieder geval een fatsoenlijke regeling wordt getroffen om fietsen neer te zetten en dat dat ook gehandhaafd wordt. Dat de gemeente in ieder geval ook in dat overleg treedt met de belanghebbenden, wat we hadden afgesproken. Want dat kan waar schijnlijk heel veel narigheid voorkomen. We hebben het hier vanavond ook al over wat praktische pragmatische redenen gehad. Het feit ligt er wel dat als één van de bewoners een bodem procedure begint, er de komende drie jaren geen sociëteit is. Ik zie ook niet in wat we daar met z'n allen mee opschieten. Ik zou toch aan de wethouder willen vragen het uiterste te doen om dat te voorkomen. Verder rest ons dan voor de belanghebbende te wijzen op het feit dat ze waarschijnlijk planschade kunnen aanvragen. De heer Feddema: In de commissie zijn wij akkoord gegaan. De volgende opmerking moet mij toch nog van het hartLeeuwarden studentenstad daar zijn we trots op, daar zijn we zeer blij mee. Het feit dat bepaalde voorzieningen dan getroffen moeten 27

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1996 | | pagina 14