vreemd dat daar nooit bij stil is gestaan. Dit bewijst mijns inziens dat een aantal instrumenten van het vrouwenvoorkeurs- beleid tot doelen zijn verheven. Misschien is de constatering, dat nooit echt een doel bereikt is, ook wel reden dat het college sinds de eerste commissievergadering over dit onderwerp niet meer spreekt van een evaluatienotitie, maar over een discussienotitie. Eigenlijk moeten we hier vanavond de conclu sie trekken dat wij het beleid, dat we eindelijk wilden evalueren, niet geëvalueerd hebben en dus in feite nog geen stap verder zijn. Mijn fractie had en heeft een probleem met de uitgangspunten, zoals die in de notitie van 6 februari 1990 geformuleerd zijn en die het college ook in de toekomst als uitgangspunt wil handhaven. Deze uitgangspunten, middelen om het doel te be reiken, keuren wij op principiële gronden af. Het gaat om het uitgangspunt dat bij alle vacatures geldt dat bij ongeveer gelijke geschiktheid de voorkeur dient uit te gaan naar een vrouwelijk kandidaat en in de functies waarin vrouwen onderver tegenwoordigd zijn het selectie- en benoemingscriterium "voldoende geschiktheid" wordt gehanteerd. Onzes inziens is vanuit liberaal perspectief alleen het uitgangspunt: "in functies waar vrouwen ondervertegenwoordigd zijn, wordt bij gelijke geschiktheid voorkeur gegeven aan een vrouw" verdedig baar. Keur je die twee eerder genoemde uitgangspunten goed, dan ga je niet meer uit van de gelijkwaardigheid van de mens of in niet-liberaal jargon, de gelijkheid van de mens. Kies je ervoor de eerstgenoemde uitgangspunten te handhaven, dan kies je ervoor dat mensen ongelijk behandeld worden op basis, naar de mening van mijn fractie, van irrelevante gronden. Door ongelij ke behandeling krijgt een bepaalde groep mensen, in dit geval vrouwen, meer kansen en wordt een andere groep achtergesteld. Een dergelijke situatie bestempelt de WD-fractie als oneer lijk, ook al zou het dienen om een bestaande ongelijke situatie op te heffen. Immers het kwaad behoort niet in dienst genomen te worden om hetzelfde kwaad te bestrijden. Deze mening hebben we al jaren. De evaluatie die we voorstonden had in ieder geval kunnen aantonen dat de door ons verfoeide instrumenten effec tief waren geweest. Dan had het college de tegenstanders van de eerste twee uitgangspunten, die wel achter het doel staan, wellicht kunnen overtuigen om de instrumenten ook in de toe komst te gebruiken. Nu er absoluut geen aanwijsbaar positief effect blijkt te zijn, vinden wij het tijd om afscheid te nemen van deze twee uitgangspunten. De discussie naar het najaar verschuiven en vervolgens dan weer verder praten, heeft wat ons betreft geen zin. Wel kunnen we de komende maanden kijken naar andere instrumenten die mogelijkerwijs naast de, ook op dit moment, vigerende instrumenten ingezet kunnen worden. De motie van de PvdA willen we ondersteunen, omdat die onzes inziens een positieve insteek heeft voor de discussie die we de komende maanden met elkaar kunnen gaan voeren. De heer De Jong (weth)We hebben in de Commissie Bestuur en Middelen, aan de hand van de notitie die u voorgelegd is, uitgebreid gediscussieerd over het vrouwenvoorkeursbeleid en het personeelsbeleid en allerlei instrumenten die daarbij annex zijn. Het is inderdaad opgemerkt, het is niet zozeer een 38 evaluatienota, maar een notitie voor de politiek bestuurlijke discussie, dat heeft de heer Brok wel terecht gezien. Of de argumentatie die hij daar onder houdt klopt, waarom het college van die evaluatie afgezien heeft, dat waag ik overigens te betwijfelen. Ik denk dat de notitie een helder en op zich genuanceerd beeld geeft van de aanpak van het hele brede pakket waar we het over hebben. Bij vrouwenvoorkeursbeleid heb je het, en dat is door meerdere sprekers hier opgemerkt, niet alleen over het begrip positieve actie bij werving en selectie, maar je hebt meerdere instrumenten, met name binnen je organisatie zelf. Ik denk dat de notitie daar een heel genuanceerd beeld van geeft. Er ligt ook een heel uitdrukkelijk pleidooi voor de inzet van een cultuuromslag. Wij hebben daar in de commissie ook met elkaar over gesproken. Waar het nu om gaat is dat door een aantal fracties, en dan met name de indieners van de motie die door de heer Brok naar voren is gebracht, er één element uitgehaald wordt, naar de smaak van het college, uit de hele discussie, namelijk het begrip 'voldoende geschiktheid' Iedereen die bezig is en die zich regelmatig bezighoudt met werving en selectie, weet dat er uitgegaan wordt van profiel schetsen. Dat selecteurs, laten we het zo even omschrijven, met profielschetsen soms bijvoorbeeld een schaap met vijf poten - vergeef me de uitdrukking, maar u begrijpt precies wat ik bedoel - zoeken. Met andere woorden de suggestie die wel eens gewekt wordt dat met een passage als 'voldoende geschiktheid' niet voldoende kwaliteit binnen zou komen, dit wens ik uitdruk kelijk te weerspreken. Kijk naar de profielschets, dat is het uitgangspunt en daar wordt op geselecteerd. Werving en selectie, we hebben er over gesproken. De discussie die op dit ogenblik in organisatieland plaatsvindt gaat heel bewust op dit ogenblik over, en dat is door meerders spreker van u ook opgemerkt, heel divers samengestelde teams, afdelin gen, sectoren binnen de gemeentelijke diensten. Een sterke organisatie heeft er belang bij, en dat is terecht opgemerkt, ook de heer Sluiter heeft daar nadrukkelijk op gewezen ook in zijn motie, dat de organisaties breed zijn samengesteld. Emancipatiebureau Friesland is bezig met de ontwikkeling van een zogenaamde diversiteit audit, waarin je kunt kijken, niet zozeer uitgaande van de positie van de vrouw, maar van die organisatie, wat voor belang de organisatie heeft aan divers samengestelde teams. Daarbij is vrouwenvoorkeursbeleid dan ook aan de orde. Ik denk dat de komende maanden daar ook onderzoek naar gedaan zou kunnen worden binnen onze eigen organisatie, hoe je dat beleid vorm zou kunnen geven. Eén element wordt er nu uitgehaald, ik vind dat spijtig, ik heb dat in de commissie ook gezegd. Wij zijn bezig en nu is het collegebesluit en het voorstel, wat het college nu in de raadsbrief doet om de komende maanden na te gaan of de optimalisatie van de instru menten - de heer Brok het zijn de instrumenten en niet uit gangspunten - verder kan plaatsvinden. Kijkend ook naar wat op dit ogenblik steeds meer in organisatieland gebruikelijk is, met die instrumenten proberen te optimaliseren, die discussie ook uitdrukkelijk met u als raad en met Commissie Bestuur en Middelen aan te gaan. Dat zouden wij heel graag willen. Daarom is het denk ik onverstandig dat op dit ogenblik één element daar alvast uitgelicht wordt, zo van daar hebben we op dit ogenblik geen behoefte meer aan, dat laten we voor wat het is 39

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1996 | | pagina 20