zijn De heer Hoogeveen: Ik denk dat ik namens de D66-fractie duide lijk ben geweest over de lijn, zoals wij die graag inzetten voor de toekomst met het interne emancipatiebeleid. Namens het college heeft de heer De Jong gezegd dat hij liever met het hele verhaal in het najaar de discussie had gevoerd en dan over het geheel en niet alleen over dit ene instrument. Op zichzelf begrijp ik die insteek wel vanuit het college. Er is ook wel iets voor te zeggen, maar aan de andere kant denken wij dat als we dat gedaan hadden, dat dan weer de discussie alleen over dit zeer omstreden onderdeel van het interne emancipatiebeleid was gegaan en dat we weer niet toe gekomen waren aan die dingen waar het nu echt om gaat, aan de echte instrumenten en de doel stellingen van het beleid. Dan kan er nog een spraakverwarring gaan ontstaan, zoals die net al even ontstond tussen de heer Krol en de heer De Jong, over de vraag, is dit nou een uit gangspunt of een instrumentDat is een probleem dat we in deze raad wel vaker hebben als we het over beleidskunde hebben. Er zitten hier niet altijd de deskundigen, die je in de wetenschap tegenkomt, en zeker zaten die er niet toen het beleid, zoals we dat nu evalueren, opgesteld werd. Want er staat in de stukken van destijds dat het een uitgangspunt is, dat bij voldoende geschiktheid een vrouw de voorkeur geniet. Als je gaat kijken naar wat dat eigenlijk is, dan is het natuurlijk niet een uitgangspunt, maar een instrument. Destijds zijn die begrippen gewoon volstrekt verward en dat is lastig, want dat maakt de discussie nu wat ingewikkeld. De doelstellingen, dat is waar het om gaat, en dat is een evenwichtig opgebouwd personeels bestand. Eén instrument daarvan schaffen we nu af en wij willen graag in het najaar de discussie over betere instrumenten met u voeren De heer Stoker: De heer Sluiter verbaasde zich over mijn standpuntbepaling, mijn woorden over eventuele afschaffing van het vrouwenvoorkeursbeleid. Wanneer je gaat evalueren, dan moet het natuurlijk zo zijn dat ook de uitkomst die ik net geschetst heb na evaluatie, in mijn ogen, mogelijk moet zijn. Tenminste zo ben ik die evaluatie ingegaan. Ik vind die opmerking niet terecht Verder verwijst de heer Beers naar een standpunt van de SGP. Misschien mag ik hem er dan even aan herinneren, als het hem tenminste bekend is, dat wij nog niet zo lang geleden hier een vrouwelijk raadslid voor onze fractie hadden. In onze fractie in Leeuwarden is het geen probleem om als vrouw actief te zijn in bestuurlijke functies en als partijlid. Dat is hier absoluut geen issue wat ons betreft. Hij hoeft zich er dan ook niet over te verbazen dat ik een genuanceerd standpunt durf in te nemen en compromis bereid ben en daarom ook de motie ingediend door de heer Krol steun. De heer Jacobse: Het is helder dat wij het vrouwenvoorkeursbe leid afwijzen. Ik kan me ook moeilijk dingen voorstellen in de motie van de heer Sluiter bij begrippen als 'evenwichtige 42 verdelingen' enzo. Betekent dat dat er allemaal quota's komen voor bepaalde diensten, zoveel procent van dit en zoveel procent van die groep en zoveel procent van die groep. Ik heb al eens gezegd dat als je dat in het extreme doortrekt, het Nederlands voetbalelftal voor 50% uit vrouwen moet bestaan. Ik heb er geen bezwaar tegen, mits ze even goed zijn. De heer Brok: Op de instrumenten en uitgangspunten kom ik maar niet meer op terug, dat heeft de heer Hoogeveen al uitvoerig genoeg gedaan. Er is één punt waar ik nog wel even op wil ingaan. De wethouder had het zojuist over het voldoende geschikte criterium en dat ik mogelijk zou denken dat als die term gebruikt zou worden, dat desbetreffende kandidaat die op die term binnen zou komen geen kwaliteit zou hebben. Dat is niet waar, dat heb ik niet gezegd. Ik ben het overigens ook niet eens met zijn stelling, als hij het als stelling gebruikt heeft, want iemand die voldoende geschikt is, zal ongetwijfeld kwaliteiten hebben en daarmee misschien ook wel interessant voor onze organisatie. Waar het om gaat, is dat je de persoon krijgt met de meeste kwaliteiten. Ik denk dat het gebruik van het criterium 'voldoende' daar afbreuk aan doet. De heer De Jong (weth.)De argumenten zijn op zich gewisseld, de sprekers hebben vooral op elkaar hebben gereageerd. Ik denk dat het toch goed is om even op te merken dat als de heer Sluiter zegt, we hebben destijds de doelstelling niet geformuleerd, dat naar mijn smaak onjuist is. We hebben wel doelstellingen geformuleerd, namelijk het meer in dienst nemen van vrouwen, maar we hebben daarbij geen streefcijfers gehanteerd. Dat is in ieder geval nu, ook met de motie zoals we die nu aannemen, voorkomen, dat is ook het belang van de notitie zoals die voorligt. Ik had in de eerste termijn nog een opmerking willen maken naar de heer Brok. Hij heeft gezegd van, het is nu de tijd om hier een streep onder te zetten. Hij heeft een hele politieke geloofsbelijdenis hier vanavond afgelegd van het liberalisme. (Mevrouw Van Ulzen: Wat is daar het bezwaar van in een politiek gremium als dit?) De heer Brok heeft een politieke geloofsbe lijdenis afgelegd, waarvoor alle respect, dat is wat mij betreft niet aan de ordeWaar het om gaat is dat wordt gezegd en de WD-fractie zal dat ongetwijfeld ook weten als liberale fractie, dat emancipatiebewegingen langere tijd nodig hebben dan tien, twintig of dertig jaar. De heer Brok weet net zo goed als ik dat de emancipatiebeweging in zijn algemeenheid uit de jaren '80 van de vorige eeuw stamt. Dat wil zeggen, de eerste golf, de tweede golf, uit de jaren '50, '60 van deze eeuw en dat het nog lang niet zo is en lang niet in alle gremia als volstrekt normaal wordt erkend dat vrouwen een gelijkwaardige positie hebben. Dat simpele feit alleen maakt het denk ik voor ons van belang, maar dat heeft u ook al ontkend overigens want u schaft het vrouwenvoorkeursbeleid niet af heb ik u heel nadrukkelijk horen zeggen, dat we doorgaan met een aantal instrumenten 43

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1996 | | pagina 22