Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.
Punt 6 (bijlage nr. 87)
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.
Punt 7 wordt aan het eind van de agenda behandeld.
Punt 8 (bijlage nr. 101)
De Voorzitter: Aan de orde is Invoering Huisvestingsverordening
met regels betreffende het splitsen van panden en het omzetten
van zelfstandige in onzelfstandige woonruimte.
De heer BeersKamergewijs verhuurde panden (KVP's) verkeren
vaak in een slechte staat. Dat is een algemeen aanvaarde
conclusie. Kamergewijs verhuurde panden hebben op die manier
een tweeledige negatieve uitwerking. In de eerste plaats naar
de huurders van de kamers, de bewoners van het pand, die te
maken hebben met tochtige woningen en gevaarlijke elektrische
leidingen.
In de tweede plaats een negatieve uitwerking naar de buurtDe
straat wordt niet fraaier met een rotte plek waar de verf van
de kozijnen bladdert en de tuin niet onderhouden wordt.
Met de voorgestelde verordening kan de gemeente eisen stellen
aan dat pand, waarmee de negatieve uitwerking voor bewoners en
omwonenden voorkomen wordtEn zeker in combinatie met de nog
vast te stellen Exploitatieverordening voert de gemeente
Leeuwarden een beleid op dit gebied waar de PAL/Groen Links-
fractie achter staatHet is ons echter een raadsel waarom de
verordening dan nog verder gaat, het percentage kamergewijs
verhuurde panden wil beperken tot een vast percentage. Wij zijn
van mening dat zij die met name op kamerverhuur zijn aange
wezen, en dit zijn waarschijnlijk voor 80 tot 90% studenten,
beperkt worden in de keuzemogelijkheid daar te wonen waar zij
dat verkiezen. Wij keuren dat af. De heer Feddema zal mede
namens de fractie van PAL/Groen Links een amendement indienen
om de verordening op dit punt te wijzigen.
De heer Feddema: Eigenlijk kan ik stellen dat wij ons aan
sluiten bij de eerste woorden van wat de heer Beers van de
PAL/GL-fractie heeft gezegd over dit punt. Ook wij hadden in de
commissie nogal grote moeite, met één van de criteria, te weten
die 10% regel, artikel 3.4, lid 2. Het is toch niet aan ons om
de beheersbaarheid van het algemeen sociaal klimaat in een
12
woonbuurt op deze manier te regelen? Het ging ons toch om een
beter toezicht op het bouwen, op het pand zelf, de kwaliteit en
de bouwkundige staat voor onderhoud, criteria inzake leefbaar
heid, bijvoorbeeld het tuinonderhoud. Kortom, gewoon zakelijk
afspraken binnen een verordening, inclusief veiligheidseisen
opstellen, waarbij flinke heffingen moeten worden betaald, met
als uiteindelijk doel dat het bouwkundig goed en verantwoord
is, dat het veilig is, de leef-baarheid, dat de omgeving, de
tuinen enz., netjes zijn. Kortom, daar moet een toekomstige
zakelijke huisbaas voor zorgen, anders volgen sancties. Dat
door deze aanpak wildgroei in bepaalde wijken en straten tegen
gegaan wordt, heeft te maken met een ontmoediging door de
regels die wij hebben gesteld. Want je begint er niet zomaar
meer mee, even een pandje kopen en snel en goedkoop omzetten
tot kamerverhuur. Maar zoals u het voor-stelt in artikel 3.4,
lid 2 van een te hoge concentratie, dus die 10% in straten en
delen van wijken, willen wij niet weten. Straks zegt u nog 10%
moet blauw, rood of wit zijn. Ik hou mijn hart vast dat we
misschien een regeling krijgen dat 10% woningen, waar gezinnen
met kinderen wonen, misschien wel te veel zou zijn.
Vandaar dat wij met een amendement zullen komen, dat ik u zo
zal voorlezen.
Nog even dit, de begripsbepaling in artikel 1.1, lid J kan
onzes inziens vervallen, als u tenminste het tekst-voorstel,
wat ik straks voorlees, over zult nemen, omdat daar duidelijk
in staat dat deze verordening, min mijn voorgestelde
verandering, slaat op de totale gemeente Leeuwarden, in plaats
van nu een opsomming van straten en grenzen van straten te
geven
Het amendement luidt
"De raad van de gemeente Leeuwarden,
in een vergadering bijeen op 17 juni 1996;
behandelende
Invoering Huisvestingsverordening met regels betreffende
het splitsen van panden en het omzetten van zelfstandige in
onzelfstandige woonruimtes;
constaterende dat
de verordening voldoende criteria bevat tot het komen van
een meer op kwaliteit, veiligheid en leefbaarheid gerichte
aanpak omzetting tot kamerverhuur. En dat daardoor
ontmoediging verwacht mag worden inzake wildgroei in
bepaalde straten c.q. wijken. Het ons vervolgens niet
aangaat een samenstelling van welke concentratie van
woningen en of bewoners in procenten te willen regelen;
voorts constateren wij onduidelijkheid inzake het
werkingsgebied, zie begripsbepaling artikel 1, lid 1, J
blad 2 en artikel 3.1.2, blad 4;
stelt middels dit amendement voor:
a. criteria voor vergunningsverlening artikel 3.4, lid
2, blad 5, geheel te laten vervallen;
b. vervolgens wordt dan het artikel 3.4.3. logischer
wijze omgenummerd tot artikel 3.4.2.
c. begripsbepaling artikel 1.1.J kan vervallen na
volgende tekstwijziging, D artikel 3.1, lid 2, blad
4. wijzigen in: "de bepalingen in dit hoofdstuk
13