Het draagvlak voor milieumaatregelen is helemaal niet zo slecht
als de media en de overheid ons vaak willen doen geloven. Er
zijn al bepaalde vormen van milieugedrag die als de normaalste
zaak van de wereld worden beschouwd. Het gescheiden verzamelen
van afval is "gewoon" geworden en wordt daardoor niet meer als
milieugedrag herkend.
Daarnaast is er nog eens 51% van de Nederlanders dat verklaart
zich betrokken te voelen bij milieuproblemen en geeft driekwart
van de Nederlanders aan voor economische groei te kiezen, maar
wel in combinatie met milieu beschermende maatregelen.
In de Perspectiefnota lijkt het dat het college niet op de
hoogte is van dergelijke trends.
Schijn bedriegt want in de Perspectiefnota en in het GSB liggen
veel kansen op dat gebied besloten.
Wat ons bij zonder aanspreekt in het actieplan Economie en Werk
is de combinatie werk en milieu. In de eerste plaats als het
gaat om het terrein Newtonweg. Wij durven de voorspelling te
doen dat op het gebied van de milieu gerelateerde bedrijvigheid
de toekomst ligt. Datzelfde geldt voor het innovatie/kennis/
technologiebeleid. De gigantische vlucht van de communica
tietechnologie heeft in Leeuwarden ruime aandacht gekregen in
het werkgelegenheidsbeleid.
Deze combinatie van milieubedrijventerrein en kennisinfrastru
ctuur zal op den duur - ook zonder scheidings- en vergistings-
installatie - leiden tot een vorm van een Milieu Technisch
Centrum bij Leeuwarden. Niet zozeer omdat de gemeente dat
initieert, maar omdat bedrijven dat zelf bewerkstelligen. Een
betere voorbode dan de vestiging van de nieuwe accu-verwer
kingsstraat met 40 nieuwe banen is er niet.
Hieraan verbonden zijn verhalen over infrastructuur en ook
daarin liggen kansen voor duurzaamheid als het gaat om verbin
dingen via het water en via het spoor.
Beschouwingen over werkgelegenheid
Als wij kijken naar de keuze van dit college, dan is de keuze
voor economische ontwikkeling overduidelijk: tientallen mil
joenen worden uitgetrokken om de Hemrik te saneren, infra
structuur voor bedrijven aan te leggen en banenplannen te
realiseren.
Die keuze voor werkgelegenheid is echter geen onterechte keuze
Dit probleem drukt zwaar op de Leeuwarder samenleving.
PAL/GroenLinks is echter kritisch als het gaat om de vraag waar
dit werkgelegenheidsbeleid naar toe werkt. Een heldere visie
ontbreekt. Twee belangrijke tegenslagen hebben die visie echter
wel noodzakelijk gemaakt: het Milieu Technisch Centrum en het
Internationaal Bedrijvenpark Friesland gingen in het afgelopen
jaar aan de neus van Leeuwarden voorbij. Dat plaatst Leeuwarden
als industriestad in een onmogelijke positie. Daarbij komt nog
eens dat we weten dat we om één Leeuwarder werkloze aan het
werk te helpen, vijf nieuwe banen moeten creëren. De overige
vier banen worden bezet door bewoners van omliggende gemeenten
en worden vanuit het land door het bedrijf meegenomen.
Uitgerekend houdt dat in dat we 30.000 banen moeten scheppen om
de werkloosheid in Leeuwarden uit te bannen. Dan hebben we wel
bijna evenveel banen als inwoners en dat is geen reële ver
26
wachting
Nee, de PAL/GL-fractie ziet Leeuwarden als een woonstad, met
cultuur, toerisme en recreatie mogelijkheden, volop winkels,
hoogwaardig onderwijsaanbod, medische en welzijnsvoorzieningen
en ga zo maar door
In Drachten en Heerenveen wil toch niemand voor de lol wonen,
dus op provinciale schaal worden dat de industriesteden, want
blijkbaar liggen er voor de industrie daar betere kansen. Dat
heeft gelijktijdig een gunstig effect op het werkloosheidspro
bleem van Friesland, wat zich concentreert in Leeuwarden.
Op die manier werk je via twee sporen: in de eerste plaats werk
je samen met Drachten en Heerenveen aan werkgelegenheid, zij
het dat wij onze kracht niet moeten zoeken in de industrie maar
in de andere sectoren waar wij wel sterk in zijn. Juist vanwege
die eerdergenoemde duurzaamheid moet een stad als Leeuwarden
werken aan een beleid om iedereen te betrekken bij de samen
leving en als dat niet via betaalde arbeid kan dan op een
andere wijze van maatschappelijke activering, zoals we dat ook
hebben voorgesteld bij het GSB.
Beschouwingen over minimabeleid
Wie een kind in de gracht ziet vallen zal geen ogenblik aarze
len. De aanblik van een verdrinkend kind is onverdraaglijk en
de toeschouwer zal het kind trachten te redden, zo betoogde de
Chinese filosoof Mencius in de vierde eeuw voor Christus. Die
onverdraaglijkheid beweegt ons tot medelijden en uit medelijden
spruiten de deugden voort van edelmoedigheid en vergevings
gezindheid, meende Rousseau. Met andere woorden: moraal komt
voort uit mededogen.
De vraag is met wie de overheid vandaag de dag mededogen heeft.
Met de tevreden burger, die meer wil consumeren en asfalt wil
zien om niet via Oentsjerk naar Dokkum te hoeven rijden, of met
de verliezers, de uitkeringsgerechtigden.
Ondanks de schokkende resultaten van de commissie die het
minimabeleid evalueerde, zijn voorstellen voor minimabeleid
niet opgenomen in deze Perspectiefnota
PAL/GL is nooit voorstander geweest van het beperken van
prioriteiten in het gemeentelijk beleid. Werk gaat niet boven
minimabeleid en economische ontwikkeling gaat niet boven duur
zaamheid. Het is als het vergelijken van appels met peren. De
prioriteiten van het Collegeprogramma blijven bestaan: én
werkgelegenheid én sociaal beleid én milieu én leefbaarheid.
Al die hoofdprioriteiten kunnen vallen onder het GSB en doen
dat naar onze mening ook. Op die wijze fungeert het GSB als
paraplu, waaronder de prioriteiten te vinden zijn. Economie is
een hoofdprioriteit, waaronder werkgelegenheid en economische
ontwikkeling vallen. Onderhoud is de andere: onderhouden van de
fysieke omgeving, maar ook onderhouden van de sociale structuur
van een stad.
Als je dat uit het oog verliest, verlies je het vaak ook uit
het hart. Dat lijkt in deze Perspectiefnota het geval te zijn.
Het woord milieu wordt niet of nauwelijks genoemd, terwijl in
dit verhaal grote kansen voor duurzaamheid besloten liggen. Het
minimabeleid lijkt volslagen te zijn vergeten. Mijn fractie
vindt dat des te opvallender, aangezien vanuit de raad een
27