duidelijk signaal is afgegeven dat minimabeleid prioriteit moest krijgen. Hier gaat het om een groep Leeuwarders die voor een belangrijk deel eenvoudigweg van het gemeentebeleid afhankelijk is en wij hebben verwachtingen gewekt. Daarom willen wij het volgende voorstellen: "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op maandag 24 juni 1996; behandelende de Perspectiefnota 1997-2000; overwegende dat in de gemeente Leeuwarden uitvoering gegeven wordt aan het Grote Stedenbeleid en dat binnen dit beleid de zorg uitgaat naar zogenaamde kwetsbare mensen waartoe minima gerekend kunnen worden en dat derhalve het minimabeleid één van de prioriteiten binnen het Grote Stedenbeleid moet zijn; dat de evaluatiecommissie minimabeleid een rapport heeft uitgebracht wat door de gehele raad is aanvaard en waaruit de conclusie getrokken kan worden dat een aantal ingrijpende maatregelen genomen moeten worden om het Leeuwarder beleid ten aanzien van mensen die financieel rond moeten komen van een minimuminkomen op een door de raad gewenst aanvaardbaar peil te houdend- dat deze raad zich heeft uitgesproken voor lastenverlich ting en dat verruiming van het kwijtscheldingsbeleid direct tot een verlaging van de vaste lasten voor minima leidt; dat iedere inwoner van deze gemeente de mogelijkheid moet hebben om deel te kunnen nemen aan het maatschappelijk leven en dat hiervoor een kortingsregeling gewenst is die, doordat de raad geen stortingen meer doet in het Fonds Maatschappelijke Activiteiten, vanaf 1-1-1997 het karakter zal hebben van een "Gemeentepas"; dat mensen op het minimum in toenemende mate met schuldenproblematiek te maken krijgen en dat een adequate schuldhulpverlening noodzakelijk is om de problemen van mensen met schulden het hoofd te kunnen bieden: besluit 1. de kwijtscheldingsnorm van 95 naar 100% te verruimen zodra dit door het rijk wordt toegestaan; 2. b. en w. op te dragen om een voorstel te ontwikkelen voor de invoering van de gemeentelijke kortingspas per l-l- 1997; 3. b. en w. op te dragen om met een voorstel te komen ter uitvoering per 1-1-1997 van integrale schuldhulpverlening in Leeuwarden; 4. besluit om de, met de uitvoering van besluit 1, 2 en 3 gepaard gaande, kosten te dekken ten laste van de in 1997 structureel beschikbaar gestelde middelen voor het Grote Stedenbeleid. (Motie nr. 7) De motie is ondertekend door de heer Brok, de heer Krol, de heer Stoker, de heer Hoogeveen en mijzelf. De kwijtschelding is niet vanuit het OZB gedekt, niet omdat wij 28 dat niet willen, maar omdat het blijkbaar van het rijk niet mag, zoals de heer Krol uitlegde en vooral ook omdat de meer derheid in deze raad dat als lastenverzwaring ziet en dus afkeurt. Helaas het GSB biedt die mogelijkheid en wij omarmen die kans De tweede motie luidt "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op maandag 24 juni 1996; behandelende de Perspectiefnota 1997-2000; overwegende dat de Evaluatiecommissie Minimabeleid in haar aanbevelingen heeft gesteld dat scholingskosten gefinancierd kunnen worden ten laste van het incentivebe- leid aangezien hier sprake is van een zogeheten "voorliggende voorziening"; dat zowel in de risicoparagraaf van de Jaarrekening 1995 en de nota Perspectief, die vandaag onderwerp van behandeling is, wordt gewaarschuwd dat het budget van de Bijzondere Bijstand niet toereikend zal blijken te zijn; besluit dat alle kosten die aangemerkt kunnen wordt als scholingskosten voortaan gefinancierd zullen worden ten laste van incentivebeleid; en gaat over tot de orde van de dag (Motie nr. 8) De motie is ondertekend door de heer Hoogeveen, de heer Stoker, de heer Brok, mevrouw Visser en mijzelf. Op deze manier kan de raad in een tijd dat we de problemen aan de oorzaakkant gaan aan pakken - namelijk de werkloosheid - laten zien dat we aan de gevolgkant - armoede - nog steeds ruimschoots aandacht besteden. Beschouwingen over bedrijfsvoering Aan het begin van mijn betoog noemde ik de terugtredende over heid. Het bedrijfsmatige denken heeft ook binnen de overheid haar intrede gedaan. Het gebruik van steeds meer Engelse woorden duidt hierop: account-management, input and output, efficiency, treasury, cash-flow, multiplier, en ga maar door. Kenmerk van een bedrijf is echter dat er winst gemaakt moet worden en daarvoor lenen de meeste taken van een gemeente zich eenvoudigweg niet Onderwijs, bijstand, hulpverlening aan drugsverslaafden, schof felen en het maken van bestemmingsplannen zijn zaken die col lectief geregeld moeten worden omdat anders niemand de verant woordelijkheid daarvoor neemt en omdat het zelfs verliesgevend is. Ook Leeuwarden heeft daar in de afgelopen jaren de gevolgen van ondervonden. Steeds meer taken zijn afgestoten, omdat we vonden dat we efficiënter en meer rendabel moesten werken. Als de overheid het echter niet meer doet, wie doet het dan wel? De risico's van de marktwerking voor publieke taken worden schromelijk onderschat. Minimabeleid, milieu, minderhedenbe leid, als het geen geld oplevert, verdwijnt het uit de gemeen- 29

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1996 | | pagina 15