heer Brok in de eerste termijn hanteerde.
(De heer Brok: Ik geef toe dat ik dit argument van vorig jaar
er nog even bij haal, maar misschien is dit het argument dat
mevrouw De Haan nog kan overtuigen om voor mijn motie te
stemmen, want het argument is niet nieuw, mijnheer Den Oudsten,
dat zal u duidelijk zijn.) (De heer Den Oudsten: Alleen
vanmorgen sprak de heer Brok uit wantrouwen en nu heeft hij
tenminste een argument.) (De heer HoogeveenIk heb de indruk
dat de heer Brok ook nu nog uit wantrouwen spreekt, alleen dan
niet wantrouwen in het college of wie dan ook, maar meer een
gebrek aan vertrouwen in de verkiezingsuitslag waardoor hij
bang is dat hij ditzelfde punt na de verkiezingen niet meer zal
kunnen realiseren. Ik denk dat dit niet nodig is.) (De
Voorzitter: Mevrouw De Haan gaat verder, anders blijven we dis
cussiëren over welk soort wantrouwen. Het college had er ook
hele genuanceerde opvattingen over dat er misschien wel onder
ling wantrouwen in de raad zou kunnen zijn ten opzichte van wat
de raad zelf heeft afgesproken.(De heer Brok: Er wordt hier
een uitspraak gedaan en die zou tot een misverstand kunnen
leiden. Ik heb in mijn eerste ronde gezegd - en dat moet toch
heel duidelijk zijn - dat ik er niet zeker van ben dat een
nieuw college ook daadwerkelijk in die nieuwe collegeperiode
die derde schijf zal gaan invullen. Dat staat er letterlijk
mevrouw De Haan. Er staat: dat het college in het eerste jaar
van de nieuwe collegeperiodeDat heb ik gezegd en daarom wil
ik het ook naar voren halen, daar is niks mis mee.)
(Mevrouw WaandersDat geldt toch voor alle voorstellen die
over een langere termijn zijn uitgespreid? Voor het investe
ringsfonds zou u voor moeten stellen om dat in twee jaar tijd
te storten in (De VoorzitterIk stel voor deze algemene
discussie, waarin iedereen een beetje gelijk heeft, te stop
pen.)
Het college blijft ervan uitgaan dat ze een afspraak heeft met
de raad, om dat in drie termijn in te voeren en wij houden ons
daa.r aan.
Even terug naar de CDA-fractie. Zij heeft gevraagd om beleids
evaluatie. De heer Krol heeft daarover gezegd dat hij eigenlijk
niet zo positief is over wat er ook al in het verleden is over
afgesproken. De PvdA-fractie heeft indertijd over de beleids
evaluatie nogal wat gezegd. Daar zijn een aantal concrete
acties uit naar voren gekomen. Onder andere de evaluatiecommis
sie van minimabeleid, ook de rekeningscommissie is er indertijd
uit voortgekomen en de adviescommissie LISIk vind niet dat we
namens het college daar zo negatief over zouden kunnen zijn.
Overigens ben ik het in algemene lijn het met hem eens dat er
veel meer aandacht zou moeten komen voor beleidsevaluatieIk
denk dat dat ook heel nadrukkelijk komt als we verder gaan met
het uitvoeren en implementeren van alle acties in het kader van
LIS, omdat we dan ook toegaan naar een output-begroting en de
producten-begroting. Dat is de beste vorm van evaluatie die je
kunt bedenken, want dan weet je precies om welke effecten het
gaat en wat dat dan eventueel kost. Dus in algemene lijnen
eens, maar niet negatief over wat er tot nu toe gebeurd is.
Een opmerking bij de D66-fractie, maar dan ook even richting
LIS
46
De heer Hoogeveen heeft gesproken over centralisatie van de
middelenfunctiesDe raad heeft indertijd heel bewust gekozen
voor: decentraal, tenzij. We proberen op dit ogenblik in het
kader van LIS daar weer een beetje het midden in te vinden. Om
nou compleet door te schuiven naar de ander kant, lijkt mij ook
wat zwaar. Ik denk dat we er in het kader van LIS verder over
kunnen doorpraten.
De WD-fractie.
De heer Brok heeft het gehad over om de aandelen niet in te
zetten in de algemene reserve, omdat het dan gaat lijken op
potverteren. Ik denk dat het een beetje een schijndiscussie is.
Aan de ene kant wordt gezegd achterstallig onderhoud zou je wel
vanuit de algemene reserve, algemene middelen, mogen finan
cieren, maar aandelen zou je daar weer niet in moeten steken.
Ik denk dat het in zijn algemeenheid niet zoveel uitmaakt.
Aandelen al of niet verkopen heeft twee kanten. De eerste kant
is: ben je bereid je aandelen te verkopen in termen van wat
raak je dan aan invloed kwijt? En aan de andere kant: ben je
bereid aandelen te verkopen omdat het wellicht rendabeler is om
ze te verkopen dan ze als algemeen dekkingsmiddel in je rente
te laten zitten. Dat zijn de twee discussiepunten. Of ze ver
volgens naar de algemene reserve gaan, dan wel dat je er wat
anders mee financiert, is in feite niet zo van belang.
Dan wil ik ingaan op de vraag van de heer Brok om de addi
tionele werkgelegenheid te evalueren. Ik ga er even van uit,
maar misschien heb ik dat verkeerd begrepen, dat er toch enige
twijfel is bij de WD-fractie over de effectiviteit van dat
beleid, dat dat de reden is dat zij dit wil evalueren.
In de eerste plaats wil ik dit zeggen. We hebben, ik denk zo'n
half jaar geleden, de Commissie Economische Zaken een hele
uitvoerige rapportage gezonden waarin alle regelingen staan,
waarin alle kosten staan, zowel wat er vanuit de gemeentebegro
ting als van het rijk, vanuit het RWA enzovoort aan middelen in
zit. Waarin ook heel exact aangegeven staat hoeveel mensen wij
aan werk helpen. Dus heel veel concrete gegevens kunnen wij zo
leveren. Als het gaat om de effectiviteit dan denk ik dat men
zich moet realiseren dat het verzorgen van additionele arbeid
voor mensen zonder werk, voor mensen zelf uiteraard betekent
weer ritme hebben, zelfvertrouwen en al dat soort zaken,
financieel onafhankelijk worden. In die zin vergroot het ook de
kansen van mensen om weer op de reguliere arbeidsmarkt terecht
te kunnen. Dat in de eerste plaats. Verder moet men zich ook
realiseren dat het bedrijfsleven zelf lang niet in staat is om
die werkgelegenheid zo gemakkelijk uit zichzelf te creëren. De
markt pakt het lang niet op zoals we graag zouden willen. De
mogelijkheden die Melkert schept, kun je zien als een soort
overgang waarin Melkert laat zien dat er meer werk is dan het
bedrijfsleven nu uit eigen kracht put en dat er een soort
overgangsfase is waarin het additionele arbeidsverhaal heel
nadrukkelijk van belang is. Dat wat betreft de effectiviteit.
Het tweede waar ik op wil wijzen als u zegt van wij willen
graag een evaluatie, waar op zichzelf natuurlijk niks op tegen
is, is dat op het ogenblik het beleidsterrein additionele
werkgelegenheid ongehoord in beweging isMinister Melkert is
47