Middelen doen, dan heb je daar ook die integrale benadering in
een keer. Ik kan mij heel goed voorstellen dat wij juist met
dit hele belangrijke onderwerp toch meer voor zo'n werkwijze
gaan kiezen. Maar nogmaals, ik zou daar heel graag in commis
sieverband nog eens op terug willen komen. (Mevrouw De Haan:
Welke commissie?Ik denk dat de Commissie Bestuur en Middelen
een uitstekende commissie is om daar een discussie over te
voeren. Staat u mij toe om met een voorstel daarvoor te komen.
Eén puntje heb ik nog laten liggen in mijn eerste termijn.
Ik ben ook heel erg blij dat het college heel snel een aan
gepaste raadsbrief heeft verzorgd inzake het Grote Stedenbe
leid. Ook wij vinden de nieuwe tekst in ieder geval een stuk
duidelijker, zodat er ook bij de begrotingsbehandeling in het
najaar geen onduidelijkheid meer kan bestaan over verdeling
middelen voor het minimabeleid en verdeling middelen voor de
actieplannen.
Mevrouw De Jong: Ik wou nog even reageren op wat de heer Bilker
heeft gezegd en ook wat mevrouw De Bruin heeft gezegd.
Ik denk dat het inderdaad goed is, het kan best een ad hoc-
commissie zijn, om toch hierover na te gaan denken. Ik steun in
die zin het voorstel van mevrouw De Bruin om in de Commissie
Bestuur en Middelen er nog eens over na te denken hoe wij dat
vorm gaan geven. Maar om dat in een commissie terug te laten
komen, ondersteunen wij als zodanig wel.
Mevrouw De Haan (weth.)Misschien is het dan ook het handigste
om de discussie hier maar te sluiten en er niet opnieuw op in
te gaan en toe te zeggen dat wij in de Commissie Bestuur en
Middelen deze discussie verder zullen voeren. Dan komt er van
zelf wel een voorstel uit.
Ik denk dat ik het met de heer Bilker eens ben dat wij de
relatie met de omliggende gemeenten in het oog moeten houden.
De Voorzitter: Het plan Werk en Economie is overigens al
besproken in Westergozoneverband, kan ik de heer Bilker
mededelen
Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.met inachtneming van de toezegging van
de wethouder.
Punt 12 en 13 (bijlage nrs126 en 125)
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de
voorstellen van b. en w.
18
Punt 14 (bijlage nr. 132)
De Voorzitter: Aan de orde is Aanpassen Reglement van Orde voor
de vergaderingen van de Raad van de gemeente Leeuwarden ten be
hoeve van een inspreekhalfuurtje voor burgers.
De heer Sluiter: In de commissie was onze fractie pas enthou
siast over het voorstel toen bleek dat er ook antwoord zou
komen op de inbreng van de burger, maar in het raadsbesluit
staat onder artikel 2, lid l.c: "Het college beantwoordt namens
de raad de inbreng van de burgers." Dat lijkt mij een forse
taak voor het college om te doen. Ik denk dat het beter is om
de zin als volgt te wijzigen: "Het college antwoordt in de
raadsvergadering op de inbreng van de burgersEr wordt op
gereageerd alsof dit een taalkundige futiliteit is, maar dat is
het natuurlijk absoluut niet.
De heer Bilker: Ik ben het volstrekt eens met de heer Sluiter,
want het college kan op dat moment niet namens de raad
antwoorden
Over twee opmerkingen, die wij in de commissie hebben ge
plaatst, werd toen toegezegd dat dat bij de uitvoering zou
worden meegenomen. Maar ik vind het in de raadsbrief niet terug
en dan moet ik het toch weer herhalen, wat ik eigenlijk niet
wil
Ten eerste naar aanleiding van artikel 2, lid l.c: "Het college
beantwoordt namens de raad de inbreng van de burgersDaarvan
hebben wij gezegd - en de wethouder heeft toegezegd dat het zo
zou kunnen - dat als het gaat over punten die op de agenda
staan, dan lijkt het hem verstandig dat het college op dat
moment, voor de behandeling van dat punt, niet op die vragen
ingaat, want dan kan de fractie, de woordvoerders met name, die
punten nog meenemen ter overweging. Dan kan de beantwoording
later volgen.
Dan staat bij besluit nr. 3.b dat de sprekers zich hebben aan
gemeld voor 5 minuten maximaal en in punt c. staat dat er maxi
maal 6 kunnen zijn. Dat kan niet, want volgens mij is 6 x 5 30
en hoe komt het dan met de beantwoording, dat moet allemaal in
dat half uur. Daar zou ook naar gekeken worden en ik begrijp
dat dat nog moet gebeuren, maar ik stel het wel op prijs dat
alles binnen het half uur afgehandeld wordt. De voorzitter
heeft dan een dankbare taak.
De heer Beers: De NLP-fractie, die dit voorstel oorspronkelijk
heeft geïnitieerd, heeft haar kritiek op het vragen half-uurtje
voor raadsleden nooit onder stoelen of banken gestoken. Het is
aardig dat zij desondanks pleiten voor een vragen half-uurtje
voor inwoners van deze gemeente. Overigens was die kritiek niet
altijd ten onrechte, want op de uitvoering van het vragen half
uurtje valt nog wel eens wat af te dingen. Het antwoord van het
college is naar mijn ervaring niet altijd even precies en een
19