over hoeven te praten, dat is in strijd met het Collegeprogram
ma, want het gaat hier niet over het verhogen van de kosten,
het gaat om extra toe-rekenen van kosten die tot nu toe nooit
werden toegerekend.Dat is een apart detail in de hele
discussie, maar ik denk dat de heer Brok en het college wat
fundamenteler van mening verschillen als het gaat om tarieven
dan over zo'n los punt. Ik ben het best met de heer Hoogeveen
eens dat je daar over kunt discussiëren.
De heer Jacobse.
Ik denk we als het gaat om het algemene beleid, zoals wij dat
met de Perspectiefnota hebben afgesproken, in ieder geval het
college en ik begrijp ook een meerderheid van de raad het met
de heer Jacobse in ieder geval niet eens is als hij zegt dat de
zwakke mensen in onze samenleving meer belang hebben bij het
schoonhouden van hun straatje enz, dan een krachtig beleid in
termen van werkgelegenheid. Ik denk dat wij daar heel fundamen
teel van mening over verschillen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik
het ook kortzichtig vind van de heer Jacobse, maar dat is een
persoonlijke uitdrukking. Ik wil hem nog eens wijzen op het
wijksignaleringssysteem, waarin wij vrij breed representatieve
steekproeven doen onder bewoners van de gemeente Leeuwarden,
waarbij wij vorig jaar aan bewoners hebben gevraagd waar bij
hen de eerste prioriteit zou liggen. Daar kwam als eerste
prioriteit werkgelegenheid uit en niet het schoonhouden van het
straatje en niet tarieven enz. Dus als wij praten over onze
eigen bewoners, dan is hun mening daarover bekend, ook bij de
heer Jacobse. (De heer Jacobse: Daar ben ik het helemaal mee
eens. Maar de wethouder moet zich wel goed realiseren dat de
belangrijkste voorstellen die ik gehoord heb voor dekking uit
dit fonds allemaal te maken hadden met de infrastructuur. Op
het moment dat de wethouder dat hetzelfde vindt als het creëren
van werkgelegenheid, dan hebben wij inderdaad een verschil van
mening, want dat zien wij dan toch even iets anders. Het feit
dat zij dat in één adem noemt met kansen, vind ik prima, maar
dan moet zij daar direct ook alle risico's bij noemen, dan moet
zij ook zeggen dat zij er voor kiest dat zij net onderhoud niet
op pijl brengt, dan moet zij ook zeggen dat wij nog miljoenen
risico lopen en als wij dit beleid uitvoeren dan daalt de
algemene reserve tot beneden het punt dat wij met elkaar als
minimum hebben afgesproken, dan moet zij ook zeggen dat zij dat
financiert voor een groot gedeelte door lastenverzwaring aan de
burgers door te berekenen. Zij moet niet alleen spreken over
kansen, zij moet ook spreken over risico's en bedreigingen.
Die hebben wij heel nadrukkelijk in kaart gebracht, ik denk dat
wij daar ook helemaal niet geheimzinnig over doen. Het gaat er
mij om dat de heer Jacobse praat over de zwakken in deze samen
leving en dat die in zijn verhaal geen belang zouden hebben bij
werkgelegenheid. (De heer Jacobse: Ik heb helemaal niet gezegd
dat zij geen belang hebben bij werkgelegenheid, sterker nog, ik
heb bij de Perspectiefnota gezegd dat ook wij vinden dat dit
belangrijk is, alleen de wijze waarop het college dat creëert
is een verschil van mening over, dat doe je niet door het aan
leggen van wegen.) Maar als de heer Jacobse zegt dat onze
werkgelegenheidsplannen niet zoveel meer zijn dan het aanleggen
van wegen, dan raad ik hem aan om de stukken toch wat beter te
lezen, want dat is een hele demagogische benadering van het
36
verhaal
De heer Stoker heeft wat dat betreft voor mij een veel aan-
sprekender verhaal gehouden als het gaat om werkgelegenheid.
Daar voel ik mij veel beter in thuis. Het is een stukje alge
mene beschouwingen wat wij eigenlijk niet meer zouden doen bij
de begroting, maar als verhaal komt dat veel dichter bij het
verhaal van het college.
De heer Stoker heeft ook nadrukkelijk gezegd: wij moeten kiezen
en prioriteiten stellen. Het grootste deel van de voorstellen
van het college neemt hij over op een paar na. Het gaat nu om
de dekking, daar ligt het grootste probleem en daar zal de raad
nog over tot stemming moeten zien te komen.
De Voorzitter: Misschien nog namens het college het volgende
over de twee fondsen, de f 30 miljoen Investeringsfonds en f 20
miljoen HemrikfondsDie stonden niet in het Collegeprogramma,
dus is het goed dat wij daar nog iets nader met elkaar over
spreken, ook op verzoek van de heer Krol.
Wij hebben in de commissievergadering van 30 september j1ik
heb het stuk er nog even bijgehaald, aan de hand van de af
spraak, gedaan door het college bij de Perspectiefnotaen aan
de hand van de motie, toen ingediend door de heer Krol, een
aantal inhoudelijke stellingen geformuleerd in een paper van
vijf a zes pagina's. Dat betekent dat het karakter van de
brainstormdiscussie er wel in zat, maar dat is gebeurd aan de
hand van stellingen waar je het ook politiek mee oneens zou
kunnen zijn en het is gebeurd aan de hand van stellingen die
voortborduurden op de motie Krol; de parameter, de ijkpunten,
die bijvoorbeeld staan in het actieprogramma Economie en Werk;
het uitgiftetempo van de Hemrik 85 ha in de komende tien jaar
doen door gemiddeld 8,5 ha te willen omzetten. Kortom dat was
een stevige inhoudelijke discussie waarbij criteria al bedis
cussieerd konden worden, omdat ze open en bloot vrij concreet
geformuleerd waren. Uit de wijze waarop die vergadering is
verlopen, namelijk de slotconclusie: deze stellingën zijn
geschikt om in een actieprogramma te worden omgezet, heeft het
college gemeend - en dat lag natuurlijk ook in de verwachting -
om de twee fondsen in de begrotingsstructuur te handhaven in de
veronderstelling dat de hoofdlijnen die liggen onder het willen
instellen van deze twee fondsen - en dat pak ik het Ontwikke
lingsfonds er ook maar even bij - volop overeind zijn gebleven.
Het antwoord is dus door het college graag gegeven dat wij in
december in een commissievergadering heel concreet zullen aan
geven wat er met die fondsen zou kunnen gaan gebeuren, wat de
hoofdopdeling van het fonds van f 30 miljoen zou kunnen zijn,
wat de hoofdopdeling van het Hemrikfonds zou kunnen zijn, welke
criteria wij wederom nog eens ter herbevestiging zullen aan
bieden aan de raadscommissie. Kortom, wij denken dat wij vol
daan hebben aan de vraag vanuit de raad welk program van aanpak
nu moet liggen onder dat eerste jaar waaronder die door de heer
Krol toen in de motie bedoelde 'het kunnen meten van de
effecten' nu komt te liggen. Voordat het nieuwe dienstjaar
ingaat zullen wij in december een notitie kunnen vaststellen
waarin ijkpunten en hoofdverdeling van de twee fondsen aan de
orde komen.
37