De motie luidt als volgt: "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 4 november 13 96; overwegende dat reeds eerder is uitgesproken dat de verhoging van de kwijtscheldingsnorm niet mag leiden tot lastenver zwaring; dat het College van B. en W. de verhoging van de kwijt scheldingsnorm tot 100% ten aanzien van de afvalstof fenheffing wel in het tarief heeft verwerkt; dat dit voor de raad niet aanvaardbaar is; dat tevens sprake is van nieuwe financiële gegevens, die nog niet op hun langere termijneffecten zijn door gerekend; dat het uitgangspunt van de raad blijft het verhogen van de kwijtscheldingsnorm tot 100% voor alle gemeente lijke belastingen en heffingen; besluit 1. op dit moment nog geen besluit te nemen omtrent de verhoging van de kwijtscheldingsnorm voor afvalstoffen heffing en derhalve deze norm voor de afvalstoffenhef fing op dit moment op 95% te laten; 2. de kwijtscheldingsnorm voor de overige gemeentelijke belastingen en heffing wel op 100% te stellen; 3 vooruitlopend op de Perspectiefnota een fundamentele discussie te voeren omtrent de instrumenten van het minimabeleid en de kosten daarvan met als inzet het onverkort uitvoeren van de eerder omtrent het minima beleid gemaakte afspraken en besluitvorming omtrent de kwijtschelding afvalstoffenheffing in het kader van de behandeling van de Perspectiefnota te doen plaatsvin den; en gaat over tot de orde van de dag Dat betekent dat wij dus enerzijds de druk van een stukje overschrijding dat er aan zat te komen wegnemen en anderzijds- onszelf dwingen om binnen de komende maanden tot politieke strategievorming te komen over een onderwerp waarvan de hele raad nu heeft uitgesproken dat dat eigenlijk volgens eerdere afspraken zou moeten verlopen. Hetgeen niet wegneemt dat wij allemaal vinden dat die fundamentele discussie op zijn plaats is Dat brengt mij op een thema dat hier in het verlengde van ligt, dat is het feit dat wij als gemeente Leeuwarden natuurlijk sowieso al een extra inspanning leveren op het terrein van de minima. Als wij zien wat wij allemaal aan voorstellen hebben ontwikkeld en daar ook doen en dat overigens ook met volle inzet en volle politieke overtuiging doen, maar wel in een situatie komen dat je je moet afvragen of datgene wat uitein delijk vanuit het rijk in een decentralisatiebeweging naar gemeenten toe aan de orde is, nog wel reëel gesproken door die gemeenten zelf in z'n volle omvang gedragen kan worden. Wij vragen ons af of het rijk niet toch nog eens extra geattendeerd zou moeten worden op posities van gemeenten zoals Leeuwarden, 60 maar die van Leeuwarden in het bijzonder, en er op zou moeten worden aangedrongen om juist in het kader van die positie nog eens nader te kijken in hoeverre meer middelen beschikbaar kunnen komen voor het bestrijden van de armoedeproblematiek, die ook in Leeuwarden uiteraard aan de orde is. Deze gedachte is eveneens neergelegd in een motie, die eigen lijk voortkomt uit het feit dat wij nu constateren dat wij èn het minimabeleid zoals is afgesproken willen handhaven èn een aantal financiële gegevens ter beschikking kregen in het kader van overschrijdingen, die ons opnieuw tot een herbezinning nopen, en tegelijkertijd ook het besef hebben dat armoedepro blematiek en de bestrijding van de problematiek die met mini muminkomens te maken heeft, onverkort zou moeten doorgaan. In dezelfde beweging laat het rijk voortdurend weten dat gemeenten in de afgelopen jaren toch op bijvoorbeeld posten als bijzon dere bijstand ook nog kunnen bogen op een stukje onderuitput ting, met andere woorden geld overhouden wat ze niet voorzien hadden. Wij kunnen ze wat dat betreft fors uit de droom helpen, want dat geld houden wij niet over, sterker nog wij voorzien dat binnenkort die tekorten structureel kunnen zijn. De motie luidt als volgt: "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 4 november 1996; behandelende de Begroting 1997-2000; overwegende dat de armoedeproblematiek ook in de Leeuwarder samenleving groter wordt; dat ongeveer een kwart van de Leeuwarder bevolking moet rondkomen van het sociaal minimum; dat de raad in 1996 bijna f 1 miljoen extra ter be schikking heeft gesteld voor de verbetering/versterking van het minimabeleid; dat vanuit het rijk, sprekend over de armoedeproblema tiek, met grote regelmaat wordt verwezen naar de vermeende onderuitputting van de bijzondere bijstand van de gemeenten; dat de gemeente Leeuwarden in 1996 met een tekort van ongeveer f 500.000,- op de bijzondere bijstand kampt en dat er een structureel tekort dreigt van minimaal f 300.000,- op de bijzondere bijstand; draagt het college op: bij het rijk de armoedeproblematiek en de inspanningen van de gemeente Leeuwarden ter bestrijding van die armoede onder de aandacht te brengen; bij het rijk extra middelen te bepleiten om gemeenten beter in staat te stellen armoede te bestrijden; en gaat over tot de orde van de dag." Ook deze motie is ondertekend door alle partijen in deze raad vertegenwoordigd Overigens heeft de PvdA-fractie geen opmerkingen over het tarievenvoorstel De heer Krol: Ook onze bijdrage gaat met name over de afval stoffenheffing. Hoewel er tijdens de behandeling van Per- 61

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1996 | | pagina 31