Een laatste opmerking die ik wil maken is dat de wethouder mij
heeft verwezen naar het waarnemend sectorhoofd Grondzaken. Ik
stel vast dat die een totaal andere motivatie heeft dan zij
De heer Roekiman: Wij kunnen vaststellen dat het besluit van de
raad in 1987 eigenlijk hiermee totaal wordt gewijzigd, hetgeen
betekent dat wij als raad hier zeggen, waar de PAL/GL-fractie
zich zeker van wil distantiëren, dat er feitelijk, zoals de
CDA-fractie aangeeft, minder geld beschikbaar komt voor beel
dende kunst en de werken die zij daarvoor kunnen realiseren.
Dat vinden wij heel jammer. Wij blijven dus tegen het voorstel.
De heer Zijlstra: In de beantwoording van de wethouder meen ik
te beluisteren dat ze zeiIn de toekomst kan het wel bij grote
projecten uit de grondexploitatie als wij daar voor zouden
kiezen. Maar ik begrijp dat het college het absoluut niet
wenselijk acht. Dat is een goede weergave van wat de wethouder
bedoelt?
Mevrouw Van Ananers (weth.)Ik heb hier niets meer aan toe te
voegen
De heer Zijlstra vraagt waarom het college er niet voor kiest.
Dat is omdat je dan een verhoging van de grondprijzen zou
hebben en je moet je afvragen of voor het cultuurbeleid waar de
gemeente voor kiest je het terecht vindt dat je dat moet
doorberekenen in de grondprijzen. Maar het heeft er ook mee te
maken dat wanneer je met de verbouw bezig ben, bijvoorbeeld van
het Instituut voor Kunstzinnige Vorming, dat je je budget moet
verhogen om dan ook de ambtelijke inzet uit de verbouw te
betalen en niet bijvoorbeeld, zoals het college nu voorstelt,
een deel van je percentagereling daarvoor te benutten.
(De heer TerpstraIk raad de wethouder aan te praten met het
waarnemend sectorhoofd van de Grondzaken, want die geeft een
totale andere motivatieHij verwijst naar een discussie die
wij in de Commissie Stadsontwikkeling gehad hebben waarbij wij
risico's lopen voor wat betreft het doorrekenen van kosten aan
grondexploitatieDatzelfde risico loopt zij met haar voor
stel.) Ik neem aan dat de heer Terpstra verwijst naar Sint
Oedenrode arrest. (De heer Terpstra: Ik verwijs naar opmer
kingen gemaakt door de vertegenwoordiger van het bureau Touw.
(De VoorzitterOok hier een algemene regel, met alle respect
voor ambtenaren, dat is allemaal een kwestie van studeren
vooraf. Het gaat hier om standpuntbepalingen per fractie. Of de
fractie heeft een ander standpunt en dan kan dat hier worden
ingebracht en dan kunnen wij er op reageren, maar dit is niet
echt bevorderlijk voor de inhoudelijke discussie.) Ik wil er
wel op reageren, maar ik heb dat bewust niet gedaan omdat ik
dacht dat dan de discussie veel te technisch werd. Wanneer
wordt gekeken naar het Sint Oedenrode arrest, is dat een proces
geweest in het kader van de BTW. Dat gaat er om wat je allemaal
mag toerekenen aan de grondexploitatie. Ik weet dat de heer
Terpstra daar een gesprek over heeft gehad met de heer Joustra.
(De heer TerpstraDaar heb ik het totaal niet met de heer
Joustra over gehad. Mevrouw Van Ammers heeft mij verwezen naar
40
de heer Joustra om de motivatie te horen, dus ik verbaas mij
over haar antwoord.
De Voorzitter: Ik stel vast dat de beraadslaging heeft plaats
gevonden
Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.met de aantekening dat de CDA-fractie en
de PAL/GL-fractie geacht willen worden te hebben tegengestemd.
Mevrouw Van Ammers (weth.)Ik denk dat het goed is, aangezien
het belangrijk is dat het goed in het goed in het verslag
staat, dat de commissievergadering, waar ik net naar verwees
omtrent het standpunt van de CDA-fractie, niet de vergadering
van 5 september was, maar dat was de vergadering van 12
september. Daar staat het allemaal correct in.
Punt 16 tot en met 21 (bijlage nrs183, 186, 187, 171, 184 en
185)
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de
voorstellen van b. en w.
Punt 22 (bijlage nr. 178)
De Voorzitter: Aan de orde is Voortzetting project Leeuwarden
in Stelling.
De heer Brok: Mijn fractie heeft zich in de commissie al posi
tief uitgelaten over de bestuursopdracht voortzetting
Leeuwarden in Stelling en ook over de beknoptheid van de
notitie en de goede inhoud daarvan. Graag maken wij hier van de
gelegenheid gebruik om nogmaals te benadrukken dat de WD-
fractie de opleiding en ontwikkeling van het middelmanagement
een van de meest belangrijke aandachtspunten voor de toekomst
vindt. Juist dit niveau van onze organisatie blijkt uiterst
kwetsbaar te zijn en te blijven. Het ontwikkelen van contract
management op dit niveau is aardig, maar dient gerelativeerd te
worden als je naar de praktijk van het contractmanagement op
dienstniveau kijkt. Contractmanagement op middelmanagementni
veau mag slechts een van de aandachtspunten zijn waarbij aan
het middelmanagement aandacht besteed wordt. Mijn fractie
ondersteunt het voornemen van harte om de raad meer bij het
beleidsproces en het LIS-traject te betrekken. Er gaat te veel
tijd en te veel geld en energie in zitten om dat niet te doen.
In het verlengde daarvan blijft mijn fractie van mening dat de
Adviesgroep LIS met een gesloten karakter niet meer echt nodig
41