straks de fout ingaan, zou ik toch eerst van de voorzitter
toestemming willen hebben om die beslotenheid op te heffen.
De Voorzitter: Pleit de heer Jacobse er voor de vergadering
achter gesloten deuren te doen plaatsvinden?
De heer Jacobse: Er zijn een flink aantal stukken als
vertrouwelijk gekenmerkt en die zijn niet in de raadsbrief
vermeld om de een of andere reden. Maar het lijkt mij wel van
belang dat wij over die financiering kunnen praten vanavond.
De Voorzitter: Ik stel voor dat in eerste termijn de vragen
worden gesteld, waarbij ieder raadslid wordt geacht mogelijke
vertrouwelijkheid niet zodanig te benutten dat er schade
ontstaat voor een van de partijen. Maar dat kan ik mij amper
voorstellen bij dit financieringsvoorstelIk stel voor de
eerste termijn zo te houden dat alle vragen gesteld kunnen
worden. Dan kunnen wij altijd zien in hoeverre wel of niet
bepaalde tussenbesprekingen noodzakelijk zijn.
Mevrouw De Jong: Allereerst willen wij opmerken dat in het
besloten deel van de commissievergadering van 29 oktober jl.
wij een overzicht hebben gekregen van de kosten en financiën
met betrekking tot de westelijke stadsrandzone en wij hebben
als PvdA-fractie toen een voorbehoud gemaakt. Ook al beseffen
wij goed dat het hier gaat om een raamkrediet en kunnen wij
instemmen met de plannen en nog nader besluiten over het
bedrag, toch zijn wij niet geheel gerust. Een aantal subsidie
verzoeken is nog discutabel en wordt zelfs mogelijk niet toe
gekend. Een voorbeeld hiervan is het subsidieverzoek aan
Rijkswaterstaat. Aangegeven wordt ook dat de Europese aan
besteding noodzakelijk is, maar de aanmelding moet nog
gebeuren. Voorgesteld wordt voor de f 10 miljoen de middelen
uit het GSB en het Investeringsfonds als vangnet in te zetten.
Ook al wordt dan van de bijna f 10 miljoen het grootste deel
door de grondprijzen weer opgebracht en hopen wij via subsidies
de rest terug te krijgen, dan nog zijn wij er niet. Er wordt
nog een tweetal pm-posten genoemd, één voor mogelijke grond-
vervuiling en één voor het kruispunt Westeinde, waar ook al een
richtbedrag voor is genoemd. De vraag is hoe groot de kans is
dat wij de subsidiegelden niet krijgen en wij het vangnetgeld
wel in moeten zetten en wanneer wij hier zicht op krijgen.
Het onderdeel dat zich bezig houdt met het ontwikkelen en het
begeleiden van het project richt zich onder meer op het aspect
financiële raming. Valt dit onderdeel ook onder de directe
verantwoordelijkheid van de aan te trekken projectleider? Met
andere woorden is dit een expliciete taak van die persoon of
valt het onder de verantwoordelijkheid van de hele project
groep? Hoe wordt dat geregeld? Wij stellen voor om halfjaar
lijks geïnformeerd te worden over de financiële voortgang van
het project, of dat in een Marap kan of daarnaast moet ge
beuren, dat kan intern wel afgewogen worden. Ook willen wij
naast de halfjaarlijkse financiële rapportage natuurlijk op de
12
hoogte blijven van de invulling van de westelijke stadsrandzo
ne
Dan nog wat inhoudelijke opmerkingen.
Met dit nieuw te ontwikkelen gebied worden mogelijkheden
geopend voor nieuwe bedrijven. Als wij kijken naar de ontwik
kelingen die nu bij het FEC tot stand zijn gekomen en nog gaan
komen, kunnen wij niet anders dan trots zijn op wat daar
gebeurt. It begjint der op te lykjen. Voor het gebied wordt
gekozen voor een kwalitatieve invulling met verwerking van
groen op bedrijfslocaties. Wij ondersteunen dit van harte. Niet
voor niets moet het een zichtlocatie worden waar niet zomaar
elk bedrijf zich kan vestigen. Het mag voortgaand op de allure
en de uitstraling van de gebouwen rond het FEC nu wat ons
betreft zo zijn dat er een ander type bedrijvigheid komt dan
wij hebben op de Hemrik en niet alleen op de locaties aan de
hoofdwegen, maar ook zeker daar achter. Wij hebben genoemd dat
er aandacht moet zijn voor watergebonden bedrijven, zonder dat
er gelijk sprake hoeft te zijn van rommelige toestanden. Over
de Poptawei willen wij nog kwijt dat als deze weg niet meer
rechtstreeks wordt aangesloten op het kruispunt van Westeinde,
dit er niet toe mag leiden dat daardoor extra bewegingen in de
wijk zelf ontstaan.
Als laatste opmerking, de vuilstort Schenkenschans, die eens
genoemd is als mogelijke recreatieve voorziening, als die
definitief dicht is, leent zich hier niet zo gemakkelijk meer
voor als het te midden van bedrijven komt te liggen. Hebben wij
hier alternatieven voor?
De heer Beers: De westelijke stadsrandzone zal verder ont
wikkeld worden om aan de behoefte van bedrijven aan hoog
waardige zichtlocaties te voldoen. In commissiebesprekingen
heeft de PAL/GL-fractie veel waarde gehecht aan de ook in de
structuurschets voorgesteld plek langs de Overijsselse straat
weg, zowel als zichtlocatie als voor vestigingplek voor de
meubelbranche. Het college heeft echter aangegeven dat de
behoefte onder bedrijven zo groot is dat niet gewacht kan
worden tot het moment dat Leeuwarden-Zuid ontwikkeld wordt en
daarom is, met instemming van de PAL/GL-fractie, Leeuwarden-
West in zicht gekomen. Tegelijkertijd loopt daar doorheen de
discussie over de zogenaamde grootschalige en perifere detail
handel, een discussie die zo langzamerhand een vertrouwd lang
durig karakter dreigt te krijgen. Er zijn voor deze groot
schalige en perifere detailhandel verschillende vestigingsmoge
lijkheden en voor iedere plek zijn wel argumenten voor en tegen
aan te dragen. Als straks voor f 22.000,- inderdaad blijkt dat
het Spoordok een ongeschikte locatie is, dan zal de discussie
nog niet voorbij zijn, want kortgeleden heeft de aannemings
maatschappij Westerbaan een plan gelanceerd voor grootschalige
en perifere handel in het WestergoparkDit levert weer nieuwe
vragen op. Enkele daarvan zal het college reeds nu kunnen
beantwoorden en andere niet. Ik verwacht dat het college in
ieder geval antwoord kan geven op de volgende vragen:
Tijdens die presentatie liet de vertegenwoordiger van Retail
Innovation Nederland zich ontvallen dat nu het rapport werd
13