De Voorzitter schorst om 20.35 uur de vergadering. De Voorzitter heropent om 20.55 uur de vergadering. De heer Brinks (weth.)De meeste leden van de raad die het woord gevoerd hebben ten aanzien van deze motie hebben meer een verklaring afgelegd van het waarom van het al dan niet steunen van deze motie. Ik wil nog een aantal zaken daarbij bena drukken. Aansluitend bij wat de heer Gros van de D66-fractie heeft gezegd. Hij zegt dat de motie zich niet uitspreekt over de manier waarop het besteedbaar inkomen van de minima verhoogd zou moeten worden, want dat is in feite de uitspraak die de raad doet, het besteedbare inkomen van de minima zou verhoogd moeten worden, de manier waarop laten wij over aan het Rijk. De volgende opmerking die ik wil maken sluit aan bij wat mevrouw Waanders zei over afgelopen 4 november. Toen hebben wij als raad gezegd dat wij vinden dat wij eigenlijk genoeg middelen op gemeentelijk niveau zouden moeten hebben voor het uitvoeren van de bijzondere bijstand. Wat de raad nu als uitspraak zou doen is dat het Rijk er voor zou moeten zorgen dat de uitkering van de Algemene Bijstand een voldoende hoog niveau heeft. Dat zijn twee verschillende dingen. Dat in de richting van de heer Feddema. Namens het college kan ik in ieder geval zeggen dat het college deze motie van harte aanbeveelt, waarbij wij er wel van uitgaan dat het rijk er voor zorgt dat de motie voor gemeenten budget tair neutraal uitvalt, want u zult begrijpen dat een verhoging van de algemene bijstandsuitkering ook 10% beslag legt op gemeentelijke middelen. Als het op een andere manier gebeurt, zou het in ieder geval budgettair neutraal moeten zijn voor gemeenten of dat het Rijk dat compenseert. Daar gaan wij als college in ieder geval op dit moment van uit. De heer Roekiman: Allereerst wil ik aangeven dat ik blij ben dat een grote meerderheid van deze raad de motie heeft gesteund. Rest mij feitelijk kort te reageren richting de WD- fractie Het betoog van de heer Feddema vraagt mijns inziens om een discussie van een andere orde. Ik wil best met de heer Feddema hierover debatteren, maar gelet op de strekking van de motie lijkt mij dat op dit moment niet opportuun of moeten wij con stateren dat wij het niet met de WD-fractie eens zijn voor wat dit punt betreft. Overigens als je het hebt over banenverlies als de uitkering omhoog gaat en als je het hebt over een werkgever het gemak kelijk maken om langdurig werkzoekenden in dienst te nemen, dan wel hoe je mensen met een uitkering gemotiveerd aan het werk krijgt, zou je wat ons betreft niet moeten kiezen voor de verlaging van het wettelijk minimum loon waar de WD-fractie allicht voor pleit. De mogelijkheden die voorhanden zijn en wat rechtvaardig is, is nog altijd verlaging van de loonkosten. Hieromtrent zijn thans voldoende variaties, wat dat betreft hoef ik er ook niet inhoudelijk op in te gaan. 22 De heer Feddema kan zich natuurlijk herinneren dat de PAL/GL- fractie moeite heeft gehad met de banenpoolregelingIn dit verband wil ik er op wijzen dat de vakbonden zelfs ook op de eerder gemaakte afspraken terug komen. Het gaat kortom om voorzieningen in het algemeen en loonverbeteringWat dat betreft zijn wij indertijd ook helder geweest. Als het gaat om de verbetering van de lonen van de meest laag betaalden hebben wij daar ook een uitspraak over gedaan. Ik begrijp echt de reactie niet van de WD-fractie als zij het heeft over uitkeringen omhoog willen brengen dat dat tot gevolg zal hebben dat het banen zal kosten. Ik kan die logica niet volgen. Er zit overigens ook een vorm van paradox in. Hoe kan de WD-fractie nu onderkennen dat er armoede is en tegelijker tijd op dit moment niet aan willen geven hoe zij daarmee wil omgaan Kortom, voorzitter, u merkt dat deze discussie op dit moment niet ter zake doende is. Het lijkt mij helder wat ik in mijn eerste termijn heb gezegd. De heer BiemansOok aanhakend op dat laatste. Feitelijk erkent de heer Feddema, verwijzend naar de armoedeval, dat er een armoedeprobleem is. Op het moment dat deze raad een uitspraak wil doen om daaraan consequenties te verbinden geeft hij niet thuis. Dat vind ik ronduit teleurstellend. Ik vraag mij dan ook af, mede gelet op de opmerking van de heer Gros waar de wethouder nog het een en ander op gezegd heeft, of de wijze waarop de koopkrachtverbetering zal kunnen worden gerealiseerd voor de WD-fractie aanleiding is om het standpunt te herover wegen De heer GrosNog één opmerking De heer Feddema had het over de zogenaamde armoedeval, dat beschouwt hij als een probleem. Armoedeval kan je ook oplossen door bijvoorbeeld fiscale maatregelen, verhoging van het arbeidskosten-forfait voor mensen net boven het minimum inkomen. Daarbij is dat probleem opgelost. De heer Feddema: Ik wou nog kort ingaan op de opmerkingen gemaakt door de vorige sprekers De motie van 4 november jl., die ook de strekking had om een structurele verbetering wat betreft middelen voor de bijzondere bijstand, hebben wij onderschreven. Waarom? Omdat wij menen dat wij op die manier het meeste en het beste maatwerk kunnen leveren. Op het moment - en dat is de overtuiging van mijn fractie - dat je de algemene bijstandsuitkering gaat verhogen, heeft dat andere consequenties. Wij weten allemaal dat het consequenties heeft doordat het doorberekenen van een verhoging van de minimum uitkering ook te maken heeft met het doorbere kenen naar het minimum loon. Dat alles tezamen heeft ertoe geleid dat wij zeggen, wanneer wij een brief uit laten gaan half januari 1997, een maand geleden, met het verzoek aan de regering om aandacht voor deze kwestie te vragen, dan heeft mijn fractie vooralsnog voldoende vertrouwen in met name de PvdA minister van Sociale Zaken, die heeft aangekondigd te 23

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1997 | | pagina 12